ROUS Marktgedrag 1.8 t/m 1.13

Welkom
5 vwo ECONOMIE  ||  2023-2024
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom
5 vwo ECONOMIE  ||  2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

Als MK < MO dan...
A
ga je door met produceren
B
maak je verlies
C
stop je met produceren
D
is je winst maximaal

Slide 2 - Quizvraag

Als MO>MK, dan
A
zal TW toenemen
B
zal TW afnemen
C
zal TW gelijk blijven

Slide 3 - Quizvraag

MO = 500 en MK = 0,02q
bij welke hoeveelheid is de winst maximaal?
A
q = 500
B
q = 10000
C
q = 25.000

Slide 4 - Quizvraag

Bespreken
1.6 hebben we besproken.
1.7

Slide 5 - Tekstslide

Doelstellingen bedrijven
- Maximale winst
- Break-even
- Maximale omzet

Slide 6 - Tekstslide

Winst
Als MO groter is dan MK. 
MO = MK --> Maximale winst. 

Slide 7 - Tekstslide

MK-functie
Gelijk aan de individuele aanbodfunctie, de qua-functie. 
Verband tussen de aangeboden hoeveelheid en de prijs van een individuele producent. 
MK = q + 5
Eigenlijk staat MK voor P
Dus P = q + 5
Herschrijven tot Q = P - 5

Slide 8 - Tekstslide

Verlies, en nu?
Door gaan als het totale verlies lager is dan wanneer je gelijk stopt. 
Dit is zo in een periode waar de constante kosten vast liggen. 

Slide 9 - Tekstslide

Break even punt
Break-even punt

Slide 10 - Tekstslide

Break-even 
Variabele kosten
Inkoopprijs €5 Verpakking €1
Constante kosten
€ 18.000
Verkoopprijs
€10

Slide 11 - Tekstslide

Differentiëren van een tweedegraads functie.
TO = -q2 + 6q
TO’ = -2q + 6
Bewijs:       TO’ = 2 x -1 x q (2-1) + 1 x 6 x q (1-1)
                      TO’= -2q 1 + 6q 0 = -2q + 6
                      TO’ = MO 
                      MO = -2q + 6

Slide 12 - Tekstslide

To = -q² + 1000q
Geef de mo functie.

Slide 13 - Open vraag

Oefenen MK afleiden

Bepaal steeds MK:

TK = 10q + 500          MK =
TK = 15q2 + 800        MK =
TK = 4q2 + 2q + 10    MK =

antwoord
MK = 10
antwoord
MK = 30q
antwoord
MK = 8q + 2

Slide 14 - Tekstslide

bea = break-even afzet
bep = break-even punt
beo= break-even omzet

Wat is waar?

A
B
C
D
A
A=bea, B=bep vlak stippellijn (D) = beo
B
A=bep, B=beo, vlak stippellijn = bea
C
A=beo, B=bea, vlak stippellijn = bea

Slide 15 - Quizvraag

Aan het werk
Maken 1.8 t/m 1.13
Nakijken
  • Wat heb je goed gedaan?
  • Wat kun je beter doen?
Lees de tekst
  • Onderstrepen
  • Samenvatten

Slide 16 - Tekstslide