In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
El verbo SER / Het werkwoord ZIJN
(wie, hoe iemand is of waar die vandaan komt)
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
De betekenis van: Tú
A
ik
B
jij
C
wij
D
jullie
Slide 3 - Quizvraag
De betekenis van: Yo
A
ik
B
jij
C
wij
D
jullie
Slide 4 - Quizvraag
De betekenis van: él / ella / usted
A
u, hij, zij
B
jij, jullie, wij
C
hij, zij, U
D
wij, ik, jij
Slide 5 - Quizvraag
De betekenis van: ellos/ellas
A
hij/ zij (enkelvoud)
B
hij/zij (meervoud)
Slide 6 - Quizvraag
Nosotros/Nosotras
betekenis:
A
jullie
B
wij
C
zij (meervoud)
Slide 7 - Quizvraag
vosotros/vosotras
A
wij
B
jullie
Slide 8 - Quizvraag
ustedes
betekenis:
A
wij
B
u (meervoud)
Slide 9 - Quizvraag
Het werkwoord
In het Spaans zie je aan de vorm van het werkwoord welk persoonlijk voornaamwoord er wordt bedoeld. De persoonlijk voornaamwoorden (ik, jij etc.) hoef je niet altijd te gebruiken!
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Vamos! We gaan beginnen
Pak je tekstboek Paso Adelante er ook even bij en sla deze open op blz. 16 (J/ Groene vak)
Slide 12 - Tekstslide
(ik/YO)...............holandesa
A
soy
B
eres
C
somos
D
sois
Slide 13 - Quizvraag
Pablo (hij/él).......... un chico muy inteligente
A
soy
B
es
C
eres
D
son
Slide 14 - Quizvraag
............. (wij) estudiantes de este instituto.
A
soy
B
eres
C
somos
D
son
Slide 15 - Quizvraag
(jij/tú).......... muy alta.
A
soy
B
eres
C
es
D
son
Slide 16 - Quizvraag
(jullie/vosotros)......... cantantes muy populares