feit of mening

Zakelijk lezen
Nederlands

3 Havo
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Zakelijk lezen
Nederlands

3 Havo

Slide 1 - Tekstslide

Feiten en meningen
Feiten zijn kan je controleren.
Over feiten is geen discussie mogelijk.
Feiten zijn objectief.

Meningen gaan over wat iemand ergens van vindt.
Meningen geven een oordeel of gevoel weer.
Meningen zijn subjectief.

Slide 2 - Tekstslide

Feiten en meningen het verschil in het kort:
Feit
- Controleerbaar
- Je kunt opzoeken of controleren of het echt zo is.

Mening
- Persoonlijk.
- Iets waar je het wel of niet mee eens bent.
- Je kunt erover nadenken wat je er zelf van vindt.

Slide 3 - Tekstslide

Even oefenen
met feiten en meningen

Slide 4 - Tekstslide

Sleep het feit of de mening naar het juiste vakje
Feit
Mening
Het is in ons lokaal nu 19 graden Celsius.
Ik vind het hier lekker warm.
Het is hier ijskoud!
Ik heb gewoon kippenvel!

Slide 5 - Sleepvraag

Veel dunne mensen hebben mijns inziens een eetprobleem.
In het reglement staat: 'Ben je te laat, meld je dan bij de conciërge.'
Merijn leest nooit de boeken die zijn moeder uit de bibliotheek haalt.
Mark had precies een half uur nodig om zijn haar in model te brengen.
Ali vindt dat Gouda een grote stad is.
feit
feit
feit
mening
mening

Slide 6 - Sleepvraag

Feit of mening?

Hij praat heel snel.
A
feit
B
mening

Slide 7 - Quizvraag

Feit of mening?

Koken is moeilijk.
A
feit
B
mening

Slide 8 - Quizvraag

Feit of mening?

Eindhoven telt 220.000 inwoners.
A
feit
B
mening

Slide 9 - Quizvraag

Feit of mening?

Een blauwe pen schrijft het fijnst.
A
feit
B
mening

Slide 10 - Quizvraag

Feit, mening, of argument?

In Parijs zijn de mooiste musea van de wereld.
A
Feit
B
Mening

Slide 11 - Quizvraag

Feit of mening?

Tandartsen moeten lang studeren.
A
Feit
B
Mening

Slide 12 - Quizvraag

Feit of mening

Er gebeuren veel ongelukken op dat kruispunt.
A
Feit
B
Mening

Slide 13 - Quizvraag

Een ....... kan je controleren
A
feit
B
mening

Slide 14 - Quizvraag

Overtuigende teksten
In een overtuigende tekst, of betoog, laat de schrijver duidelijk weten wat zijn mening is. Hij vertelt wat hij van het onderwerp vindt en hoopt dat jij het met zijn mening eens bent. Om je mening te onderbouwen kan je wel gebruim maken van feiten!!
Voorbeelden van overtuigende teksten: beoordeling, ingezonden brief, folder, artikel in een krant of tijdschrift.

Slide 15 - Tekstslide

Objectieve en subjectieve teksten
Je hebt nu geleerd dat een tekst feiten of meningen kan bevatten.
Een tekst is objectief of subjectief.
Objectieve tekst
Subjectieve tekst
feiten
mening van de schrijver
informerende, uiteenzettende teksten
aansporende, activerende teksten
verschillende meningen van anderen
veel argumenten ter overtuiging

Slide 16 - Tekstslide

Meningen in teksten
Meningen kunnen op verschillende manieren in teksten zijn verwerkt.
  1. De schrijver brengt zijn eigen mening naar voren. SUBJECTIEVE TEKST
  2. De schrijver geeft niet zijn eigen mening, maar beschrijft wel de mening(en) van anderen en de lezer kan daarna zijn eigen menint vormen. OBJECTIEVE TEKST
  3. De schrijver beschrijft de mening(en) van anderen en voegt daar zijn eigen mening aan toe; hij reageert op de mening(en) van anderen. SUBJECTIEVE TEKST

Let op!
Alleen als de eigen mening van de schrijver in de tekst staat, is de tekst subjectief.

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Maken tekst 'Nu even niet'.

Slide 18 - Tekstslide