1.4 Verwijswoorden die, dit en wat

Welkom klas 3

Start de LessonUp op!
Pak je schrift en een pen.
We gaan aan de slag met 1.4
Zit je telefoon in de tas?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 3

Start de LessonUp op!
Pak je schrift en een pen.
We gaan aan de slag met 1.4
Zit je telefoon in de tas?

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Uitleg verwijswoorden
  • Aantekeningen maken en controleren
  • Opdrachten 1.4 maken
  • Opdracht maken op papier

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen de verwijswoorden die, dit en wat  gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Verwijswoorden 'die', 'dit' en 'wat'
Schrijf mee met het bord. De docent geeft aan wanneer je iets op moet schrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een verwijswoord?

Slide 5 - Woordweb

Wat zijn verwijswoorden?
Verwijswoorden zijn woorden die verwijzen naar een ander woord in de zin.

Ik kocht gisteren een chocoladereep, die was erg lekker
Ik kocht gisteren een chocoladereep, de chocoladereep was erg lekker.

Slide 6 - Tekstslide

DIE
Het verwijswoord 'die' gebruik je voor woorden die verwijzen naar mensen of dieren.

Woord met 'De'?                 Die

Slide 7 - Tekstslide

De hotelkamer op de eerste verdieping? ... is van mij
A
Die
B
Dat
C
Wat

Slide 8 - Quizvraag

De leerlingen hebben ... man gisteren geinterviewd.
A
Die
B
Dat
C
Wat

Slide 9 - Quizvraag

DAT
Het verwijswoord 'Dat' gebruik je voor woorden die verwijzen naar mensen of dieren.

Woord met 'Het'?                 Dat

Slide 10 - Tekstslide

Het huis ... daar staat.
A
Wat
B
Dat

Slide 11 - Quizvraag

WAT
• een hele zin
• iets onbepaalds
• een overtreffende trap

Iedereen praat over de verbroken relatie van de twee leerlingen, wat ik helemaal niet interessant vind.

Slide 12 - Tekstslide

Het meisje ... daar staat.
A
Dat
B
Wat
C
Die

Slide 13 - Quizvraag

De boom ... daar staat.
A
Dat
B
Wat
C
Die

Slide 14 - Quizvraag

Alles ... je moet leren staat op Magister.
A
Dat
B
Wat
C
Die

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag met 1.4 
Maken
Opdracht 1 t/m 9 
Opdracht 10 op papier

Klaar?
Opdracht 14 t/m 17
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide