herhaling 8 negatieve breuken


hoofdstuk 8
negatieve breuken


1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


hoofdstuk 8
negatieve breuken


Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Korte herhaling
  • Negatieve breuken vereenvoudigen.
  • Negatieve breuken optellen en aftrekken.
  • Breuken delen.
  • Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Terugblikken
Voor delen met negatieve getallen geldt:



Slide 3 - Tekstslide

Negatieve breuken vereenvoudigen
Vereenvoudig


2718

Slide 4 - Tekstslide

Negatieve breuken vereenvoudigen
Vereenvoudig

Stap 1: zet het minteken vóór de breuk
2718
2718

Slide 5 - Tekstslide

Negatieve breuken vereenvoudigen
Vereenvoudig

Stap 1: zet het minteken vóór de breuk

Stap 2: vereenvoudig de breuk 
2718
2718
2718=96=32

Slide 6 - Tekstslide

Helen uit een negatieve breuk halen
Vereenvoudig



 
924

Slide 7 - Tekstslide

Helen uit een negatieve breuk halen
Vereenvoudig

Stap 1: laat de mintekens weg

 
924
924

Slide 8 - Tekstslide

Helen uit een negatieve breuk halen
Vereenvoudig

Stap 1: laat de mintekens weg

Stap 2: haal de helen uit de breuk 
924
924
924=38=232
Je mag ook eerst de helen eruit halen en dan vereenvoudigen.

Slide 9 - Tekstslide

Samen oefenen!
4224=2112=74
6072=1012=1102=151
1
2

Slide 10 - Tekstslide

Negatieve breuken optellen en aftrekken
Gelijknamige breuken mag gelijk.


115+113=

Slide 11 - Tekstslide

Negatieve breuken optellen en aftrekken
Gelijknamige breuken mag gelijk.

Stap 1: verhuis de min naar boven 


115+113=
115+113=

Slide 12 - Tekstslide

Negatieve breuken optellen en aftrekken
Gelijknamige breuken mag gelijk.

Stap 1: verhuis de min naar boven 

Stap 2: tellers optellen


115+113=
115+113=
115+3=112

Slide 13 - Tekstslide

Negatieve breuken optellen en aftrekken
Gelijknamige breuken mag gelijk.

Stap 1: verhuis de min naar boven 

Stap 2: tellers optellen

Stap 3: zet de min weer vóór de breuk
115+113=
115+113=
115+3=112
112

Slide 14 - Tekstslide

Negatieve breuken optellen en aftrekken
Niet gelijknamige breuken -> eerst gelijknamig maken






9265=

Slide 15 - Tekstslide

Negatieve breuken optellen en aftrekken
Niet gelijknamige breuken -> eerst gelijknamig maken

Stap 1: verhuis de min naar boven 




9265=
9265=

Slide 16 - Tekstslide

Negatieve breuken optellen en aftrekken
Niet gelijknamige breuken -> eerst gelijknamig maken

Stap 1: verhuis de min naar boven 

Stap 2: gelijknamig maken


9265=
9265=
1841815=18415=1819

Slide 17 - Tekstslide

Negatieve breuken optellen en aftrekken
Niet gelijknamige breuken -> eerst gelijknamig maken

Stap 1: verhuis de min naar boven 

Stap 2: gelijknamig maken

Stap 3: zet de min weer vóór de breuk
                en vereenvoudig
9265=
9265=
1841815=18415=1819
1819=1181

Slide 18 - Tekstslide

Samen oefenen!
5254=5254=524=56=151
1
76+43=76+43=2824+21=283=283
2

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Breuken delen



Vb.   

     
32:52=3225=610=164=132
Delen door een breuk is 
vermenigvuldigen met het omgekeerde.

Slide 21 - Tekstslide

Werkschema delen door een breuk:

Delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde

1. Zet gehelen in de breuk 

2. Omgekeerde getal van tweede breuk nemen

3. Vermenigvuldiging uitvoeren

4. Breuk vereenvoudigen

5. Haal gehelen uit de breuk

Slide 22 - Tekstslide

Bereken
timer
1:00

Slide 23 - Open vraag

Let op de notatie!

Slide 24 - Tekstslide

Bereken
timer
1:00

Slide 25 - Open vraag

Let op de notatie!
Alle 5 de stappen zijn te zien!

Slide 26 - Tekstslide