2.6 Negatieve breuken VWO

Welkom bij wiskunde!

Ga zitten en pak je spullen erbij.

1 / 28

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Lesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij wiskunde!

Ga zitten en pak je spullen erbij.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

Korte herhaling.
Leerdoelen.
Uitleg.
Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Terugblikken

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 2

2.6 Negatieve breuken

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag

Aan het eind van de les kan je...

- Berekeningen maken met negatieve breuken.

- En delen door een breuk.

Slide 5 - Tekstslide

Bereken

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ - 4 ​} =

\frac{​ - 1 2 ​ ​}{​ 4 ​} =

- \frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 4 ​} =

Slide 6 - Tekstslide

Negatieve breuken vereenvoudigen

Vereenvoudig

\frac{​ - 1 8 ​ ​}{​ 2 7 ​}

Slide 7 - Tekstslide

Negatieve breuken vereenvoudigen

Vereenvoudig

Stap 1:

Stap 2:

\frac{​ - 1 8 ​ ​}{​ 2 7 ​}

Slide 8 - Tekstslide

Helen uit een negatieve breuk halen

Vereenvoudig

\frac{​ - 2 4 ​ ​}{​ - 9 ​}

Slide 9 - Tekstslide

Helen uit een negatieve breuk halen

Vereenvoudig

Stap 1:

Stap 2:

\frac{​ - 2 4 ​ ​}{​ - 9 ​}

Slide 10 - Tekstslide

Samen oefenen!

\frac{​ 1 6 ​ ​}{​ - 2 0 ​} = - \frac{​ 1 6 ​ ​}{​ 2 0 ​} = - \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ - 2 4 ​ ​}{​ - 1 0 ​} = \frac{​ 2 4 ​ ​}{​ 1 0 ​} = \frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 5 ​} = 2 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

Slide 11 - Tekstslide

Negatieve breuken optellen en aftrekken

Gelijknamige breuken mag gelijk.

- \frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 1 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 1 ​} =

Slide 12 - Tekstslide

Negatieve breuken optellen en aftrekken

Gelijknamige breuken mag gelijk.

Stap 1: verhuis de min naar boven

- \frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 1 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 1 ​} =

\frac{​ - 5 ​ ​}{​ 1 1 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 1 ​} =

Slide 13 - Tekstslide

Negatieve breuken optellen en aftrekken

Gelijknamige breuken mag gelijk.

Stap 1: verhuis de min naar boven

Stap 2: tellers optellen

- \frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 1 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 1 ​} =

\frac{​ - 5 ​ ​}{​ 1 1 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 1 ​} =

\frac{​ - 5 + 3 ​ ​}{​ 1 1 ​} = \frac{​ - 2 ​ ​}{​ 1 1 ​}

Slide 14 - Tekstslide

Negatieve breuken optellen en aftrekken

Gelijknamige breuken mag gelijk.

Stap 1: verhuis de min naar boven

Stap 2: tellers optellen

Stap 3: zet de min weer vóór de breuk

- \frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 1 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 1 ​} =

Slide 15 - Tekstslide

Negatieve breuken optellen en aftrekken

Niet gelijknamige breuken -> eerst gelijknamig maken

- \frac{​ 2 ​ ​}{​ 9 ​} - \frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} =

Slide 16 - Tekstslide

Negatieve breuken optellen en aftrekken

Niet gelijknamige breuken -> eerst gelijknamig maken

Stap 1: verhuis de min naar boven

- \frac{​ 2 ​ ​}{​ 9 ​} - \frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} =

\frac{​ - 2 ​ ​}{​ 9 ​} - \frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} =

Slide 17 - Tekstslide

Negatieve breuken optellen en aftrekken

Niet gelijknamige breuken -> eerst gelijknamig maken

Stap 1: verhuis de min naar boven

Stap 2: gelijknamig maken

- \frac{​ 2 ​ ​}{​ 9 ​} - \frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} =

\frac{​ - 2 ​ ​}{​ 9 ​} - \frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} =

\frac{​ - 4 ​ ​}{​ 1 8 ​} - \frac{​ 1 5 ​ ​}{​ 1 8 ​} = \frac{​ - 4 - 1 5 ​ ​}{​ 1 8 ​} = \frac{​ - 1 9 ​ ​}{​ 1 8 ​}

Slide 18 - Tekstslide

Negatieve breuken optellen en aftrekken

Niet gelijknamige breuken -> eerst gelijknamig maken

Stap 1: verhuis de min naar boven

Stap 2: gelijknamig maken

Stap 3: zet de min weer vóór de breuk

en vereenvoudig

- \frac{​ 2 ​ ​}{​ 9 ​} - \frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} =

Slide 19 - Tekstslide

Samen oefenen!

- \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} - \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} = \frac{​ - 2 ​ ​}{​ 5 ​} - \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} = \frac{​ - 2 - 4 ​ ​}{​ 5 ​} = \frac{​ - 6 ​ ​}{​ 5 ​} = - 1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​}

- \frac{​ 6 ​ ​}{​ 7 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} = \frac{​ - 6 ​ ​}{​ 7 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} = \frac{​ - 2 4 + 2 1 ​ ​}{​ 2 8 ​} = \frac{​ - 3 ​ ​}{​ 2 8 ​} = - \frac{​ 3 ​ ​}{​ 2 8 ​}

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Breuken delen

Delen door een breuk is
vermenigvuldigen met het omgekeerde.

Slide 22 - Tekstslide

Werkschema delen door een breuk:

Delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde

1. Zet gehelen in de breuk

2. Omgekeerde getal van tweede breuk nemen

3. Vermenigvuldiging uitvoeren

4. Breuk vereenvoudigen

5. Haal gehelen uit de breuk

Slide 23 - Tekstslide

Bereken

timer

1:00

Slide 24 - Open vraag

Let op de notatie!

Slide 25 - Tekstslide

Bereken

timer

1:00

Slide 26 - Open vraag

Let op de notatie!

Alle 5 de stappen zijn te zien!

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag!

Huiswerk bij deze les:

Maak opgaven 83, 85, 87, 93, 94 en 96.

Eerste 5 minuten zelfstandig.

timer

5:00

Slide 28 - Tekstslide

2.6 Negatieve breuken VWO

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

1HA - 2.5 - Negatieve breuken

2.5 Negatieve breuken

2.5 Negatieve breuken HAVO deel II

herhaling 8 negatieve breuken

V1 2.5 Negatieve breuken

2.5 Negatieve breuken deel 2

2.5 Negatieve breuken

2.5 Negatieve breuken