Stelselwetten zorg

 Stelselwetten zorg
November 2024
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Stelselwetten zorg
November 2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
In deze opdracht staan de volgende leerdoelen centraal:
   

  • Je houdt bij het opstellen van het individueel plan rekening met wet en regelgeving omtrent financiering van zorg.
  • Je beschrijft onder welk wettelijk financieringskader de zorgbehoefte van de zorgvrager valt. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opzet deelopdracht
Wetgeving en economische dimensie
Maandag
Dinsdag
Woensdag
9.30u-10.30u
- Inloop uur integratieve opdracht 

10.45u-12.45u
- quiz wetten en financiën
- Klinische les groep 4
- starten voorbereiding
- Maken opdracht 1 verdieping
- Verdieping
-Afronden integratieve opdracht







- Verdieping+ checking
- denk aan het inleveren integratieve opdracht

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 stelselwetten: 
  • Zorgverzekeringswet (Zvw), 
  • Wet langdurige zorg (Wlz), 
  • Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 
  • Jeugdwet.

Aan de hand van onder andere de zorgbehoefte van de zorgvrager wordt bepaald onder welk stelselwet de zorg geleverd en gefinancierd kan worden. Hierbij is het stellen van een indicatie noodzakelijk.  

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz vragen
Deelopdracht 
Wetgeving en economische dimensie:

  • Individueel
  • Elke vraag 20 seconden
  • 8 vragen

Slide 5 - Tekstslide

De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG(Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg)) regelt de zorgverlening door beroepsbeoefenaren. Kernbegrippen zijn bevoegdheid en bekwaamheid. Bevoegdheid betekent de deskundigheid hebben, na het behalen van een bepaalde opleiding, om een handeling uit te voeren. Bekwaamheid betreft de vaardigheid van een beroepsbeoefenaar om in een bepaalde situatie een (voorbehouden) handeling verantwoord te kunnen uitvoeren. In het algemeen geldt: “niet bekwaam is niet bevoegd”. In de wet zijn voorbehouden handelingen omschreven die alleen mogen worden uitgevoerd door in de wet genoemde beroepen. Het gaat dan binnen de tbc(Tuberculose)-bestrijding om het verrichten van een venapunctie, van de tuberculinehuidtest (THT(tuberculinehuidtest)), van de BCG(Bacille Calmette Guérin)-vaccinatie en het maken van een röntgenopname.

2 Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst
De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO(Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst)), onderdeel van het burgerlijk wetboek, regelt de relatie tussen patiënt en zorgverlener.

3 Zorgverzekeringswet
De Zorgverzekeringswet (Zvw) is uit 2006 en maakt naast de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ(Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten)), deel uit van het Nederlandse zorgverzekeringsstelsel. De Zvw stelt een zorgverzekering verplicht voor iedereen die verzekerd is voor de AWBZ. Dit komt neer op alle Nederlandse ingezetenen en mensen die in het buitenland wonen maar vanuit Nederland inkomsten uit arbeid ontvangen. De omvang van de dekking van de zorgverzekering wordt door de Zvw en de onderliggende wetgeving (Besluit zorgverzekering en Regeling zorgverzekering) bepaald. Verzekeraars zijn verplicht iedereen te accepteren. Mensen met een lager inkomen kunnen een tegemoetkoming krijgen vanuit de Wet op de zorgtoeslag(externe link). 
Wet die de verplichte volksverzekering voor geneeskundige zorg regelt.
A
Ziektewet (ZW)
B
Zorgverzekeringswet (Zvw)
C
Wet langdurige zorg (Wlz)
D
Werkloosheidswet (WW)

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zorgverzekeringswet (Zvw)
Wet die de verplichte volksverzekering voor geneeskundige zorg regelt. Iedere Nederlander is verplicht om een basisverzekering af te sluiten. Verzekeraars hebben de plicht om iedereen te accepteren voor de basisverzekering.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet die is ingevoerd op 1 januari 2015 en de vervanger is van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
A
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
B
Wet verbetering poortwachter (WVP)
C
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
D
Wet langdurige zorg (Wlz)

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wet langdurige zorg (Wlz)
Wet die is ingevoerd op 1 januari 2015 en de vervanger is van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De Wlz vergoedt de medische kosten voor mensen met een ernstige beperking die langdurig zorg nodig hebben.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ziektewet regelt dat zieke werknemers die geen vaste baan hebben en geen loon krijgen of waarbij de werkgever geen loondoorbetalingsverplichting heeft bij ziekte, toch een inkomen hebben. Bijvoorbeeld voor uitzendkrachten of bij zwangerschapsverlof.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ziektewet (ZW)
Deze wet regelt dat zieke werknemers die geen vaste baan hebben en geen loon krijgen of waarbij de werkgever geen loondoorbetalingsverplichting heeft bij ziekte, toch een inkomen hebben. Bijvoorbeeld voor uitzendkrachten of bij zwangerschapsverlof.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WIA staat voor?
A
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
B
Wettelijk inkomsten arbeidsvermogen
C
Wet inkomen en arbeidsvermogen
D
Wettelijke inkomens en arbeidsvermogen werknemer

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
Opvolger van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De WIA geldt voor werknemers die op of na 1 januari 2004 ziek of arbeidsongeschikt zijn geworden. Een WIA-uitkering gaat in na 104 weken ziekte. Tot die tijd moet de werkgever het loon doorbetalen of krijgt iemand een ziektewetuitkering. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) voert de WIA uit.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet die ervoor zorgt dat mensen met een beperking hulp en ondersteuning krijgen, zodat zij zo veel mogelijk zelfstandig kunnen meedoen in de maatschappij.
A
WLZ
B
WMO
C
WAO
D
WVP

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Wet die ervoor zorgt dat mensen met een beperking hulp en ondersteuning krijgen, zodat zij zo veel mogelijk zelfstandig kunnen meedoen in de maatschappij.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wajong regelt...
A
Uitkering voor werknemers die zijn geboren voor 1965.
B
Uitkering voor oudere zelfstandigen tussen de 55 en 65 jaar.
C
Uitkering voor jonggehandicapten die nooit meer kunnen werken,
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)
Wet die sinds 1 januari 2015 in de plaats is gekomen van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten. Jonggehandicapten die nooit meer kunnen werken, komen in aanmerking voor een uitkering. Zijn ze niet blijvend volledig arbeidsongeschikt, dan vallen ze onder de Participatiewet.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instelling die zich bezighoudt met de uitvoering van socialezekerheidswetten noemen we...
A
Sociale voorziening
B
Toeslagenwet
C
Rechtsbijstand
D
Uitvoeringsorgaan

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie doet wat?
Sociale voorziening
Uitkering die de overheid via belastingen betaalt. Bijstand en kinderbijslag zijn sociale voorzieningen.

Toeslagenwet (TW)
Wet die een aantal uitkeringen aanvult tot het sociaal minimum (het minimale bedrag dat iemand nodig heeft om van te leven), bijvoorbeeld de WW, de WIA, de WAO en een ZW-uitkering.

Rechtsbijstand
Gratis juridisch advies voor mensen met een laag inkomen en weinig vermogen. 

Uitvoeringsorgaan
Instelling die zich bezighoudt met de uitvoering van socialezekerheidswetten. Bijvoorbeeld: premies innen, uitkeringen betalen, ondersteuning bieden bij het zoeken naar werk.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anw, AOW, Wajong en Wlz zijn voorbeelden van...
A
Werknemersverzekering
B
Wet verbetering poortwachter
C
Volksverzekering
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volksverzekering
Verplichte verzekering voor iedereen die in Nederland werkt of woont. 
Wie in Nederland inkomen uit werk of woning heeft, betaalt premie voor volksverzekeringen. Anw (Algemene nabestaandenwet) , AOW (Algemene Ouderdomswet), Wajong (arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten) en Wlz (Wet langdurige zorg) zijn volksverzekeringen.

Zie ook: Sociale verzekeringen in Learnbeat.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen? Aan het werk!
Deelopdracht: Wetgeving en economische dimensie
  • Learnbeat, zie studieplanner
  • Canvas voorbereiding + opdracht 1 verdieping

Presentatie regiegroep 4
  •  11.45u- 12.45u

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Optioneel
Stellingen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 1
De zorgverzekeringen zouden risicogroepen (rokers, druggebruikers, extreme sporters, alcoholverslaafden,..) een hogere premie moeten laten betalen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 2
De overheid moet meer betalen voor alternatieve therapiën die niet wetenschappelijk bewezen, maar waarvan sommige mensen zeggen dat ze helpen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 3
De zorg zou meer moeten focussen op preventie dan op genezing om kosten te besparen?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 4
Medische adviezen moeten verplicht worden opgevolgd, anders gaat de zorgpremie omhoog.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 5
Alles wat medisch gezien kan om patiënten beter te maken moet ook vergoed worden in de basisverzekering.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 6
Een chip met persoonlijke gezondheidsinformatie moet bij iedereen worden geïmplanteerd. Zo kan de zorgpremie omlaag.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 7
Moet er meer geld worden geïnvesteerd in de zorg om de kwaliteit van de zorg te verbeteren, of is het beter om te bezuinigen en de efficiëntie te verhogen?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 8
Mensen die in de zorg werken moeten geen zorgpremie betalen.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies