Taaldorp - the GP

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 3

Taaldorp the General Practitioner (GP)

Today we're at the GP

At the end of this lesson you'll be able to use correct words and sentences  at the doctor's office

1. knee
2. nie
3. knie
4. calf

blauw oog

1. blue eye
2. black eye
3. purple eye
4. green eye

schaafwond

1. abrasion
2. cut wound
3. schafewound
4. schiefwound

besmettelijk

1. contagious
2. salvation
3. propagative
4. extraction

spijsvertering

1. defecation
2. contagious
3. stamina
4. digestion

klachten

1. complaints
2. hurts
3. whines
4. wrongs

pijn op de borst

1. heartache
2. chestache
3. chest pains
4. boob pains

verstuikte enkel

1. sprained ankle
2. twisted ankle
3. bruised ankle
4. broken ankle

Kater

1. hangover
2. tomcat
3. hangon
4. hangcat

gips

1. cast
2. bandages
3. gips
4. bandaids

misselijk

1. inflammation
2. infectious
3. flu
4. nauseous

ik heb mijn arm gebroken

1. I has broken my arm
2. I has breaked my arm
3. I have broken my arm
4. I have breaked my arm

recept

1. prescription
2. recepy
3. forwriting
4. writings

Ik heb een pijnlijke rug

1. I've got a painly back
2. I've got a hurtly back
3. I've got a sore back
4. I've got a hurtled back

ik voel me niet lekker

1. I don't feel tasty
2. I don't feel well
3. I feel me not good
4. I feeI me not well

Het is beter geworden

1. it has improved
2. it have improved
3. it has deteriorated
4. it have deteriorated

overgeven

1. vomit
2. spit
3. brake
4. break

het jeukt

het doet pijn

het brandt

het prikt

it burns

it stings

it hurts

it itches

mijn temperatuur opnemen

1. to took my temperature
2. to neem my temperature up
3. to take my temperature
4. to hold my temperature up

hoesten

1. to hoost
2. to cough
3. to achoo
4. to vomit

bezoekuur

1. family hours
2. meeting up hours
3. visiting hours
4. family time

spreekuur

1. surgery hours
2. visiting hours
3. speak hours
4. meeting hours

slapeloosheid

1. pneumonia
2. yersinia
3. hypothermia
4. insomnia

uitgedroogd

1. malnourished
2. dehydrated

hoofdpijn

1. headpain
2. brainpain
3. headache
4. skullache

Buil

1. bump
2. bruise
3. sprain
4. boink

bloeddruk

1. blood print
2. bleeding pressure
3. bleed print
4. blood pressure

Listen and answers the questions

Watch the following video and answer the questions completely. Write the answers in your exercisebook/notebook!

00:22

Waar heeft deze mevrouw les van? (noem 3 dingen)

00:33

hoelang heeft deze mw. al last hiervan?

1. 4 weken
2. 3 dagen
3. 4 dagen
4. 5 dagen

00:45

wat voor advies geeft de dokter?

At the doctor's 

Situation

Je bent van je fiets gevallen omdat je moest wennen aan het links rijden in Engeland. Je hebt een schaafwond, je kreeg pijn in je pols toen je jezelf opving op de grond. Je weet niet goed hoe je wond moet verzorgen dus dat wil je weten omdat je morgen ook nog wil gaan fietsen want je vind het erg leuk om naar een feestje te gaan in het volgende dorpje. 

Schaafwond = Abrasion (niemand gebruikt dat woord)

Hoe je een wond moet verzorgen. = How to take care of the wound/injury/scrape.

conversation

• Begroet de dokter

• Vertel wat er aan de hand is

• Beschrijf de verkeerssituatie tijdens het ongeluk

• Leg uit hoe je je voelt

• Geef aan dat je een reisverzekering hebt

Begroet de dokter...

context

Je bent van je fiets gevallen omdat je moest wennen aan het links rijden in Engeland. Je hebt een schaafwond, je kreeg pijn in je pols toen je jezelf opving op de grond. 

Vertel wat er aan de hand is..

context

Je bent van je fiets gevallen omdat je moest wennen aan het links rijden in Engeland. Je hebt een schaafwond, je kreeg pijn in je pols toen je jezelf opving op de grond. 

Leg uit hoe je je voelt

context

Je weet niet goed hoe je wond moet verzorgen dus dat wil je weten omdat je morgen ook nog wil gaan fietsen want je vind het erg leuk om naar een feestje te gaan in het volgende dorpje. 

Geef aan dat je een reisverzekering hebt

context

Je weet niet goed hoe je wond moet verzorgen dus dat wil je weten omdat je morgen ook nog wil gaan fietsen want je vind het erg leuk om naar een feestje te gaan in het volgende dorpje. 

Remember...

If you don't know.... talk about that.

STAY ENGLISH

Use complete sentences.

Ik weet wat ik moet doen om taaldorp succesvol te doorlopen.

😒🙁😐🙂😃