Blok 2-3 Grammatica 3K

Nederlands
                        Klas 3D - 2.3 Grammatica
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
                        Klas 3D - 2.3 Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

4 gouden minuten
Na 4 minuten zit iedereen op de plek

Telefoon na gouden minuten in telefoontas
Leg de spullen vast klaar
Nodig: Lesboek + schrift




timer
4:00

Slide 2 - Tekstslide

Stillezen
timer
6:00

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken
  • Respectvol gedrag
  • Spullen en huiswerk op orde
  • Focus op de les - concentratie
  • Let op jezelf - leid anderen niet af
  • Steek je hand op bij vragen of iets willen zeggen.

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag in deze les:
  • Terugblik vorige les
  • Leeroverzicht Toets in toetsweek?
  • Eventueel vragen over de komende toets?
  • Lesdoel
  • Huiswerk nakijken
  • Instructie grammatica
  • Aan de slag

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik
  • Vorige les gestart met de grammatica
  • Leerstofoverzicht gevonden?
  • Zijn er onderdelen van het leeroverzicht die jullie met voorrang willen doornemen?

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je kunt een zin in zinsdelen verdelen.
  • Je kunt in een zin benoemen: wwgez, ond en lvw.
  • Je kunt het meewerkend voorwerp benoemen.
  • Je kunt eerder geleerde woordsoorten benoemen.
  • Je kunt de woordsoort persoonlijk voornaamwoord benoemen.

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk
Via het antwoordenblad in Word


Tekst

Slide 8 - Tekstslide

Grammatica
Persoonlijk voornaamwoorden (pers.vnw) verwijzen naar een persoon, een groep, personenen, voorwerpen of zaken.

Bij de theorie op blz. 82 staat een duidelijk overzicht. Je moet het verschil weten tussen onderwerpsvorm en voorwerpsvorm.

Maak opdracht 9 op blz 83

Slide 9 - Tekstslide

Grammatica
Woordsoortbenoeming:
werkwoord - geeft aan wat er gebeurt
zelfst.nw - mens, dier of ding, kan een lidwoord voor
lidwoord - het, de of een
bijv.nw - zegt iets over het zelfst.nw
voorzetsel - zegt iets over de plaats of moment
pers.vnw - verwijst naar persoon, groep, voorwerp, enz.
Maak opdr. 11 op blz. 84

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Opdracht 1 + 2 blz. 78
Schrijf de zinnen over in je schrift. Sla iedere keer een regel over.
Onderstreep de pv in de zin
Benoem in iedere zin:
wwgez - ond - lvw

Opdracht 6 blz. 81
Extra: Opdracht 7


Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 1 + 2 blz. 78

Opdracht 6 blz. 81

Extra: Opdracht 7


Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Opdracht 12 + 13 op blz. 78

Dit is ook het huiswerk voor de volgende les.

https://play.kahoot.it/v2/?quizId=d10d03b3-923f-489b-9fbf-f08c787c3268 

Slide 13 - Tekstslide

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll