paragraaf 4.4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Revolutie in Nederland

Hoofdstuk 4 paragraaf 4

Lesvolgorde

1. Presentatie 4.4 Revolutie in Nederland

2. Vragen maken 4.4

3. Afsluiting: vragen lessonup.

Lesdoelen

• Dat je weet dat het in de 18e eeuw economisch slecht gaat met de Nederlanden.
• Stadhouder en een klein groepje regenten heeft de macht: oligarchie
• Patriotten willen een democratischer Nederland en komen in opstand
• Prins vlucht naar Nijmegen
• Koning van Pruisen komt stadhouder te hulp
• Patriotten vluchten naar Frankrijk
• 1795 patriotten komen met Fransen terug naar Nederland

Wat gebruiken we nu?

Pamflet van Joan Derk van de Capellen. In het pamflet scherpe kritiek op de stadhouder en regenten.

Het gaat slecht in Nederland.

• Slechte economie
• Nederland verliest de vierde zeeoorlog. Het wordt duidelijk dat de republiek niet veel meer voorstelt.
• Mooie baantjes worden verdeeld tussen de stadhouder en een kleine groep regenten: Oligarchie.
• Stadhouder en regenten krijgen de schuld van alle ellende.
  

Stadhouder Willem V (1751-1795)

• Stadhouder had geen absolute macht.
• Bepaalde wie er in het bestuur kwam.
  

1795 Fransen steken bevroren rivieren over en veroveren Nederland

Betaafse revolutie

Regenten dragen macht over aan de patriotten.

Verlichtingsidealen worden aangenomen:

• Verklaring rechten van de mens,
  
• scheiding kerk en staat,
  
• voorrechten gereformeerde kerk afgeschaft,
  
• joden en katholieken zelfde rechten,
  
• verkiezing voor Nationale Vergadering (parlement), Algemeen mannenkiestrecht.

Huiswerk

Paragraaf 4 A&B vragen maken.

Belangrijkste punten

Scheiding kerk & staat: Iedereen werd gelijk onder de wet, welk geloof je ook had.

Grondwet: Macht van koning werd beperkt

Burgerlijke stand: Register waarin alle personen en met wie ze getrouwd zijn wordne opgenomen.

Eenheidsstaat: Staat met overal dezelfde regels, vanuit een plek bestuurd.

Patriotten zijn...

1. Mensen die een koning steunen
2. Mensen die kritiek hadden op de stadhouder en regenten.
3. De Fransen
4. Mensen die de stadhouder en regenten steunden.

Het pamflet van Joan Derk van de Capellen was een directe/indirecte aanleiding voor de Bataafse Revolutie.

1. Direct
2. Indirect

Een stadhouder

1. Heeft absolute macht.
2. Heeft geen absolute macht.
3. Bestuurd alleen een stad.

Welke verlichtingsidealen zag je terug tijdens de Franse tijd in Nederland?