BERH: TH9 -BS1-BS3 Formatieve toets

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Thema 9 Planten

Formatieve toets BS1-BS3 

In de afbeelding zie je een dwarsdoorsnede van een deel van een blad.

Wat wordt aangegeven met nummer 2?

1. bastvat
2. houtvat
3. huidmondje
4. vezel

In de afbeelding zie je een dwarsdoorsnede van een deel van een blad.

Wat wordt aangegeven met nummer 1?

1. bastvat
2. houtvat
3. huidmondje
4. vezel

Welk gas gaat via het huidmondje uit bij fotosynthese?

1. koolzuur
2. zuurstof
3. koolstofdioxide
4. glucose

Hebben houtige stengels huidmondjes en/ bladgroenkorrels?

1. Ja/ nee
2. Ja/Ja
3. Nee/ Ja
4. Nee/Nee

Wat is de functie van bladgroenkorrels?

1. fotosynthese om energie uit suikers te halen
2. fotosynthese om energierijke stoffen te maken

In een ruimte worden een plant en een dier geplaatst zoals aangegeven in de figuren. Telkens doet men metingen bij 5 graden Celsius en bij 15 graden Celsius.

Bij welke opstelling is het koolstofdioxidegehalte het grootst?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

De vaten die water en energierijke stoffen vervoeren, zijn aangegeven met nummer...

1. 1
2. 2

Houtvaten

Bastvaten

Een kruidachtige plant is een plant die stevig is door...

1. vocht in de vacuolen
2. door houtstof

Een peen is een verdikte wortel die reservestoffen bevat.

Hoe komen de reservestoffen in de peen?

1. via bastvaten
2. via houtvaten
3. via haarvaten
4. via wortelharen

Wetenschappers in Australië zoeken naar nieuwe manieren om uit te vinden of er ergens goud in de bodem zit. Ze hebben ontdekt dat eucalyptusbomen goud uit de bodem kunnen opnemen. Dit goud is terug te vinden in de bladeren van die bomen.

Hoe komen deze gouddeeltjes vanuit de wortels in de
bladeren terecht?

1. alleen via bastvaten
2. alleen via houtvaten
3. zowel via bastvaten als via houtvaten

Vindt 's nachts verbranding plaats?

1. ja
2. nee

Voor de opbouw van welke voedingsstoffen gebruikt een plant nitraten?

1. eiwitten
2. koolhydraten
3. vetten
4. vitamines

Welke zijn de energierijke stoffen?

1. eiwitten, mineralen, vetten
2. alle stoffen
3. eiwitten, koolhydraten en vetten
4. vitaminen en eiwitten

Assimilatie is...

1. Opbouw
2. Afbraak

Wat is assimilatie?

1. omzetten van glucose in koolstofdioxide
2. omzetten van glucose in water
3. omzetten van glucose in een andere organische stof
4. omzetten van glucose in warmte

Twee hormoonklieren zijn de hypofyse en de schildklier. De hypofyse maakt het hormoon TSH. TSH beïnvloedt de schildklier. De schildklier maakt schildklierhormoon, dat de verbranding in de cellen van het lichaam stimuleert.

Wat is de doel van verbranding?

1. omzetten van glucose in koolstofdioxide
2. omzetten van glucose in water
3. omzetten van glucose in energie
4. omzetten van glucose in warmte

Het schildklierhormoon beïnvloedt de verbranding in de cellen van het lichaam. Dit proces is weergegeven in het volgende schema:

glucose + …(1)… >> energie + koolstofdioxide + …(2)…

Wat moet er op de plaatsen (1) en (2) worden ingevuld?

1. plaats (1): zuurstof plaats (2): water
2. plaats (1): koolstofdioxide plaats (2): water
3. plaats (1): zuurstof plaats (2): warmte
4. plaats (1): koolstofdioxide plaats (2): warmte

In de afbeelding zie je een boomstam met een ringwond. Bij een ringwond wordt het buitenste deel van de stam weggehaald tot aan het hout.

Heeft de ringwond gevolgen voor het transport van water en energierijke stoffen? Leg je antwoord uit.

1. Ja, want dit transport vindt plaats via de houtvaten en die zijn onderbroken.
2. Ja, want dit transport vindt plaats via de bastvaten en die zijn onderbroken.
3. Nee

In de afbeelding zie je een boomstam met een ringwond. Bij een ringwond wordt het buitenste deel van de stam weggehaald tot aan het hout.

Wat voor gevolg heeft de ringwond op de opslag van zetmeel in de wortels van deze boom kort nadat de ringwond is aangebracht?

In de binnenste cellaag van de koraalpoliepen leven algen (eencellige planten). Ongeveer 90 procent van de benodigde energierijke stoffen krijgt een poliep van de algen. De algen gebruiken afvalstoffen van de poliep voor hun stofwisseling. De algen in de cellen van een koraalpoliep maken twee stoffen die de poliep gebruikt voor de verbranding. Noem deze twee stoffen.

Wortelcellen nemen ‘vanzelf’ water op uit de bodem door de zuiging van de houtvaten. Dit kost geen energie. Voor de opname van sommige mineralen is wel energie nodig.

Hoe komen wortelcellen aan de benodigde energie?

De meeste planten houden van een luchtige bodem.

Leg uit dat planten minder mineralen kunnen opnemen als de bodem erg dicht is.