Periode 1 - Les 4 Communicatie

COMMUNICATIE
Theorie Algemeen
Les 4 - Communicatie




Docent: Wies Welhuis
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

COMMUNICATIE
Theorie Algemeen
Les 4 - Communicatie




Docent: Wies Welhuis

Slide 1 - Tekstslide

TERUGBLIKKEN

- Medium
- Feedback
- Interactie
- Soorten communicatie
- NIVEA

Slide 2 - Tekstslide

DOEL VAN DEZE LES
Aan het einde van deze les kun je de gesprekstechnieken 
- NIVEA
- gevoelsreflectie
- aandachtgevend gedrag
uitleggen én laten zien tijdens het oefenen laten zien tijdens het tweegesprek.

Slide 3 - Tekstslide

De vaardigheden op een rij
  1. Niet invullen wat je niet weet 
  2. Gevoelsreflectie
  3. Aandachtgevend gedrag
  4. Samenvatten en ordenen
  5. Open en gesloten vragen

Slide 4 - Tekstslide

De vaardigheden op een rij
  1. Niet invullen wat je niet weet 
  2. Gevoelsreflectie
  3. Aandachtgevend gedrag
  4. Samenvatten en ordenen
  5. Open en gesloten vragen

Slide 5 - Tekstslide

Gevoelsreflectie
Actief luisteren is niet alleen horen, maar juist aan de ander teruggeven dat er wordt geluisterd, door een reactie te geven.

"Actief luisteren is een manier van luisteren waarbij je in je reactie het gevoel of de behoefte van de ander verwoordt".

Gevoelsreflectie dus!

Slide 6 - Tekstslide

Pas hier voor op
Reacties als 'dat kan ik me goed voorstellen' of 'ik begrijp wat je bedoelt', zijn goed, maar ook wat beperkt.

Het kan onecht overkomen, want wie zegt dat je de ander echt goed begrijpt?

Om duidelijk te maken dat je iets écht begrijpt en écht voor kunt stellen, kun je het beste in je reactie het gevoel of de behoefte van de ander verwoorden.

Slide 7 - Tekstslide

Mevr. de Jager verkeert in onzekerheid of zij naar een verpleeghuis moet verhuizen. Ze zegt tegen jou als beroepskracht MZ: 'Als ik moet verhuizen naar een verpleeghuis, hoeft het voor mij allemaal niet meer'.

Hoe reageer jij op deze opmerking van mevr. de Jager?
A
Kop op hoor! Het heeft geen zin om bij de pakken neer te gaan zitten hoor. Het valt straks vast mee.
B
Zo denkt u er nu over, maar ik weet zeker dat u er straks anders over denkt.
C
Ik begrijp wat U bedoelt.
D
U ziet er erg tegenop om te verhuizen. Wat lijkt u daar zo erg aan?

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Testje
Omdat het lastig is precies duidelijk te krijgen wat gevoelsreflectie is, geven we hierna een aantal voorbeeld-casussen waarin jij als luisteraar de gevoelens van de ander gaat verwoorden.

Probeer het maar! Het is een oefening.

Slide 10 - Tekstslide

Collega: "Iedereen heeft me vandaag nodig. Ik word helemaal gek. Ik kom niet aan pauze toe en nu staat er alweer een cliënt op me te wachten"

Slide 11 - Open vraag

Cliënt: "Ik begrijp er niets van. Mijn man is altijd precies op tijd. Hij had er al lang moeten zijn"

Slide 12 - Open vraag

Cliënt: "Mijn werk is echt drie keer niks. Het enige wat ik moet doen, is dozen inpakken"

Slide 13 - Open vraag

Wat valt je op in de vorige voorbeelden?

  • Je brengt geen nieuwe informatie het gesprek in
  • Geen mening
  • Geen advies
  • Geen oplossing of analyse 

Als je actief luistert geef je alleen maar weer wat je uit de boodschap van de ander hebt opgemaakt, niets meer en niets minder.

Slide 14 - Tekstslide

Gevoelens teruggeven

Je voelt je onzeker?
Je voelt je schuldig?
Je bent boos.
Je voelt je opgelucht.
Gevoelens omschrijven

Je gaat liever niet?
Je voelt de behoefte om met de deuren te slaan.
Als je het overnieuw kon doen, had je het anders gedaan.

Slide 15 - Tekstslide

Maar let op:
Het precies benoemen van gevoelens werkt directer dan het omschrijven van gevoelens. Vaak werkt het daarom beter.

"Ik ben zo vreselijk geërgerd".
Het heeft geen zin om dan te zeggen: "Je bent vreselijk geërgerd".
Effect= "Ik zei het toch!!!!"
Je kunt dan beter zeggen: "Ik zie het aan je, je zou de computer wel uit het raam willen slingeren".

Slide 16 - Tekstslide

De vaardigheden op een rij
  1. Niet invullen wat je niet weet 
  2. Gevoelsreflectie
  3. Aandachtgevend gedrag
  4. Samenvatten en ordenen
  5. Open en gesloten vragen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

OEFENEN TWEEGESPREKJE
Wie: In tweetallen
Wat: Je voert een gesprek van +/- 3 á 5 minuten met de cliënt van jouw casus en probeert het onderliggende probleem te achterhalen.
Hoe: Gebruik de volgende gesprekstechnieken:
  • Gevoelsreflectie
  • NIVEA
  • Aandachtgevend gedrag
  • Draag NIET zelf een oplossing aan         
Tijd: 5 minuten per gesprek

Slide 19 - Tekstslide

DOEL BEHAALD?
Aan het einde van deze les kun je de gesprekstechnieken 
- NIVEA
- gevoelsreflectie
- aandachtgevend gedrag
uitleggen én laten zien tijdens het oefenen van het tweegesprek.

Slide 20 - Tekstslide

HUISWERK
Lezen:​

Communicatie MZ​
Thema 4, hoofdstuk 9 (feedback)

Slide 21 - Tekstslide