3.6

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

De parlementaire democratie

Paragraaf 3.6 

Bladzijde 50

Boek en laptop op tafel (dicht)

Programma

• Leerdoelen
• voorkennis
• Lezen 5.4 + filmpje
• LessonUp vragen
• Zelfstandig werken 5.4
• Afsluiting

Leerdoelen

• Ik weet wat een grondwet is
• Ik weet wat de scheiding der machten is (trias politica)
•  Ik weet dat de door de burgers gekozen parlement de hoogste macht heeft
• Ik weet wie en hoe je invloed uitoefent op de politiek

Voorkennis

1. Het parlement  de Eerste en  Tweede kamer samen
2. De regering is de Koning + staatssecretarissen
3. Het kabinet zijn de ministers + staatssecretarissen 

Voorkennis

1. Een ander woord voor de minister-president is de premier
2. Tijdens prinsjesdag wordt de troonrede voorgelezen en de miljoenennota gepresenteerd
3. Een staatssecretaris heeft als functie het controleren van de ministers

Voorkennis

1. Het liberalisme heeft als waarde solidariteit (klaarstaan voor anderen)
2. De christendemocraten heeft het christelijke geloof en de bijbel als uitgangspunten 
3. Populistische partijen beweren als enige 'de wil van het volk' te kennen en zeggen op te komen voor de belangen van de gewone mensen

Lezen

Lezen 3.6: bladzijde 50

Noem een voorbeeld van grondrechten

Wat is geen grondrecht?

1. Het recht op gelijke behandeling
2. Het recht op een goede baan
3. Vrijheid van meningsuiting
4. Vrijheid van religie

de Scheiding der Machten: Trias Politica

de rechtbanken

parlement

regering: premier + ministers

In Nederland kennen we scheiding der machten. Noem per afbeelding welke macht bij de afbeelding hoort. 

wetgevende macht

uitvoerende macht

rechtsprekende macht

Wat is het parlement?

1. De ministers + koning
2. Ministers + staatssecratarissen
3. De eerste en tweede kamer
4. De Tweede kamer + ministers

Welke drie dingen samen maakt dat Nederland een rechtstaat is?

Noem een voorbeeld van lobbyen
(persoonlijk contact zoeken met politici om iets duidelijk te maken/willen veranderen)

Zelfstandig werken

Lezen: paragraaf 3.6 (blz 50)

Maken: opdracht 1 t/m 13 (blz 52)

Klaar? Maken invulsamenvatting blz 60 

Leerdoelen

• Ik weet wat een grondwet is
• Ik weet wat de scheiding der machten is (trias politica)
•  Ik weet dat de door de burgers gekozen parlement de hoogste macht heeft
• Ik weet wie en hoe je invloed uitoefent op de politiek