Herhaling t/m unité 3

Révision
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Révision

Slide 1 - Tekstslide

Le programme
être/avoir
Article= lidwoord
Les chiffres = de nummers
Pronom possessif = bez vnw
Le temps = de tijd

Slide 2 - Tekstslide

être et avoir
kies het juiste werkwoord en zit het in juiste vorm

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Être of avoir? Maak de zin kloppend door het goede werkwoord te kiezen op de open plek.

_______________ un chien et trois chats à la ferme.
A
nous sommes
B
nous avons

Slide 5 - Quizvraag

Être of avoir? Maak de zin kloppend door het goede werkwoord te kiezen op de open plek.

Mon jean _______________ bleu et noir.
A
est
B
a

Slide 6 - Quizvraag

Zet de juiste vorm van het werkwoord être of avoir in de zin. (T2)
Mais Noa et Isabelle …………………à la cantine
A
avoir
B
a
C
sont
D
ont

Slide 7 - Quizvraag

Ik ben
A
Je suis
B
j'ai

Slide 8 - Quizvraag

Hij heeft
A
Elle a
B
on a
C
il est
D
il a

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

de vader
A
le père
B
la père

Slide 11 - Quizvraag

de tweeling
A
le jumeaux
B
les jumeaux
C
la jumeaux

Slide 12 - Quizvraag

de slaapkamer
A
le chambre
B
un chambre
C
la chambre
D
une chambre

Slide 13 - Quizvraag

een school
A
l'école
B
un école
C
le école
D
une école

Slide 14 - Quizvraag

voornamen
A
les prénoms
B
un prénome
C
des prénoms
D
prénoms

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Getallen. 15 =
A
Douze
B
cinquante
C
quatorze
D
quinze

Slide 17 - Quizvraag

de getallen... wat is: sept?
A
17
B
7
C
8
D
3

Slide 18 - Quizvraag

En nu de getallen!
Vertaal: 3
A
deux
B
trois
C
quatre
D
zéro

Slide 19 - Quizvraag

Schrijf de getallen voluit: 15 + 13 + 8
A
cinq + treize + huit
B
quinze + trois + huit
C
quinze + treize + huit
D
quinze + treize + wiet

Slide 20 - Quizvraag

Le pronom possessif
masculin (le)
féminin 
(la)
pluriel 
(les)
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn / haar
son 
sa 
ses

Slide 21 - Tekstslide

Choisis le bon pronom possessif:
(jouw)............maison
A
ton
B
ta
C
tes
D
t'

Slide 22 - Quizvraag

Choisis le bon pronom possessif:
(zijn) ..........soeurs
A
mes
B
les
C
ses
D
tes

Slide 23 - Quizvraag

Choisis le bon pronom possessif:
(jouw)............maison
A
ton
B
ta
C
tes
D
t'

Slide 24 - Quizvraag

mijn vriendin
A
ma amie
B
mon ami
C
ma ami
D
mon amie

Slide 25 - Quizvraag

Klokkijken

Slide 26 - Tekstslide


A
il est midi
B
il est minuit
C
il est douze heures

Slide 27 - Quizvraag

9:30
A
Il est neuf heures
B
Il est neuf heures et demie
C
Il est dix heures moins demie

Slide 28 - Quizvraag

7:45
A
Il est huit heures moins le quart
B
il est sept heures et trois quarts

Slide 29 - Quizvraag

Hoe vond je deze les?
Bijvoorbeeld: nuttig, leuk, leerzaam, etc

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide