De evolutie theorie in het kort: (kies 7 van de 10 opties)
Nieuwe genotypen ontstaat bij ................................ voortplanting.
Daardoor is het genotype van individuen van dezelfde soort
......................................... precies hetzelfde.
De eigenschappen van individuen van één soort zijn daardoor net iets verschillend.
Eigenschappen waardoor een individu een grotere overlevingskans heeft,
worden ...................................... doorgegeven aan nakomelingen.
Wanneer populaties van één soort worden gescheiden spreken we
van ........................................ . Ze passen zich eventueel aan en veranderen, uiteindelijk
kunnen ze niet meer met elkaar voortplanten.