Renaissance deel 2 teksten en schrijvers

Renaissance
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Renaissance

Slide 1 - Tekstslide

Grand Tour: 
- Studiereis naar Italie > inspireren renaissancekunst / klassieke kunst 

- Alleen voor rijken (dure trip) 

- P.C. Hooft 

Slide 2 - Tekstslide

Schrijvers en vormen van literatuur: 
Sonnet, puntdicht, acrostichon, limerick, klucht, komedie, tragedie, emblematiek

Schrijvers: 
P.C. Hooft, Bredero, Cats, Vondel en Huygens 

Slide 3 - Tekstslide

Werken: 
1. Gijsbrecht van Aemstel 
2. Warenar 
3. Klucht van de koe 
4. Klucht van de molenaer + een paar liederen van Bredero 
5. Scheepsjournaal van Bontekoe 
6. Wonderlicke Avontuer van twee goelieven 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hoeveel regels heeft een sonnet?
A
4
B
6
C
8
D
14

Slide 6 - Quizvraag

Wat is, bij een sonnet, een volta?
A
inhoudelijke wending
B
strofe van 8 regels
C
tegenstelling
D
verandering van vorm

Slide 7 - Quizvraag

Het rijmschema van een sonnet kent een aantal variaties, maar het meest standaard is ...
A
ABAA ABAA CDD DCD
B
ABBA ABBA CDC DCD
C
AABB AABB DCD DCD
D
ABCD ABCD CDC DCD

Slide 8 - Quizvraag

Wat is emblematiek?
A
stripverhaal
B
cartoon
C
Plaatje met een les
D
dichtvorm

Slide 9 - Quizvraag

Uit welke onderdelen bestaat een embleem?
A
praatje, subtitel, motto
B
pictura, subscriptio, plaatje
C
pictura, motto, subscriptio
D
praatje, motto, uitleg

Slide 10 - Quizvraag

Muiderkring
Plaats waar schrijvers en dichters samenkwamen om poezie, toneel en werken te schrijven

Slide 11 - Tekstslide

puntdicht
kort gedicht
kenmerken
zet aan tot denken
kritisch of ironisch

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Limerick

Een limerick bestaat uit vijf regels.

In de eerste regels staat altijd een plaatsnaam.

Een limerick heeft vaak een grappige inhoud.

Vaak een verrassend einde of een wending. 

Het rijmschema is AABBA. 

Het aantal lettergrepen per regel staat vast.
Vorm van een puntdicht. 

Slide 14 - Tekstslide

Limerick

Slide 15 - Tekstslide

Acrostichon
Een acrostichon ofwel een naamgedicht is een gedicht waarvan de eerste letters van de zinnen een naam, woord of zin vormen. De bekendste acrostichon in het Nederlands is het Wilhelmus. 

Slide 16 - Tekstslide

ACROSTICHON - HET WILHELMUS

Slide 17 - Tekstslide

Een kort gedicht met een humoristische inhoud noem je een ...
A
puntdicht
B
limerick
C
sonnet
D
acrostichon

Slide 18 - Quizvraag

Het rijmschema van een limerick is meestal
A
ababa
B
aabbb
C
aabaa
D
aabba

Slide 19 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een limerick?
A
Het heeft een vast rijmschema.
B
In de eerste regel wordt vaak een naam en plaats genoemd.
C
Een limerick is een puntdicht.
D
Het heeft meerdere strofen.

Slide 20 - Quizvraag

Acrostichon?
A
Een acrobatische act tijdens een toneelstuk
B
Een gedicht waarbij de eerste letters van de regels een woord vormen
C
Een decorwissel tijdens een toneelstuk
D
Een verhaal waarin de Griekse oudheid centraal staat

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noem je de volgende dichtsoort?
'Een doedelzakspeler in Glasgow
die zei op een dag " wat is dat nou ?
mijn kilt die is zoek
en ik heb ook geen broek
nu speel ik straks bloot in de vrieskou'

A
sonnet
B
puntdicht
C
acrostichon
D
limerick

Slide 22 - Quizvraag

Gevoel hier, iets dieps in mij.
Een moment van vreugde, volmaaktheid, blij.
Later zal het overgaan, het gaat voorbij.
Uit mijn leven springen, als een kuiken uit een ei.
Komt en gaat, maar is nu bij mij.
A
Puntdicht
B
Limerick
C
Acrostichon
D
Geen van allen

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Het scheepsjournaal van Bontekoe

Slide 28 - Tekstslide

Wonderlicke Avontuer van twee goelieven 

Slide 29 - Tekstslide

Welk boek lijkt je het leukst?
Gijsbrecht
Warenar
Klucht van de koe
Klucht van de molenaer
Scheepsjour-naal van Bontekoe
Wonderlicke Avontuer van twee goelieven

Slide 30 - Poll

Vragenrondje
wat is jou nog niet duidelijk?

Slide 31 - Tekstslide

Ik heb de uitleg:
A
niet begrepen
B
beetje begrepen
C
goed begrepen
D
heel goed begrepen

Slide 32 - Quizvraag