3.3 Moleculaire stoffen

Eigenschappen van moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen bevatten alleen niet-metaal atoomsoorten. 

Moleculaire stoffen geleiden geen stroom. 

Moleculaire stoffen hebben meestal een laag kookpunt en smeltpunt. 

 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Eigenschappen van moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen bevatten alleen niet-metaal atoomsoorten. 

Moleculaire stoffen geleiden geen stroom. 

Moleculaire stoffen hebben meestal een laag kookpunt en smeltpunt. 

 

Slide 1 - Tekstslide

3.3 Moleculaire stoffen

Slide 2 - Tekstslide

Voorvoegsels bij moleculaire stoffen

Slide 3 - Tekstslide

Naamgeving moleculaire stoffen

Slide 4 - Tekstslide

Naamgeving moleculaire stoffen
Naam atoom 1 + naam atoom 2 EN rekening houden met aantal atomen!
Het aantal krijgt een Griekse voorvoegsel:
1 = mono                                                            VOORBEELD:
2 = di                                                                    P2O5         P = fosfor, is er 2x dus di
3 = tri                                                                                        O = oxide, is er 5x dus penta
4 = tetra                                                                dus: difosforpentaoxide
5 = penta
6 = hexa                              LET OP: O = oxide (ipv zuurstof), S = sulfide (ipv zwavel)

Slide 5 - Tekstslide

Naamgeving moleculaire stoffen 
(bestaan uit atomen die aan elkaar verbonden zijn)

Formule - triviale naam - systematische naam
H2O             water                   diwaterstofmono-oxide
CO            koolzuur             koolstofdioxide
N2O             -                             distikstofmono-oxide




Slide 6 - Tekstslide

Wat is de naam van CBr4?
A
koolstoftetrabromide
B
koolstoftetrabroom
C
koolstof(IV)broom
D
methaan

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de systematische naam van:
CF4
A
Koolstoftetrafluoride
B
Koolstofpentafluoride
C
Koolstoftetrafosfide
D
Monokoolstoftetrafluoride

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de systematische naam van
NF3
A
Stikstoffluoride
B
Stikstofdifluoride
C
Tristikstoffluoride
D
Stikstoftrifluoride

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de systematische naam van
S2O2
A
Dizwaveldioxide
B
Dizwaveldizuurstof
C
Zwaveldioxide
D
Zwavelzuurstof

Slide 10 - Quizvraag


Wat is de systematische naam van SO2?
A
zwaveltrioxide
B
zwavelmono-oxide
C
zwaveldioxide
D
zwaveltetraoxide

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de systematische naam van:

SO3
A
Monozwaveltrizuurstofide
B
Zwaveltrioxide
C
Trizwaveltrizuurstof
D
Trizwaveloxide

Slide 12 - Quizvraag

geef de systematische naam van
Cl2O3
A
dichlorotrioxide
B
chloortrioxide
C
dikoolstoftrioxide
D
dichloortrioxide

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de systematische naam van H2O2?
A
monowaterstofdioxide
B
monowaterstofmono-oxide
C
diwaterstofdioxide
D
diwaterstofmono-oxide

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak paragraaf 3.3

Slide 15 - Tekstslide