Hoofdstuk 1.3 - reserveren

Hoe welvarend ben jij?
herhaling vorige les
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe welvarend ben jij?
herhaling vorige les

Slide 1 - Tekstslide

Begroting
Inkomsten
Uitgaven
Inkomen uit arbeid
Dagelijkse uitgaven
Inkomen uit bezit
Vaste lasten
Inkomen uit overdracht
Incidentele uitgaven

Slide 2 - Sleepvraag

Geld dat je ontvangt van de overheid zonder dat je er iets voor doet
A
loon
B
salaris
C
kleedgeld
D
uitkering

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het doel van een begroting?
A
Een begroting zorgt ervoor dat je genoeg geld uitgeeft.
B
Een begroting dient als bewijs voor de belastingdienst
C
Een begroting geeft je inzicht in je toekomstige inkomsten en uitgaven.
D
Een begroting is een goede oefening in hoofdrekenen.

Slide 4 - Quizvraag

Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Huur
Vakantie
Meubels
Energie
Verzekering
Cadeautjes
Uitgaan
Persoonlijke verzorging
Boodschappen

Slide 5 - Sleepvraag

Daan moet de contributie van €50,-bij de voetbalclub per kwartaal betalen.
Hoeveel is dit per maand?

Slide 6 - Open vraag

Hoe welvarend ben jij?
Reserveren

Slide 7 - Tekstslide

Waarom zou je geld reserveren voor een toekomstige uitgaven?

Slide 8 - Woordweb


Noem een grote uitgave waarvoor je zou willen/kunnen sparen.

Slide 9 - Open vraag

Leerdoelen
Je kan een reservering berekenen

Slide 10 - Tekstslide

Geld opzij zetten

Benodigd bedrag : aantal maanden = reservering
                                                                 per maand
Voorbeeld
Je wil over een jaar een nieuwe telefoon van €760 kopen. Van je ouders krijg je € 100. Hoeveel moet je per maand reserveren?
  • € 760 - € 100 = € 660 // €660 : 12 maanden = € 55
Aantekening

Slide 11 - Tekstslide

Zoek op internet hoeveel het product kost waarvoor je zou willen sparen. 

Bereken wat je per maand moet sparen om dit product over 2 jaar te kunnen kopen. 
Opdracht
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide


Je hebt net uitgerekend wat je per maand moet sparen om iets over 2 jaar te kunnen kopen. Heb je dat ervoor over? Leg uit waarom.

Slide 13 - Open vraag

Bedankt!

Volgende les gaan we aan de slag met 1.4! 
Einde

Slide 14 - Tekstslide