Wiederholung Kapitel 5 & 6

Wiederholung Kapitel 5 & 6
Ein- oder eine?
Verben auf -d und -t
(fe)esttenten
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wiederholung Kapitel 5 & 6
Ein- oder eine?
Verben auf -d und -t
(fe)esttenten

Slide 1 - Tekstslide

die Lernziele
Am Ende der Stunde kannst/kennst du...
... de theorie uit Kapitel 5 toepassen. 
... de theorie uit Kapitel 6 toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Differenzierung
Gruppe Schwarz: doorloop de uitleg en opdrachten vanaf slide 5 zelfstandig.

Gruppe rot: luister mee met de uitleg en maak de opdrachten vanaf slide 8.

Gruppe gold: uitleg + samen oefenen.

Slide 3 - Tekstslide

Hausaufgaben checken
Aufgabe 11, 12 & 13 kontrollieren (Seite 18) 

Gruppe Schwarz: alle opdrachten in lessonup af, minder dan 2 fout bij de opgaven.
Gruppe rot: niet alle opdrachten af / meer dan 2 fout
Gruppe gold: niet alle opdrachten af / meer dan 4 fout

Slide 4 - Tekstslide

Grammatik Kapitel 5 üben
ein- oder eine?
HGL: bezittelijke vnw.

Slide 5 - Tekstslide

Grammatik: die Artikel (lidwoorden)
  • Mannelijk: ein         ein Mann, ein Freund, ein Stier

  • vrouwelijk: eine       eine Frau, eine Kuh, eine Blume

  • onzijdig  : ein         ein Kind, ein Haus, ein Programm

  • meervoud: keine        keine Kinder, keine Probleme

Slide 6 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden - HGL 2

Slide 7 - Tekstslide

ein of eine?

Stier
A
ein
B
eine

Slide 8 - Quizvraag

ein oder eine?
A
ein Apfel
B
eine Apfel

Slide 9 - Quizvraag

ein oder eine?
A
ein Bäckerei (v.)
B
eine Bäckerei (v.)

Slide 10 - Quizvraag

Kies uit 'ein' of 'eine'
A
ein Katze
B
eine Katze

Slide 11 - Quizvraag

Kies uit 'ein' of 'eine'
A
ein Glas
B
eine Glas

Slide 12 - Quizvraag

ein of eine: Schwester
A
ein
B
eine

Slide 13 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: haar
A
unser
B
euer
C
ihr
D
sie

Slide 14 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: uw
A
Ihr-
B
ihr-
C
dein
D
euer

Slide 15 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwoord:
zijn
A
sein(e)
B
ihr(e)
C
mein(e)
D
dein(e)

Slide 16 - Quizvraag

0

Slide 17 - Video

Pass auf!
Eindigen de volgende werkwoorden met een -d of -t? 

-> Hanteer daarna het goede stappenplan.

Slide 18 - Tekstslide

Vervoeg het werkwoord: finden. Schrijf eerst de personen op.
Tip: -dtje, -tje extra -etje

Slide 19 - Open vraag

Er ( finden )
A
findt
B
findet
C
find
D
finden

Slide 20 - Quizvraag

(Hij).... arbeiten
A
Er arbeitt
B
Er arbeit
C
Er arbeitst
D
Er arbeitet

Slide 21 - Quizvraag

Voltooid deelwoord van 'chatten'?
A
gechatten
B
gechat
C
gechattet
D
gechatted

Slide 22 - Quizvraag

Alex, wo arbeit_____ du?
A
e
B
en
C
est
D
et

Slide 23 - Quizvraag

Wie find_____ er deine neue Hose?
A
e
B
en
C
est
D
et

Slide 24 - Quizvraag

Welk van deze werkwoorden heeft een stam die eindigt op -d of -t?
A
arbeiten
B
Tennis spielen
C
kommen
D
dürfen

Slide 25 - Quizvraag

Ihr ... aber viel!
A
chattest
B
chattet
C
chatst
D
chattert

Slide 26 - Quizvraag

arbeiten
du....
A
arbeite
B
arbeitest
C
arbeitst
D
arbeitet

Slide 27 - Quizvraag

Er ... ... (... spielen)
A
habe gespielt
B
hatt gespield
C
hat gespield
D
hat gespielt

Slide 28 - Quizvraag

Pass auf!
Dit werkwoord eindigt niet met -d of -t in de stam. Daarom dus geen extra e!

Slide 29 - Tekstslide

Ich lieb...
(Fe)esttenten
timer
0:20
A
liebe
B
lieben
C
liebes
D
liebt

Slide 30 - Quizvraag


machen: ik
A
ihr macht
B
ich mache
C
ihr mache
D
ich macht

Slide 31 - Quizvraag

machen (ihr)
uitleg/antwoord
machen -> 
stam = mach ->
ihr = -t ->
macht
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen

Slide 32 - Quizvraag

(spielen) er ...
A
spiele
B
spielst
C
spielt
D
spielen

Slide 33 - Quizvraag

(lieben) Sie ...
A
liebe
B
liebst
C
liebt
D
lieben

Slide 34 - Quizvraag

Wortschatz Kapitel 6 üben
Gut gemacht! Steek nu je vinger op en haal de volgende opdracht op bij de docent. 

Spiel: Wodoku!

Slide 35 - Tekstslide

Informationen

Slide 36 - Tekstslide

Gut gemacht!
Maak nu de oefentoets van Kapitel 5 en 6. 
Ben je klaar, dan kun je voor jezelf gaan leren voor de toets.

Viel Erfolg!

Slide 37 - Tekstslide

Prüfung Kapitel 5 + 6 
Lernen (boek A): Seite 168 bis 170
Lernen (boek B): Seite 26 + 27
Notizen

Slide 38 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden op -t/-d in de stam zijn...
A
makkelijk
B
moeilijk
C
redelijk te doen
D
abracadabra

Slide 39 - Quizvraag