Les 24, Triclinium

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Voor de maaltijd wasten de Romeinen
A
hun handen
B
hun voeten
C
hun handen en voeten
D
noch hun handen, noch hun voeten

Slide 4 - Quizvraag

Welke term wordt gebruikt voor de eetkamer in een Romeinse domus?
A
tablinum
B
triclinium
C
cubiculum
D
taberna

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat klopt er niet aan de afbeelding?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk een reden waarom de Romeinen
in het zomertriclinium gemetselde
aanligbedden gebruikten.

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat is jouw favoriete 3-gangenmenu?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

MC oefening les 22 t/m 24
zorgvuldig vertalen

Slide 17 - Tekstslide

Echo ultima verba, quae alii homines dixerant, repetebat.
A
Echo herhaalde het laatste woord, dat een mens had gezegd.
B
Echo herhaalde de laatste woorden van mensen, die ze zeiden.
C
Echo herhaalde de laatste woorden, die andere mensen hadden gezegd
D
Echo herhaalde de laatste woorden, die een ander mens had gezegd.

Slide 18 - Quizvraag

Quid Daphne dixit Apollini?
A
Quid is acc.ev. onz. en betekent: wie?
B
quid is nom.ev.onz. en betekent : wat?
C
quid is acc..ev.onz. en betekent : wat?
D
quid is acc.ev.m. en betekent: wie?

Slide 19 - Quizvraag

Successus, qui multa latifundia possidebat, vir dives erat.
A
Successus, die veel landgoederen bezit, is een rijk man.
B
Successus, die veel landgoederen bezat, was een rijk man.
C
Successus was een rijk man, omdat hij veel landgoederen bezit.
D
Successus is een rijk man en hij bezit veel landgoederen.

Slide 20 - Quizvraag

Quam puellam, quam vides vinum in mensam ponere, Iris est?
A
Welk meisje, dat je wijn op de tafel ziet plaatsen, is Iris?
B
Welk meisje, dat wijn op de tafel kon plaatsen, is Iris?
C
Het meisje, dat je wijn op de tafel ziet plaatsen, is Iris.
D
Wie is het meisje, dat je wijn op de tafel ziet plaatsen, is dat Iris?

Slide 21 - Quizvraag

Severum iuvat puellam pulchra forma aspicere.
A
Het bevalt Successus het mooie meisje met haar schoonheid te zien.
B
Het bevalt Successus het meisje met haar mooie gestalte te zien.
C
Het beviel Successus het meisje met haar mooie gestalte te zien.
D
Het bevalt Successus dat het meisje met haar mooie gestalte hem ziet.

Slide 22 - Quizvraag

Dei Narcissum puniverunt ob superbiam, qua omnes puellas spreverat.
A
De goden straffen Narcissus, vanwege de arrogantie die alle meisjes had afgewezen.
B
De goden straften Narcissus, vanwege de arrogantie die alle meisjes had afgewezen.
C
De goden straften Narcissus, vanwege de arrogantie waarmee hij alle meisjes had afgewezen.
D
De goden straffen Narcissus, vanwege de arrogantie die alle meisjes afwees.

Slide 23 - Quizvraag

Qui est iuvenis, quem in thermopolio vidimus?
A
Wie is de jongeman, die we in de snackbar zien?
B
Wie is de jongeman, die we in de snackbar zagen?
C
Welke jongeman is het, die wij in de snackbar zien?
D
Welke jongeman is het, die wij in de snackbar hebben gezien?

Slide 24 - Quizvraag

Cuius puellae imaginem in pictura vides?
A
Van wie zie je de afbeelding op het schilderij van het meisje?
B
Van welk meisje zie je de afbeelding op het schilderij?
C
Van welk meisje zien jullie de afbeelding op het schilderij?
D
Welke afbeelding van welk meisje zie je op het schilderij?

Slide 25 - Quizvraag