De bijvoeglijke bijzin
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
1. determineer qui
A
nom. m. enk. van qui
B
nom. m. mv. van qui
C
nom. o. enk van qui
D
nom. o. mv. van qui
Slide 2 - Quizvraag
Extra bij zin 1:
oppugnaverat: welke tijd?
oppugnaverat: welke tijd?
A
perfectum
B
plusquamperfectum
C
futurum exactum
D
imperfectum
Slide 3 - Quizvraag
Extra bij zin 1:
oppugnaverat is ... ten opzichte van de hoofdzin?
oppugnaverat is ... ten opzichte van de hoofdzin?
A
voortijdig
B
gelijktijdig
C
natijdig
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
3. quem: functie: ... bij ....
A
O bij audebat
B
LV bij audebat
C
O bij rumpere
D
LV bij rumpere
Slide 6 - Quizvraag
4. vir, ... habet: functie
A
O
B
LV
C
MV
D
NWD
Slide 7 - Quizvraag
4. Vertaal vlot: vir... procedat
Slide 8 - Open vraag
5. cuius: determineer
A
gen. m. enk.
B
gen. v. enk.
C
gen. o. enk.
D
dat. o. enk.
Slide 9 - Quizvraag
6. Vertaal vlot: Quicumque audiut...
Slide 10 - Open vraag
7. geef het antecedent van quae
A
me
B
ea
C
familia
D
ortum
Slide 11 - Quizvraag
7. geef de functie van quae
A
O bij ortum
B
O bij deiecit
C
LV bij ortum
D
LV bij deiecit
Slide 12 - Quizvraag
8. qui: welke functie
A
O bij circumstabant
B
V bij circumstabant
C
O bij videbatur
D
V bij videbatur
Slide 13 - Quizvraag
8. Nonnullis Romanis, qui circumstabant: welke functie
A
O bij circumstabant
B
V bij circumstabant
C
O bij videbatur
D
V bij videbatur
Slide 14 - Quizvraag
9. Geef het antecedent van quem
timer
1:00
Slide 15 - Open vraag
10. vlotte vertaling: ob quam victoriam
timer
1:00
