3.4 Formules met letters

3.4 Formules met letters
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

3.4 Formules met letters

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning

  • Nakijken
  • Leerdoelen
  • Uitleg 3.4 formules met letters
  • Oefenopgave
  • Aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgaven nakijken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgaven nakijken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgaven nakijken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgaven nakijken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgaven nakijken

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgaven nakijken

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgaven nakijken

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Weten wat letters in formules zijn
  • Weten wat 5d betekent

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vb. woordformules
Kosten taxi = €15 + 0,40* aantal gereden kilometers

Ik rij met de taxi 6,15 km. Hoeveel geld ben ik kwijt? 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vb. woordformules
Kosten taxi = €15 + 0,40* aantal gereden kilometers

Ik rij met de taxi 6,15 km. Hoeveel geld ben ik kwijt? 


Is dit mijn antwoord?
15+0,406,15=17,46

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vb. woordformules
Kosten taxi = €15 + 0,40* aantal gereden kilometers

Ik rij met de taxi 6,15 km. Hoeveel geld ben ik kwijt? 


 Ik moet €17,46 betalen voor de taxi. 
15+0,406,15=17,46

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als we nu het voorbeeld van daarnet nemen?

Kosten taxi = €15 + 0,40* aantal gereden kilometers.

Dan zie je dat dit een lange uitgebreide formule is!

Wiskundige zijn lui!! 
Waarom zoveel woorden?
Waarom die vermenigvuldigingspunt?  
zooo raaaarrr..... want waarom dan wel antwoorden met een zin? DAT MOET!!!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dat klopt dit kan anders

Kosten taxi = €15 + 0,40* aantal gereden kilometers.

Kosten taxi = B
aantal kilometers = a

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dat klopt dit kan anders

Kosten taxi = €15 + 0,40* aantal gereden kilometers.

Kosten taxi = B
aantal kilometers = a


En die vermenigvuldigingspunt dan? Lui!!
B=15+0,40a

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dat klopt dit kan anders

Kosten taxi = €15 + 0,40* aantal gereden kilometers.

Kosten taxi = B
aantal kilometers = a


En die vermenigvuldigingspunt dan? Lui!!
B=15+0,40a
B=15+0,40a

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wij hebben nu een woordformule omgezet naar een letterformule
Kosten taxi = €15 + 0,40* aantal gereden kilometers.
is geworden 
B = €15 + 0,40a  


Letters in de wiskunde heten Variabelen.
De waarde van deze letters kunnen namelijk variëren. De a kan staan voor 10km of 20km of 138km
Dit kost mij veel minder moeite

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de volgende woordformule om naar een letter formule
aantal zitplaatsen = (40+1) * aantal bussen

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

a. 

b. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lengte van de kaars is met de volgende formule te berekenen: L = 50- 2,5h
L= lengte en h= uur
Bereken de lengte na 12 uur branden
timer
1:00

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

We gebruiken letters om handiger te kunnen rekenen
B = €15 + 0,40a was het voorbeeld 

0,40a betekend dus eigenlijk 0,40*a 

tussen cijfers blijft het keer teken staan
tussen een letter en een cijfer niet
Vanaf nu schrijven wij dus ..............

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is juist?
A
3a
B
3a

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mag je 7∙3 verkorten? (dus zonder vermenigvuldigingsteken)
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Formules met letters
Formules zonder een verhaal 
Bereken 8 - 4n voor n = 5



Slide 25 - Tekstslide

De lege regels worden ingevuld door beschrijvingen op het bord
Formules met letters
Formules zonder een verhaal 
Bereken 8 - 4n voor n = 5




845=

Slide 26 - Tekstslide

De lege regels worden ingevuld door beschrijvingen op het bord
Formules met letters
Formules zonder een verhaal 
Bereken 8 - 4n voor n = 5




845=
845=820=

Slide 27 - Tekstslide

De lege regels worden ingevuld door beschrijvingen op het bord
Formules met letters
Formules zonder een verhaal 
Bereken 8 - 4n voor n = 5




845=
845=820=
845=820=12

Slide 28 - Tekstslide

De lege regels worden ingevuld door beschrijvingen op het bord
Nu jullie aan de slag
Maken opgaven 47, 48, 49, 51, 53, 54, 55, 57.

Je bent eerst 10 minuten in stilte aan het werk!
Voor vragen kom je één voor één naar mij.
Na het stilte werken mag je fluisterend overleggen met buur.

Alles wat niet af is wordt huiswerk! 
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies