3.1 Handel & Kolonialisme

H3 Nederland en Indonesië
    §3.1 Handel en kolonialisme
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H3 Nederland en Indonesië
    §3.1 Handel en kolonialisme

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Voorkennis Indonesië
  • Standplaatsgebondenheid
  • Histoclip Indonesie
  • Aan de slag
  • Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Herken jij deze VOC producten?
Koffie
Gember
Thee
Kruidnagel
Anijs
kaneel
Peper

Slide 3 - Sleepvraag

Wat is een gouverneur-generaal?
A
De militair leider van de VOC
B
De leider van de marine van de VOC
C
Hoogste Nederlandse bestuurder in Indië
D
De coach van de VOC

Slide 4 - Quizvraag

§3.1 Handel en kolonialisme
Deze les:
  • Waarom zocht Nederland de route naar Indonesië?
  • Waarom gaan mensen op ontdekkingsreis?
  • In hoeverre was de reis van C. de Houtman succesvol?
  • Stelling: Dingen die met de slavernij hebben te maken moeten worden verwijderd

Slide 5 - Tekstslide

Histoclip
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland invloed wilde behouden in Nederlands-Indië

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Histoclip
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland invloed wilde behouden in Nederlands-Indië

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Stelling: Ik vind het goed dat dingen die met de slavernij te maken hebben worden verwijderd. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is standplaatsgebondenheid?
  • Standplaatsgebondenheid: Iedereen kijkt door eigen ogen naar het verleden (heeft zijn eigen waarheid). 
  • Dit hangt af van je geslacht, woonplaats, tijd waarin je leeft, maatschappelijke positie.

Slide 11 - Tekstslide

Ik vind Zwarte Piet racistisch.
Eens
Oneens

Slide 12 - Poll

Eigenlijk vind ik Roetveegpiet niet zo erg
Eens
Oneens

Slide 13 - Poll

Jan Pieterszoon Coen Held of schurk?
  • Iedereen krijgt een blad met de opdracht
  • We nemen samen de opdracht een keer door. 
  • Maak het stencil verder af. Wanneer iedereen klaar is gaan we het bespreken
  • Klaar? Werk verder met opdracht 18 t/m 24 (bladzijdes 22 t/m 27)
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maak van introductie 1 t/m 3 en de voorkennis (blz. 86 en 87)
  • Lees de tekst op blz. 88 t/m 89
  • Maken: 1 t/m 12 van 3.1 
  • Hoe: Rustig overleggen met je degene naast je.
  • Kom je er niet uit, steek dan je vinger op en kom ik bij je.
  • Klaar? Ga oefenen/leren voor het proefwerk van H1 + H2 (denk aan doelenlijst doornemen, woordkaartjes, samenvatten)
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Een bewering:
De reis van Cornelis de Houtman was voor Nederland wel een succes, maar voor de Indonesiërs niet.
Leg dit uit.

Slide 16 - Open vraag

Hoe zouden Nederlanders in de 17e eeuw gedacht hebben over Jan Pieterszoon Coen? Meer een held of een schurk?
A
Held
B
Schurk

Slide 17 - Quizvraag

Een bewering:
De reis van Cornelis de Houtman was voor Nederland wel een succes, maar voor de Indonesiërs niet.
Leg dit uit.

Slide 18 - Open vraag

H3 Nederland en Indonesië
    §3.1 Handel en kolonialisme

Slide 19 - Tekstslide

Les 2

Slide 20 - Tekstslide

H3 Nederland en Indonesië
    §3.1 Handel en kolonialisme

Slide 21 - Tekstslide

Programma
  • Vorige les - lessonup
  • Nakijken opdrachten
  • Video: Nederlands-Indië
  • Aan de slag
  • Terugblik

Slide 22 - Tekstslide

Leg met behulp van een voorbeeld uit wat standplaatsgebondenheid betekent.
  • Je kunt uitleggen wat de VOC betekent
  • Waarom zocht Nederland de route naar Indonesië?
  • Waarom gingen/gaan mensen op ontdekkingsreis?
  • In hoeverre was de reis van C. de Houtman succesvol?

Slide 23 - Tekstslide

Wat is standplaatsgebondenheid?
  • Standplaatsgebondenheid: Iedereen kijkt door eigen ogen naar het verleden (heeft zijn eigen waarheid). 
  • Dit hangt af van je geslacht, woonplaats, tijd waarin je leeft, maatschappelijke positie.

Slide 24 - Tekstslide

Nakijken
Doe je boek open op bladzijde 92 en 93
Pak je schrift en pen erbij.
Op het bord komen de antwoorden te staan.

Slide 25 - Tekstslide

§3.1 Handel en kolonialisme
Deze les:
  • Je kunt uitleggen waarom het cultuurstelsel werd ingevoerd
  • Je kunt gevolgen noemen van het cultuurstelsel
  • Je kunt met behulp van een voorbeeld uitleggen wat Modern Imperialisme betekent.
  • Je kunt uitleggen waarom wij invloed willen houden in Nederlands-Indië

Slide 26 - Tekstslide

Histoclip
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland invloed wilde behouden in Nederlands-Indië

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Histoclip
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland invloed wilde behouden in Nederlands-Indië

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag
Lezen blz. 90 
Maken: 9 t/m 12 (blz. 94).
Overleg zachtjes met degene naast je. Muziek mag
Klaar? Probeer een samenvatting van 3.1 te maken. Hoe maak je een goede samenvatting? Wat heb je daarvoor nodig?


Slide 30 - Tekstslide

Even herhalen
  • Hoe is de VOC ontstaan?
  • Wat was het cultuurstelsel?
  • Wat was het modern imperialisme?
  • Leg met behulp van een voorbeeld uit wat standplaatsgebondenheid betekent. 

Slide 31 - Tekstslide

Spotprent
1. Leg aan de hand van de spotprent uit dat dit een voorbeeld is van Modern Imperialisme.

Slide 32 - Tekstslide

Het einde van de VOC
  • 1799: VOC failliet 
  • Nederlandse regering nam alle bezittingen en schulden van de VOC over. 
  • Van de VOC gebieden werd de kolonie Nederlands Indië gemaakt.
  • Indische vorsten waren het vaak niet eens met het Nederlandse bestuur. 

Soldaat van het KNIL 

Slide 33 - Tekstslide

Geld verdienen
1830: Het cultuurstelsel wordt ingevoerd -->
  • Boeren moeten 1/5 deel van hun oogst inleveren en nog extra werk doen voor de Nederlanders. 

Werken op de rijstvelden

Slide 34 - Tekstslide

Geld verdienen
  • De Nederlandse regering en Indische vorsten verdienden erg veel geld met het cultuurstelsel. 
  
  • Maar boeren verdienden bijna niks en konden niet genoeg op hun eigen land werken. Er ontstonden zelfs grote hongersnoden!
Werk op de suikkerrietplantages was erg zwaar

Slide 35 - Tekstslide

Europa de baas
In de 19de en 20e eeuw streefden Europese landen naar een heel groot imperium (rijk).
 Waarom?
  • Door de industrialisatie hadden de landen steeds meer grondstoffen nodig. 
  • Engeland wilde het machtigste land zijn, maar Duitsland en Frankrijk ook! 
  • Veel Europeanen vonden de Europese cultuur de beste, die moest verspreid worden. (cultuur is taal/geloof/gewoontes/tradities)

Slide 36 - Tekstslide

Europa de baas
  • Nederland deed pas laat mee. Nederland had lang alleen Java en de Molukken.  Nu nemen ze een groot deel van Nederlands Indie in. En natuurlijk Suriname.
  • Pas toen grondstoffen werden ontdekt op de andere eilanden, werden die ook gekoloniseerd.  

Engeland strekt zijn tentakels uit over de wereld

Slide 37 - Tekstslide