Tekststructuren H1 - Probleem/oplossing, Verklaring, verleden/heden H3

Vaste tekststructuren (3H)
Vaste tekststructuren

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vaste tekststructuren (3H)
Vaste tekststructuren

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 2 - Open vraag

Noem één of meer signaalwoorden

Slide 3 - Woordweb

Welke tekstverbanden in een tekst ken je?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Tekststructuren
  1. Probleem-oplossingsstructuur
  2. Verklaringsstructuur
  3. Verleden-heden-toekomststructuur

Slide 6 - Tekstslide

Probleem/oplossingstructuur
  • Inleiding: probleem
  • Middenstuk: gevolgen / oorzaken / oplossingen
  • Slot: de beste oplossing / samenvatting / aanbeveling

Probleem-oplossingsstructuur (bijv. een artikel met de titel "Wat kunnen we doen om een hoge elektriciteitsrekening te voorkomen?")

Slide 7 - Tekstslide

De verklaringsstructuur
  • Inleiding: bepaald verschijnsel
  • Middenstuk: kenmerken / voorbeelden verklaringen / oorzaak / reden
  • Slot: samenvatting

Verklaringsstructuur (bijv. een artikel met de titel "Hoe komt het dat de hoge gasprijs  de kosten van elektriciteit beïnvloedt?" 

Slide 8 - Tekstslide

Verleden-heden-(toekomst)structuur
  1. Inleiding: introductie onderwerp
  2. Middenstuk: situatie vroeger, situatie nu (of: ontwikkeling van vroeger naar nu)
  3. Slot: conclusie of voorspelling over de situatie in de toekomst.

Verleden-heden-toekomststructuur (bijv. een artikel met de titel "Hoe ging men in het verleden om met stijgende energiekosten?")

Slide 9 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?
probleem/oplossingsstructuur
verklaringsstructuur
verleden/hedenstructuur

Slide 10 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?
probleem/oplossingsstructuur
verklaringsstructuur
verleden/hedenstructuur

Slide 11 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?
probleem/oplossingsstructuur
verklaringsstructuur
verleden/hedenstructuur

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag 
 
Opdracht 1 (tekst Over de grens: vragen?)

Werk zelfstandig aan opdracht 2 (Van postorderbedrijf tot internationale woongigant)

Slide 13 - Tekstslide

Welke tekststructuur eindigt met de beste oplossing?
A
Vraag-antwoordstructuur
B
Probleem-oplossingsstructuur
C
Argumentatiestructuur
D
Verklaringsstructuur

Slide 14 - Quizvraag

In een verklaringsstructuur staat in de inleiding beschreven een....

Slide 15 - Open vraag

In een probleem/oplossingsstructuur staat in het slot beschreven de beste....

Slide 16 - Open vraag

In een verleden/hedenstructuur staat in het middenstuk beschreven de situatie....

Slide 17 - Open vraag