H3.5 deel 2

Wat gaan we doen?
  • Starten 3.5
  • Rekenen met 3.5 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  • Starten 3.5
  • Rekenen met 3.5 

Slide 1 - Tekstslide

Doelen §3.5
  • Weten wat oplossingen zijn
  • Weten wat de oplosbaarheid is
  • Rekenen aan de oplosbaarheid 

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekend concentratie?
A
Hoeveel stof is opgelost in een vloeistof
B
Hoeveel oplosmiddel gebruikt is
C
Hoeveel stof je moet toevoegden om te neutralisern

Slide 3 - Quizvraag

De eenheid van concentratie is:
A
g/L
B
g/cm3
C
dH

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de juiste formule voor het berekenen van de concentratie.
A
concentratie = volume / massa stof
B
massa stof = concentratie / volume
C
concentratie = volume / massa stof
D
concentratie = massa stof / volume

Slide 5 - Quizvraag

Luc maakt 1,5 L limonade, en gebruikt daarbij 175g suiker. Wat is de van concentratie suiker in de limonade?
A
350 g/L
B
117 g/L
C
175g
D
geen idee

Slide 6 - Quizvraag

Sinasappelsap bevat vitamine C. De concentratie is 0,356 g/L.
Hoeveel vitamine C zit er in een pak sinasappelsap van 2.5 liter?

Slide 7 - Open vraag

§3.5
Oplosmiddel = stof waarin je iets oplost

Niet elk oplosmiddel is goed voor alle stoffen 

Slide 8 - Tekstslide

§3.5
Oplosbaarheid = hoeveelheid stof die je kunt oplossen 

Veel suiker in thee = hoge concentratie suiker

Te veel suiker lost het niet op 

Slide 9 - Tekstslide

§3.5
Verzadigd= te veel stof in oplosmiddel kan niet meer oplossen
 onverzadigd= je kunt nog meer stof toevoegen en het blijft oplossen 

Slide 10 - Tekstslide

§3.5
.


Massa in gram
Volume in Liter
Concentratie g/L      
Concentratie=volumemassa

Slide 11 - Tekstslide

Aan het werk 

lezen §3.5
Maken 61, 62, 63, 64

Slide 12 - Tekstslide