3.2 Athene en Sparta

3.2 Athene en Sparta
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 Athene en Sparta

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Noem en leg de 3 bestuursvormen uit.

Eerder klaar: Waarom was Griekenland niet 1 staat?

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning
1. Leerdoel(en)
2. Uitleg met aantekeningen.
3. Checkvraag bij de uitleg.
4. Werkboek maken/nakijken opdrachten.
5. Samenvatting van leerdoel(en).

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen hoe de Atheense democratie ontstond en hoe deze democratie werkte.
Ik kan voorbeelden geven van verschillen tussen Sparta en Athene.

Slide 4 - Tekstslide

Tirannie in Athene
  • Athene was in de 6e eeuw v. Chr. een aristocratie, maar in 546 v. Chr. greep de tiran Peisistratos de macht. 
  • De arme boeren kregen grond, rechters werden benoemd, vrede met andere stadstaten, belastingen waren laag. De welvaart van gewone Atheners verbeterde. 
  • Gevolg: meer mensen kochten wapens, mochten dus meebeslissen, wat de tiran niet wilde. Hij en zijn zonen onderdrukten het volk, volk wilde ze weg hebben.

Slide 5 - Tekstslide

Heerschappij van het volk
  • 508 v. Chr in Athene ontstond een democratie. Alle vrije arme, volwassen mannelijke burgers, mogen stemmen in de volksvergadering en rechtbank.
  • Directe democratie: aanwezig zijn bij de volksvergadering en stemmen.
  • Raad van 500 die de besluiten van de volksvergadering uitvoerde. 
  • Vrouwen, slaven, kinderen, iedereen van buiten Athene mochten niet stemmen.

Slide 6 - Tekstslide

  • Atheners waren trots op de democratie. Het was alleen soms wel lastig om aanwezig te kunnen zijn bij de volksvergaderingen. 
  • Arme arbeiders of boeren buiten de stad verloren te veel geld en tijd om er naar toe te komen=> daarom kreeg iedereen een vergoeding als ze aanwezig waren. Arm en rijk kon dus meedoen en elke stem was dus even belangrijk. 

Slide 7 - Tekstslide

Directe democratie

Alle mannen met burgerrecht zijn aanwezig bij volksvergadering en stemmen, discussiëren over wetten.

Alle besluiten met meerderheid genomen door alle aanwezige mannen.
Indirecte democratie

Het volk kiest vertegenwoordigers die in het parlement discussiëren en stemmen over wetten.

De regering voert de wetten uit.

De mensen die mogen stemmen nemen geen deel aan de besluitvorming, dat doet het gekozen parlement.

Slide 8 - Tekstslide

Feit en mening vaardigheid.

Bij geschiedenis haal je informatie uit bronnen. Daarbij moet je letten op wat een feit is, en wat een mening. 
=> Een feit is iets dat waar is, of wat echt is gebeurd. Bijvoorbeeld dat vrouwen, slaven en vreemdelingen niet mee mochten doen met de Atheense democratie. 
=> Een mening is iets wat iemand vindt. Als iemand zegt dat hij het stom vindt dat alleen vrije mannen met burgerrechten mee mochten doen met de democratie, is dat een mening. 
Schrijf op je wisbordje bij elke zin op of het een feit of een mening is.
1. De Grieken voerden veel oorlogen tegen elkaar, is een feit/mening?

2. Sparta was een veel sterkere stadstaat dan Athene, is een feit/mening.

3. Vrouwen tellen niet mee bij de Grieken want ze hebben geen verstand genoeg, is een feit/mening?

4. Athene bouwde veel gebouwen in de stad, is een feit/mening?

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf het antwoord op je wisbordje.
Leg uit hoe de Atheense democratie in elkaar zat.

Eerder klaar: Noem 2 verschillen tussen Sparta en Athene.

Slide 10 - Tekstslide

Te doen
Maken werkboek par. 3.2 vraag 1,3,5 t/m 12.

Maken cornell schema /flashcards/  succescriteria par. 3.2
Leren par 3.1

Slide 11 - Tekstslide

Samenvatting leerdoel(en)

Ik kan uitleggen hoe de Atheense democratie ontstond en hoe deze democratie werkte.


Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de leerdoelen van vandaag.

Slide 12 - Tekstslide

3.2 Athene en Sparta

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Leg uit hoe de democratie in Athene ontstond.

Eerder klaar: Leg hoe de Atheense democratie werkte.

Slide 14 - Tekstslide

Lesplanning
1. Leerdoel(en)
2. Uitleg met aantekeningen.
3. Checkvraag bij de uitleg.
4. Werkboek maken/nakijken opdrachten.
5. Samenvatting van leerdoel(en).

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan voorbeelden geven van verschillen tussen Sparta en Athene.
Ik kan uitleggen welke gevolgen de Perzische oorlogen hadden voor de stadstaten.
Ik kan uitleggen waarom de Peloponnesische Oorlog uitbrak en uitleggen welk gevolg dat had voor Athene.

Slide 16 - Tekstslide

Verschillen tussen Sparta en Athene. 

Athene:
  • Democratie
  • Rijke Atheense jongens werden opgeleid tot burgers. Ze leerden lezen, schrijven, muziek maken en toespraken houden. Sporten was belangrijk want ze moesten vechten in het leger. 
  • Arme kinderen moesten werken en waren niet genoeg voorbereid op het burgerschap.
  • Athene bouwde heel veel en deed aan wetenschap.
Sparta:
  • Democratie is niets. Raad van 30 oude wijze mannen namen de beslissingen en de 2 koningen om het leger te leiden waren beter.
  • In Sparta zorgde het bestuur voor de opvoeding rijk of arm maakte niet uit. 
  • Jongens van de ouders die burger waren moesten soldaat worden. Ze werden met jongens van hun eigen leeftijd zwaar getraind en ze leerden zelfbeheersing. Aan het einde van hun opleiding moest elke jongen een slaaf vermoorden. Daarna waren ze klaar om in het leger te gaan.

Slide 17 - Tekstslide

De Perzen vallen aan
  • Perzië viel meerdere keren Griekenland aan , de Grieken werkten toen samen tegen Perzië. 
  • 6e eeuw v.Chr. Perzië veroverd Turkije en wilden ook Griekenland. Tijdens deze Perzische Oorlogen (492-479 v.Chr.) werden grote slagen uitgevochten en verwoestten de Perzen zelfs Athene! Toch versloegen de Grieken samen de Perzen. De Spartanen blonken daarbij uit bij gevechten op het land, de Atheners op zee.

Slide 18 - Tekstslide

  • Athene hield tijdens de Perzische Oorlogen de Griekse zeeën veilig. Athene moest de zee blijven bewaken voor de veiligheid van alle stadstaten. 
  • Daarom sloten een aantal stadstaten een bondgenootschap met Athene. De bondgenoten gaven in ruil hiervoor geld aan Athene. Athene bouwde een vloot en zorgde voor de soldaten. Athene en de stadstaten in het bondgenootschap hielpen elkaar bij oorlog.

Slide 19 - Tekstslide

Oorlog in Griekenland
  • Athene nam in het bondgenootschap alle beslissingen, de rest deed wat Athene wilde. Alle bondgenoten moesten een democratie invoeren, niet uit het bondgenootschap stappen. Athene viel stadstaten aan die dit niet wilden en bezette de stadstaat. Athene kreeg steeds meer macht. 
  • Sparta wilde zelf ook machtig zijn, richtte zelf een bondgenootschap op, probeerde stadstaten hier lid van te laten worden.

Slide 20 - Tekstslide

Griekenland werd verdeeld in 2 kampen.
  • 431 v.Chr. Peloponnesische Oorlog tussen de twee bondgenootschappen. 
  • Sparta viel Athene over land aan, Atheners vluchtten achter de stadsmuren. Door de zeeverbinding kon Athene voedsel aanvoeren. Toen Sparta ook vloot had blokkade haven Athene geblokkeerd, geen voedsel meer in Athene dus overgave in 404 v. Chr. Sparta kort de machtigste.
  • Door constante oorlogen tussen stadstaten pas 2e helft 4e eeuw v.Chr. rust.

Slide 21 - Tekstslide

Schrijf het antwoord op je wisbordje.
Leg uit waarom Athene door de Perzische oorlog meer macht kreeg en Sparta door de Peloponnesische oorlog

Eerder klaar: Leg uit hoe de democratie ontstond.

Slide 22 - Tekstslide

Te doen
Maken werkboek par. 3.2 vraag 1,3,5 t/m 12.

Maken cornell schema /flashcards/  succescriteria par. 3.2
Leren par 3.1

Slide 23 - Tekstslide

Samenvatting leerdoel(en)
Ik kan voorbeelden geven van verschillen tussen Sparta en Athene.
Ik kan uitleggen welke gevolgen de Perzische oorlogen hadden voor de stadstaten.
Ik kan uitleggen waarom de Peloponnesische Oorlog uitbrak en uitleggen welk gevolg dat had voor Athene.

Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de leerdoelen van vandaag.

Slide 24 - Tekstslide