Werkwoordspelling groep 8

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Werkwoordspelling groep 8

(vouwen tt) Emely ___ haar spiekbriefje erg klein.

(verzorgen vd) Rens heeft in de vakantie de planten ___.

(kleuren vt) Fien ____ vorige week een kleurplaat in.

(adopteren vd) Elin heeft een hond ___.

(binden vt) Daan ___ Kick vast op de stoel.

(snijden vt) Pien en Femke ___ de taart in tien stukken.

(worden vt) Siem en Boris ___ eerste bij het voetbaltoernooi.

(schrijven vt) Nora ___ een mooi verhaal.

(vermoeden tt) Otto ___ dat we een interessante les gaan doen.

(kluiven vt) Luuk en Vince ___ al het vlees van de spareribs.

(gaan vd) Famke en Floor zijn gisteren naar het dorp ___.

(bekijken vt) Thijn en Koen ___ vorige week de wedstrijd van FC Twente.

(roeren tt) Lauren, ____ je even in de soep?

(kennen vt) Joep ____ alle woorden van de Engels toets.

(leven tt) Bente, ____ jij in je eigen wereld?

(proberen tt) Julia ___ altijd goed op te letten in de les.

(rennen vd) Joy is om 14.00 uur snel naar huis ___.

(dragen tt) Elise ___ altijd leuke kleding.

(helpen vt) Nienke ___ de juf met het uitdelen van de schriften.

(zijn tt) Guus ___ meestal vrolijk.