Les 7 De oudere fase deel 1

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichameijke achteruitgang
Menopauze
Overgangs
klachten
Midlife crisis

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De gemiddelde leeftijd waarop Nederlandse vrouwen voor het eerst moeder worden is..
A
19 jaar
B
25 jaar
C
28 jaar
D
30 jaar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de leeftijd van een oudere?
A
60 of ouder
B
63 of ouder
C
65 of ouder
D
67 of ouder

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Vanaf 67 jaar noem je een client een oudere..

Aan de ene kant kan de ouderdom een moeilijke periode zijn, want ouderen merken dat ze steeds minder kunnen. Maar ouderdom kan ook een mooie tijd zijn. Er zijn geen verplichtingen meer, er is tijd om te genieten en om nieuwe dingen te ondernemen.


Slide 10 - Tekstslide

Bijna iedereen wil oud(er) worden. Toch willen veel mensen niet oud zijn. Het is voor veel mensen een levensfase waar ze tegen op zien. Bij oud zijn denken mensen aan aftakeling, ziekte en eenzaamheid. Maar veel ouderen zijn tegenwoordig nog fit en erg actief. Dat geldt zeker voor jongere ouderen.

De ouderdom wordt dan ook onderverdeeld in 2 fases:
de actieve en de intensieve ouderdom.
wat is de levensverwachting van inwoners uit verschillende landen?
Nederland
Thailand
Afghanistan
Monaco
89 jaar
82jaar
76 jaar
53 jaar

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vergrijzing
  • Levensverwachting is gestegen dankzij betere voeding en betere gezondheidszorg

  • Vergrijzing = de toename van het percentage mensen ouder dan 65 jaar op de totale bevolking.

Je kan uitleggen wat vergrijzing is, hoe dit veroorzaakt wordt en wat de gevolgen van van een vergrijzde bevolking zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Het aantal ouderen groeit door de vergrijzing snel. Zes op de zeven 80-plussers woont zelfstandig, al dan niet met ondersteuning. Als ouderen verhuizen naar een zorgcentrum is dat niet zonder reden: ze hebben inmiddels veel zorg nodig. Vooral lichamelijke zorg is een reden voor verhuizing naar een zorgcentrum. De reden waarom deze zorg nodig is, verschilt.

Slide 13 - Tekstslide

 Bij sommigen is sprake van lichamelijke aandoeningen, bij anderen is sprake van een psychogeriatrische aandoening.

Psychogeriatrische aandoening = een ziekte waarbij sprake is van beperkingen van de geestelijke vermogens op hogere leeftijd, bijvoorbeeld dementie.
timer
3:50

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

7.1.1 Levenslooppsychologie
Als je in contact komt met ouderen (en ook volwassenen), dan ontmoet je mensen die een geschiedenis achter de rug hebben. Hun leven is op een bepaalde manier verlopen. Wat in iemands leven is voorgevallen, heeft invloed op zijn ontwikkeling en ook het gedrag van nu,

Dat noem je levenslooppsychologie. Elk mens heeft een eigen verleden, een eigen levensloop. Zo kan de Tweede Wereldoorlog nog altijd het gedrag van de oudere van nu bepalen. Als je je dus realiseert wat een oudere vroeger heeft mee gemaakt,. kun je beter begrijpen waarom een oudere op een bepaalde manier reageert.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Vroeg of laat merken ouderen de lichamelijke achteruitgang. Het beperkt ze in hun mogelijkheden. Ze worden trager, zijn sneller moe en de gewrichten en spieren worden stijver. Hun bewegingen zijn minder soepel, ze gaan hierdoor anders lopen en soms ontstaan er evenwichtsstoornissen. Iets van de grond pakken of van een hoge plank kan dan moeilijk worden.
ook gaan de zintuigen achteruit


Lichamelijke gevolgen ouder worden

Slide 21 - Tekstslide

Vroeg of laat merken ouderen de lichamelijke achteruitgang. Het beperkt ze in hun mogelijkheden. Ze worden trager, zijn sneller moe en de gewrichten en spieren worden stijver. Hun bewegingen zijn minder soepel, ze gaan hierdoor anders lopen en soms ontstaan er evenwichtsstoornissen. Iets van de grond pakken of van een hoge plank kan dan moeilijk worden.

 
.2.1 Achteruitgang van de zintuigen
De werking van de zintuigen neemt af naarmate een mens ouder wordt. Ouderen gaan minder scherp zien en gehoor neemt af. Het kan voor ouderen lastig of onmogelijk worden om bepaalde hobby’s uit te oefenen, zoals breien of muziek luisteren. 

7.2.2 Motorische achteruitgang
Naarmate mensen ouder worden, worden ze stijver en langzamer in hun bewegingen. Het looptempo neemt af. Te weinig bewegen verergert en versnelt dit proces. Op een gegeven moment is de lichamelijke achteruitgang zo groot dat men is aangewezen op hulp en steun van anderen en eventuele ondersteuningsmiddelen (rollator). Veel ouderen vinden het moeilijk afhankelijk te zijn van anderen.


Slide 22 - Tekstslide

De leeftijd die iemand uiteindelijk behaalt, is van verschillende factoren afhankelijk. Leefstijl speelt een belangrijke rol maar ook erfelijke factoren zijn hierop van invloed. Er zijn families waarvan de leden gemiddeld allemaal een hoge leeftijd bereiken, maar ook families waar dat niet zo is. Ook heeft het te maken met je levensstijl, hoe gezond je leeft.

Wie worden er gemiddeld ouder in Nederland?
A
Vrouwen
B
Mannen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel jaar worden vrouwen gemiddeld ouder dan mannen?
A
20 jaar
B
5 jaar
C
10 jaar
D
2 jaar

Slide 24 - Quizvraag

De gemiddelde levensverwachting in Nederland was in 2018 voor mannen 80,2 jaar en voor vrouwen 83,3 jaar. De meeste mensen in Nederland overlijden aan kanker en hart- en vaatziekten.

Slide 25 - Tekstslide

De meeste mensen in Nederland overlijden aan kanker en hart- en vaatziekten. Je ziet hier in de grafiek dat de levensverwachting van mensen de laatste jaren toeneemt.

Slide 26 - Video

ongezonde levensstijl (roken, drinken)
harder werken (stress)
risicol gedrag (auto rijden)
timer
3:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Ouderen hebben wat meer tijd nodig om over zaken na te denken. Ze praten soms ook wat langzamer. Ook al is hun geheugen niet altijd meer zo goed, ze kunnen zeker nog wel iets nieuws leren. Ze doen er alleen soms wat langer over om iets te onthouden. Sommige ouderen beginnen niet meer aan iets nieuws, omdat ze merken dat het allemaal niet meer zo makkelijk gaat. Dat is jammer, want daardoor beperken ze zichzelf. Het lijkt daardoor alsof ouderen te oud zijn om te leren. Maar er zijn ook steeds meer ouderen die lang actief blijven en bijvoorbeeld nog cursussen volgen. Bij sommige ouderen wordt het geheugen steeds slechter. Ze worden vergeetachtig, kunnen informatie niet goed verwerken en zijn snel in de war.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
3:00

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de volgende beweringen juist of onjuist? Sleep naar de juiste kolom.

Juist
Onjuist
Vergrijzing betekent dat het percentage ouderen toeneemt
Ouderen kunnen nog nieuwe dingen leren
De ouderdomfa is de fase vanaf 67 jaar
Mannen worden gemiddeld ouder dan vrouwen
Het geheugen neemt af in de ouderdom
Wat iemand vroeger heeft mee gemaakt heeft geen invloed op hoe de oudere zich nu gedraagt en voelt
De zintuigen gaan in de ouderdomfase achteruit
Psychogeriatrische aandoening betekent dat een ouder lichamelijk ziek is

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal 1 ding dat je vandaag hebt geleerd

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot de volgende les!
Hoofdstuk 8: De oudere fase deel 2

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies