Les 9 Volwassene fase

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingsfasenMBO

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Vandaag laatste les: ouderefase

Volgende week online toets (met reader)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reader
Hoofdstuk 9: Oudere fase
Bladzijde 61

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de leeftijd van een oudere?
A
60 of ouder
B
63 of ouder
C
65 of ouder
D
67 of ouder

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Vanaf 67 jaar is je cliënt een oudere..
Ouderen merken dat ze steeds minder kunnen. Maar ouderdom kan ook een mooie tijd zijn. Er zijn geen verplichtingen meer, er is tijd om te genieten en om nieuwe dingen te ondernemen. Als de beperkingen door ouderdom groter worden, kan het lastig zijn om daarmee om te gaan. Als je wat meer weet over ouderen kun je hem ook beter begrijpen.



Slide 6 - Tekstslide

Bijna iedereen wil oud(er) worden. Toch willen veel mensen niet oud zijn. Het is voor veel mensen een levensfase waar ze tegen op zien. Bij oud zijn denken mensen aan aftakeling, ziekte en eenzaamheid. Maar veel ouderen zijn tegenwoordig nog fit en erg actief. Dat geldt zeker voor jongere ouderen.

De ouderdom wordt dan ook onderverdeeld in 2 fases:
de actieve en de intensieve ouderdom.
Opdr 30
Noem 2 voordelen van het ouder worden

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdr 30:
Noem 2 nadelen van het ouder worden

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de levensverwachting van inwoners uit verschillende landen?
Nederland
Thailand
Afghanistan
Monaco
89 jaar
82jaar
76 jaar
53 jaar

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrijzing
  • Levensverwachting is gestegen dankzij betere voeding en betere gezondheidszorg

  • Vergrijzing = de toename van het percentage mensen ouder dan 65 jaar op de totale bevolking.

Je kan uitleggen wat vergrijzing is, hoe dit veroorzaakt wordt en wat de gevolgen van van een vergrijzde bevolking zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Het aantal ouderen groeit door de vergrijzing snel. Zes op de zeven 80-plussers woont zelfstandig, al dan niet met ondersteuning. Als ouderen verhuizen naar een zorgcentrum is dat niet zonder reden: ze hebben inmiddels veel zorg nodig. Vooral lichamelijke zorg is een reden voor verhuizing naar een zorgcentrum. De reden waarom deze zorg nodig is, verschilt.

Slide 15 - Tekstslide

7.1.1 Levenslooppsychologie
Als je in contact komt met ouderen (en ook volwassenen), dan ontmoet je mensen die een geschiedenis achter de rug hebben. Hun leven is op een bepaalde manier verlopen. Wat in iemands leven is voorgevallen, heeft invloed op zijn ontwikkeling en ook het gedrag van nu,

 De wetenschap die zich daarmee bezighoudt heet de levenslooppsychologie. Elk mens heeft een eigen verleden, een eigen levensloop. Ouderen zijn tijdgenoten van elkaar en hebben daardoor een gemeenschappelijk verleden. We spreken dan van een generatie; zij zijn in dezelfde tijd geboren, een tijd waarin sprake was van een bepaalde economische, sociale en maatschappelijke situatie. Zo kan de Tweede Wereldoorlog nog altijd het gedrag van de oudere van nu bepalen. Het is belangrijk je te realiseren dat gedrag van een oudere begrepen kan worden door zijn of haar levensloop. Zo kun je beter begrijpen waarom een oudere op een bepaalde manier reageert.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Vroeg of laat merken ouderen de lichamelijke achteruitgang. Het beperkt ze in hun mogelijkheden. Ze worden trager, zijn sneller moe en de gewrichten en spieren worden stijver. Hun bewegingen zijn minder soepel, ze gaan hierdoor anders lopen en soms ontstaan er evenwichtsstoornissen. Iets van de grond pakken of van een hoge plank kan dan moeilijk worden.
ook gaan de zintuigen achteruit


Lichamelijke gevolgen ouder worden

Slide 18 - Tekstslide

Vroeg of laat merken ouderen de lichamelijke achteruitgang. Het beperkt ze in hun mogelijkheden. Ze worden trager, zijn sneller moe en de gewrichten en spieren worden stijver. Hun bewegingen zijn minder soepel, ze gaan hierdoor anders lopen en soms ontstaan er evenwichtsstoornissen. Iets van de grond pakken of van een hoge plank kan dan moeilijk worden.

 
.2.1 Achteruitgang van de zintuigen
De werking van de zintuigen neemt af naarmate een mens ouder wordt. Ouderen gaan minder scherp zien en gehoor neemt af. Het kan voor ouderen lastig of onmogelijk worden om bepaalde hobby’s uit te oefenen, zoals breien of muziek luisteren. 

7.2.2 Motorische achteruitgang
Naarmate mensen ouder worden, worden ze stijver en langzamer in hun bewegingen. Het looptempo neemt af. Te weinig bewegen verergert en versnelt dit proces. Op een gegeven moment is de lichamelijke achteruitgang zo groot dat men is aangewezen op hulp en steun van anderen en eventuele ondersteuningsmiddelen (rollator). Veel ouderen vinden het moeilijk afhankelijk te zijn van anderen.


Slide 19 - Tekstslide

De leeftijd die iemand uiteindelijk behaalt, is van verschillende factoren afhankelijk. Leefstijl speelt een belangrijke rol maar ook erfelijke factoren zijn hierop van invloed. Er zijn families waarvan de leden gemiddeld allemaal een hoge leeftijd bereiken, maar ook families waar dat niet zo is. D

Wie worden er gemiddeld ouder in Nederland?
A
Vrouwen
B
Mannen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel jaar worden vrouwen gemiddeld ouder dan mannen?
A
20 jaar
B
5 jaar
C
10 jaar
D
2 jaar

Slide 21 - Quizvraag

De leeftijd die iemand uiteindelijk behaalt, is van verschillende factoren afhankelijk. Leefstijl speelt een belangrijke rol maar ook erfelijke factoren zijn hierop van invloed. Er zijn families waarvan de leden gemiddeld allemaal een hoge leeftijd bereiken, maar ook families waar dat niet zo is. De gemiddelde levensverwachting in Nederland was in 2018 voor mannen 80,2 jaar en voor vrouwen 83,3 jaar. De meeste mensen in Nederland overlijden aan kanker en hart- en vaatziekten.

Slide 22 - Tekstslide

De gemiddelde levensverwachting in Nederland was in 2018 voor mannen 80,2 jaar en voor vrouwen 83,3 jaar. De meeste mensen in Nederland overlijden aan kanker en hart- en vaatziekten. Je ziet hier in de grafiek dat de levensverwachting van mensen de laatste jaren toeneemt.

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Ouderen hebben wat meer tijd nodig om over zaken na te denken. Ze praten soms ook wat langzamer. Ook al is hun geheugen niet altijd meer zo goed, ze kunnen zeker nog wel iets nieuws leren. Ze doen er alleen soms wat langer over om iets te onthouden. Sommige ouderen beginnen niet meer aan iets nieuws, omdat ze merken dat het allemaal niet meer zo makkelijk gaat. Dat is jammer, want daardoor beperken ze zichzelf. Het lijkt daardoor alsof ouderen te oud zijn om te leren. Maar er zijn ook steeds meer ouderen die lang actief blijven en bijvoorbeeld nog cursussen volgen. Bij sommige ouderen wordt het geheugen steeds slechter. Ze worden vergeetachtig, kunnen informatie niet goed verwerken en zijn snel in de war.

Slide 25 - Tekstslide

 Bij sommigen is sprake van lichamelijke aandoeningen, bij anderen is sprake van een psychogeriatrische aandoening.

Psychogeriatrische aandoening = een ziekte waarbij sprake is van beperkingen van de geestelijke vermogens op hogere leeftijd, bijvoorbeeld dementie.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de volgende beweringen juist of onjuist? Sleep naar de juiste kolom.

Juist
Onjuist
Vergrijzing betekent dat het percentage ouderen toeneemt
Ouderen kunnen nog nieuwe dingen leren
De ouderdomfa is de fase vanaf 67 jaar
Mannen worden gemiddeld ouder dan vrouwen
Het geheugen neemt af in de ouderdom
Wat iemand vroeger heeft mee gemaakt heeft geen invloed op hoe de oudere zich nu gedraagt en voelt
De zintuigen gaan in de ouderdomfase achteruit
Psychogeriatrische aandoening betekent dat een ouder lichamelijk ziek is

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat vindt Moni het mooiste van het ouder worden?
A
Ze hoeft niet meer te werken
B
Ze heeft meer geld
C
Ze moet niets meer en kan alles zelf beslisen
D
Ze kan nu vaker op vakantie

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is eenzaamheid?
A
Iemand die altijd alleen is Eenzame ouderen Van de Nederlanders tussen de 75 en 85 jaar voelt bijna de helft zich eenzaam. Boven de 85 jaar is dat bijna 60%. Eenzame ouderen ervaren voornamelijk sociale eenzaamheid. Het meest eenzaam zijn alleenwonende ouderen die gescheiden zijn en weinig sociale relaties hebben. Bron: ouderenfonds.nl Gevolgen van eenzaamheid Iemand die langdurig eenzaam is, kan hierdoor een lichamelijke, psychische en sociale kwetsbaarheid ontwikkelen. De eenzame persoon voelt zich niet verbonden met anderen en is geneigd minder goed voor zichzelf te zorgen. Hij beweegt bijvoorbeeld minder en eet minder gezond. Er kunnen gezondheidsklachten ontstaan, zoals een verhoogde bloeddruk, stress en depressie. Bij langdurige eenzaamheid kunnen mensen zich steeds minder in staat voelen om contact met anderen te zoeken, doordat hun vertrouwen in zichzelf en anderen afneemt. De eenzame oudere kan in een sociaal isolement terechtkomen, wanneer hij nauwelijks of geen sociale contacten meer heeft. Vriendschappen verwateren en doktersbezoeken worden uitgesteld. Langdurige eenzaamheid werkt op deze manier als een negatieve spiraal, waar de eenzame persoon niet uit zichzelf uitkomt. De eenzame oudere krijgt het gevoel dat hij buiten de maatschappij staat. Meneer Pietersen is 82 jaar. Vier jaar geleden is zijn vrouw overleden en sindsdien woont hij alleen. Kinderen hadden ze niet en eigenlijk ook niet veel vrienden; ze hadden altijd genoeg aan elkaars gezelschap. Meneer Pietersen komt niet vaak buiten. Hij heeft moeite met lopen en voelt zich niet veilig alleen op straat. Eén keer per week komt Paula van de thuiszorg langs om zijn huishouden te doen. Soms is Paula de enige persoon die hij in een hele week ziet. Meneer Pietersen mist de gesprekken met zijn vrouw en voelt zich eenzaam, zo zonder iemand om mee te praten. Hij is echter nooit goed geweest in het leggen van nieuwe contacten. Dat hij slecht ter been is, helpt ook niet om mensen te ontmoeten. Eenzaamheid tegengaan De beste manier om eenzaamheid tegen te gaan, is door het te voorkomen. Mensen kunnen om te beginnen zelf veel doen om eenzaamheid te voorkomen. Als iemand zelf actief blijft door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk te doen of deel te nemen aan sociale activiteiten, is de kans dat hij op latere leeftijd eenzaam wordt kleiner. Wanneer iemand die altijd actief en sociaal betrokken is geweest op latere leeftijd zijn partner verliest, heeft hij een sociaal netwerk om op terug te vallen en hij heeft ervaring met het opdoen van nieuwe contacten. Is een oudere eenzaam, dan is het belangrijk dat jij als persoonlijk begeleider dit thema bespreekbaar maakt. De meeste ouderen die zich eenzaam voelen, vinden het erg moeilijk om hier zelf over te beginnen. Ze zijn bang dat ze lastig zijn voor anderen als ze over hun eenzaamheid praten. Ook ervaren zij dat er veel onbegrip is voor eenzaamheid. Als persoonlijk begeleider kun je de oudere helpen door het zelf ter sprake te brengen als je het gevoel hebt dat eencliënt zich misschien eenzaam voelt. Begin bijvoorbeeld met een eenvoudige, open vraag: ‘Wanneer heeft u uw zoon voor het laatst gesproken?’ Ga hier vervolgens op door, bijvoorbeeld door te vragen naar emoties of een oordeel: ‘Hoe voelt u zich hierbij?’ of ‘Wat vindt u daarvan?’ Gebruik je vragen om de oudere veel te laten vertellen. Iedereen ervaart eenzaamheid namelijk op zijn eigen manier. Maak het thema ‘eenzaamheid’ bespreekbaar Maak het thema ‘eenzaamheid’ bespreekbaar Tien tips: voorkom eenzaamheid bij ouderen Veel ouderen zijn eenzaam. Niet alleen ouderen die zelfstandig thuis wonen, maar ook bewoners van verzorgings- en/of verpleeghuizen. Cliëntenbelang Amsterdam is met ouderen in gesprek gegaan om te vragen wat hun ervaringen en wensen zijn. Daar kwamen tien tips uit. 1. Begin het gesprek vanuit de oudere zelf Blijf dicht bij de belevingswereld van ouderen. Zie de mens in zijn geheel, niet alleen een probleem. Gebruik geen algemene vragen- en scorelijsten, want die sluiten niet aan bij wat bij ouderen leeft. Gebruik narratieve gesprekstechnieken. Hierbij moedig je de oudere aan om zijn verhaal te vertellen op een manier die bijdraagt aan een positief beeld van zichzelf en zijn situatie. Dat raakt mensen meer dan veel activiteiten aan te bieden. Daardoor kunnen mensen juist het gevoel krijgen dat er (te) veel van hen verwacht wordt. 2. Zoek samen met de oudere naar de oorzaken en aanleiding van de eenzaamheid Neem daarvoor veel tijd, want de behoeften zijn vaak erg complex, ook voor de ouderen zelf. Pas als de oorzaken goed in beeld zijn gebracht, bedenk je samen wat jullie eraan kunnen doen. Sluit aan op onderwerpen die de oudere belangrijk vindt (op het gebied van welzijn, wonen, participatie, leefomstandigheden, psychische problemen, eenzaamheid). Bespreek samen verwachtingen, zet kleine stapjes, sluit aan bij het tempo van de oudere, evalueer geregeld en stel zo nodig bij. 3. Laat de oudere zijn eigen kracht en eigen regie (her)ontdekken Laat mensen hun eigen kracht opnieuw ontdekken. Geef hun de ruimte om zelf de regie te behouden, maar verplicht hen er niet toe. Stel geen open vraag als ‘Wat zou u willen?’ Hoe goed bedoeld ook, mensen weten het soms zelf niet goed en voelen zich onbekwaam. 4. Begin klein Nodig iemand bijvoorbeeld uit voor een kopje koffie of bied praktische ondersteuning. De gevraagde hulp moet op het juiste moment en op de juiste plaats (nabij) beschikbaar zijn. 5. Neem mensen mee Zowel letterlijk als figuurlijk. Laat een ervaringsdeskundige met levenservaring contact leggen met de eenzame oudere, iemand die zich kan inleven in situaties die voor beiden herkenbaar zijn. 6. Bied continuïteit Het helpt weinig om mensen incidenteel iets aan te bieden. Dit kan juist het gevoel van eenzaamheid versterken. Continuïteit van activiteiten is belangrijk. Zo kunnen mensen ook ergens naartoe leven. 7. Zorg voor een vast contact Dit is vooral belangrijk als mensen zich emotioneel eenzaam voelen. Maar geef de ruimte om afstand te houden als iemand dat wenst. Iemand kan individualistisch ingesteld zijn of gewend zijn geraakt aan de eenzaamheid. Respecteer dat. 8. Help mensen zo nodig hun verwachtingen bij te stellen Niet alle eenzaamheid is op te lossen. Wat is haalbaar en hoe leer je met gevoelens van eenzaamheid om te gaan zonder weg te zinken in depressie of gezondheidsklachten? 9. Ga regelmatig op huisbezoek Vroege opsporing is alleen zinvol als er regelmatig een huisbezoek plaatsvindt. Steek het gesprek breed in, informeer hoe het gaat. 10. Neem mensen serieus Behandel ouderen niet als onmondig of onwillig. Helaas gebeurt dat nog te vaak! Eenzaamheid is hetzelfde als alleen zijn
B
Iemand die zich alleen en verlaten voelt en dit als onplezierig ervaart

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 34:
Hoe ervaart mevrouw Zuidema het ouder worden?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Evenals voor de volwassenen geldt voor de ouderen dat de meeste mannen en vrouwen seksueel actief blijven. Wel kan de seksuele activiteit afnemen of veranderen. Bij ouderen krijgt seksualiteit een andere betekenis dan vroeger: erotiek, sensualiteit en intimiteit worden belangrijker dan het hebben van gemeenschap.

Slide 39 - Tekstslide

Veel ouderen kijken positief naar wat ze nog kunnen. Als mensen minder positief zijn, luister dan goed naar je cliënten. Iemand mag best verdrietig zijn over iets. Als hij daarna zijn leven maar weer oppakt en verdergaat. Jij stimuleert de oudere daarin. Probeer je in te leven in zijn situatie. Bedenk welke veranderingen iemand allemaal heeft meegemaakt en houd daar rekening mee. We spreken van een kwetsbare oudere als de oudere fysieke, psychische en/of sociale problemen heeft, met als gevolg dat er het risico is van sociale problematiek.
Geduld
Bij de begeleiding van ouderen houd je er rekening mee dat alles trager gaat. Mensen zijn eerder moe en de zintuigen gaan achteruit. Je helpt ouderen waar dat nodig is. Maar geef ze de tijd en de ruimte om zelf te doen wat ze nog zelf kunnen. Dat vraagt soms veel van je geduld. Luister naar de verhalen van mensen of stel vragen over iemands leven. Veel oudere mensen vinden het fijn als je even de tijd neemt voor een praatje.
Pas je aan
Slecht zien en doofheid kan mensen het gevoel geven dat ze worden buitengesloten. Praat duidelijk en met het gezicht naar de oudere toe. Leg rustig uit waar je het over hebt als een oudere hierom vraagt. Als je eten rondbrengt, vertel je wat er op het bord ligt. Leg alles op zijn vaste plek terug en zorg dat de loopwegen vrij zijn. Bij ouderen met geheugenproblemen kun je samen hulpmiddelen bedenken. In een mooie agenda kunnen zij afspraken noteren, maar ook leuke voorvallen en andere dingen om te onthouden.
Wees beleefd
Let er bij de begeleiding van ouderen op dat je beleefd bent. De meeste ouderen vinden het prettig als je ze met ‘u’ aanspreekt en met ‘meneer’ en ‘mevrouw’. Zorg ervoor dat je ouderen die dement zijn niet als een kind aanspreekt. Ouderen zijn geen kinderen!

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagbesteding is belangrijk voor de oudere
A
Waar
B
Niet waar

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ouderen zijn seksueel actief
A
Waar
B
Niet waar

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alleen door de dood verliezen ouderen sociale contacten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot volgende les!
De online toets
(je mag je reader erbij houden)

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies