Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
belastingrecht herhalingen hoofdstuk 3 en 4
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke stelling klopt niet?
A
Inkomstenbelasting is het zelfde als loonbelasting
B
Lb is een voorheffing op inkomstenbelasting
C
Bij een baan is de werkgever inhoudsplichtige
D
De werkgever betaalt uit het netto loon
Slide 2 - Quizvraag
Wie van de volgende personen wordt niet aangemerkt als werknemer voor lb
A
De werknemer bij AH
B
De wethouder voor de gemeente Apeldoorn
C
De ambtenaar werkzaam bij de gemeente
D
De besloten vennootschap
Slide 3 - Quizvraag
Ans werkt drie dagen voor de fam Jansen als hulp in de huishouden. Moet de fam jan LB inhouden
A
Ja voor 50% en de rest is voor Ans
B
Nee, zij hoeven geen loonbelasting in te houden
C
Alleen als Ans 3x per maand werkt
D
Ja volledig
Slide 4 - Quizvraag
Noem zo veel mogelijk onderdelen die belast worden onder loonbelasting
Slide 5 - Woordweb
Wat wordt bedoeld met het autokostenforfait?
Slide 6 - Open vraag
Wat betekent het begrip 'belastingobject"
A
Een natuurlijke persoon die bel moet betalen
B
Een rechtspersoon die belasting moet betalen
C
Diegene die de belasting moet overdragen
D
Datgene waarover belasting betaald moet worden
Slide 7 - Quizvraag
bewering: als je als vakkenvuller wekelijks 50 Euro aan boodschappen mee mag nemen dan moet daarover LB worden ingehouden
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Een directeur grootaandeelhouder DGA hoeft geen loonbelasting te betalen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Een metselaar die bij een aannemer in loondienst is, heeft een fictieve dienstbetrekking
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Voor de loonbelasting is de werknemer inhoudsplichtig
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Voor de loonbelasting is de uitkeringsinstantie inhoudsplichtige
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
De vennootschapsbelasting is een proportioneel tarief
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Welke van de volgende onderneming moet vennootschapsbelasting betalen
A
V.O.F. verfmaatjes
B
Ans de garnalenpeller in loondienst
C
De glazenwasser eenmanszaak
D
Mondkapjes B.V.
Slide 14 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld bij de vennootschapsbelasting met dubbele belasting van winst
Slide 15 - Open vraag
Vennootschapsbelasting is een?
A
aangiftebelasting
B
Een lastige belasting
C
Een betalingsbelasting
D
Een aanslagbelasting
Slide 16 - Quizvraag
Loon wordt belast in Box 1, welk inkomen nog meer
A
Uit meer dan 5% aandelen
B
Uit eigen woning
C
Uit vermogen en sparen
D
Uit aandelen bezit 3% aandelen
Slide 17 - Quizvraag
Hoe vonden jullie deze les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 18 - Poll
Meer lessen zoals deze
Belastingrecht les 7 H4 Loonbelasting
Januari 2024
- Les met
20 slides
Juridisch
MBO
Studiejaar 1
H 4 Loonbelasting
Januari 2024
- Les met
26 slides
Juridisch
MBO
Studiejaar 1
H4 Loonbelasting
Oktober 2023
- Les met
28 slides
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 3
H4 Loonbelasting
Oktober 2024
- Les met
19 slides
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 3
Loonbelasting
Februari 2023
- Les met
25 slides
Juridisch
MBO
Studiejaar 1
Belastingrecht herhaling IB en LB
November 2021
- Les met
16 slides
Juridisch
MBO
Studiejaar 2
Loonbelasting H4
10 dagen geleden
- Les met
27 slides
Belastingrecht
MBO
Studiejaar 3
Loonbelasting H4
September 2024
- Les met
27 slides
Belastingrecht
MBO
Studiejaar 3