JCD1 Marketing les 3

Marketing les 3
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Marketing les 3

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende les
  • Bedenk bij elke fase van de productlevenscyclus een product.
  • Beschrijf waarom volgens jou dit product zich in deze fase bevind

Slide 2 - Tekstslide

Markt
  • = Geheel van vraag en aanbod

  • 2 soorten:
  • Concrete markt
  • Abstracte markt

Slide 3 - Tekstslide

Concrete markt
= werkelijke markt
Abstracte markt
= Geheel van vraag en aanbod

Slide 4 - Tekstslide

Soorten vraag
  • generieke vraag = vraag naar behoeftebevrediging, de oplossing, het product kan verschillende vormen.

  • Bijv: Ik heb dorst, ik wil iets drinken




Slide 5 - Tekstslide

Soorten vraag
  • primaire vraag (of finale vraag) =  Vraag naar een productsoort

  • bijv: Ik heb dorst, ik wil frisdrank



Slide 6 - Tekstslide

Soorten vraag
  • secundaire vraag =  vraag naar een specifiek merk/productsoort

  • Bijv: Ik heb dorst, ik wil Coca Cola



Slide 7 - Tekstslide

Soorten vragen
afgeleide vraag = vraag naar producten en diensten als gevolg van Industriële vraag

Grondstoffen
 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Soorten vraag
effectieve vraag / actuele vraag =
het totale aantal producten dat momenteel wordt verkocht (of in het bezit van de kopers is).

Slide 10 - Tekstslide

Soorten vraag
initiële vraag = 
niet-bezitters die het product voor het eerst aanschaffen

Slide 11 - Tekstslide

Soorten vraag
  • Vervangingsvraag =  bezitters die hun oude product door een nieuw vervangen (oude apparaat wordt dus afgedankt) (remplace-markt).
  •  
  •  Herhalingsaankoop = vervangingsvraag van niet-duurzame verbruiksartikelen 

Slide 12 - Tekstslide

Soorten vraag
additionele vraag =
bezitters die een tweede of extra exemplaar aanschaffen

Slide 13 - Tekstslide

Soorten vraag
potentiële vraag =
 het aantal stuks boven de huidige afzet dat de gezamenlijke leveranciers met een optimaal marketingbeleid zouden kunnen verkopen.

Slide 14 - Tekstslide

Soorten vraag
uitbreidingsvraag =
 als de initiële vraag en additionele vraag samen vallen. 

Bijv: een stel dat tegelijkertijd twee nieuwe auto’s koopt

Slide 15 - Tekstslide

Er zijn 5 Marketingconcepten. Bij het productieconcept gaat men uit van:
A
Een goed product verkoopt zichzelf
B
zoveel mogelijk producten tegen laagste kosten produceren
C
een actief en agressief verkoopteam is nodig
D
behoeften van de klanten

Slide 16 - Quizvraag

Vanaf wanneer ging men bij Marketing uit van de behoefte van de klant?
A
1930
B
1940
C
1950
D
1960

Slide 17 - Quizvraag

Bij welke marketingconcept staat opbouwen en onderhouden van een relatie met klant centraal?
A
Productieconcept
B
Productconcept
C
Verkoopconcept
D
Marketingconcept

Slide 18 - Quizvraag

Een kenmerk van een B2C markt is:
A
Is voornamelijk op zoek naar de beste prijs
B
relatief vaak rationele aankopen
C
vertrouwen in uw bedrijf is belangrijk
D
kleinere markt

Slide 19 - Quizvraag

Een voorbeeld van een initiële aankoop is:
A
Nog nieuwe spijkerbroek omdat dit merk lekker zit
B
Een auto na het behalen van je rijbewijs
C
Je hebt trek, je haalt iets te eten in de schoolkantine
D
Je hebt al een gewone fiets maar besluit een mountainbike te kopen om in de duinen te kunnen fietsen

Slide 20 - Quizvraag

De DMU is:
A
groep mensen betrokken bij het afhandelen van aankoop
B
groep mensen betrokken bij de aankoopbeslissing
C
groep mensen betrokken bij vaststellen assortiment
D
het management-team

Slide 21 - Quizvraag

Productlevenscyclus (PLC)
  • =  de verschillende fasen die een product of dienst doorloopt vanaf het moment dat het op de markt komt. 
  •  
  • Er wordt gekeken naar afzet in de tijd


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Fasen productlevenscyclus
De productlevenscyclus bestaat uit vier fasen:

 • Introductiefase
• Groeifase
• Volwassenheidsfase
• Neergangsfase

Slide 24 - Tekstslide

Introductiefase
Kenmerken van de introductiefase:

  • Het product komt net op de markt
  • Weinig naamsbekendheid en verkopen
  • Investeren in marketingactiviteiten
  • Er zijn geen of weinig concurrenten

Slide 25 - Tekstslide

Volwassenheidsfase
Kenmerken van de volwassenheidsfase:

  • Groei neemt af
  • Winst daalt
  • Concurrentie kan een prijzenoorlog voeren
  • Het kan wellicht verstandig zijn om je product te innoveren en te verbeteren
Marketingcampagnes blijven uitvoeren

Slide 26 - Tekstslide

Groeifase
Kenmerken van de groeifase:

  • Verkoopcijfers stijgen
  • Veel mensen zijn op de hoogte van het product of dienst
  • De concurrentie neemt toe
  • Je dient marketingactiviteiten uit te blijven voeren
  • De meeste winst wordt in de groeifase gemaakt
Investeringen uit de introductiefase terugverdienen

Slide 27 - Tekstslide

Eindfase / Neergangsfase
Kenmerken van de eindfase:

  • De markt is verzadigd
  • Vraag naar het product stagneert
  • Het product wordt alleen nog aangeboden aan de trouwe consument, maar verdwijnt gegeven moment uit de mark

Slide 28 - Tekstslide