Les klas 2: ch5 bron D ontkenning & taakje

Bonjour & bienvenue!
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bonjour & bienvenue!

Slide 1 - Tekstslide

Programme
- Révision: ontkenning
- Faites bron D ex. 19
- La tâche
- Kahoot



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Maak de goede combinaties
le dos
la main
le pied
le bras
la tête
de rug
de hand
de voet
de arm
het hoofd

Slide 4 - Sleepvraag

le lit
le bisou
fatigué(e)
repose-toi
penser
ce matin
toujours
malade
denken
altijd, nog steeds
het bed
rust uit
ziek
de kus
vanochtend
moe

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Fiche d'identité
Hoe heet je?
Hoe oud ben je?
Waar woon je?
Heb je broers en/of zussen?
Wat zijn je hobby's?

Voorbeeld:
(alles in het Frans! ;) )
La santé
Schrijf een verhaaltje over jezelf en je gezondheid.
Tu es en bonne santé? 
Tu fais du sport? 
Tu dors bien? 
Tu manges beaucoup de légumes et de fruits?

Geef een tip aan je lezer om gezond te blijven.

Slide 7 - Tekstslide

De ontkenning in het Frans
Ik ben in Parijs.
Je suis à Paris.

Ik ben niet in Parijs.
Je ne suis pas à Paris.

Slide 8 - Tekstslide

Soms verandert er iets..
Je cherche le prof.
Je ne cherche pas le prof.

J'aime le français.
Je n'aime pas le français.

Wat gebeurt er?

Slide 9 - Tekstslide

De ontkenning - la négation
De Nederlandse woorden niet en geen bestaan in het Frans uit twee woorden:
Ne ... pas
Ne staat vóór de persoonsvorm en pas direct erna:
Je ne comprends pas

Slide 10 - Tekstslide

De ontkenning - la négation
Ne verandert in n' voor een werkwoord dat begint met een klinker of stomme h:
Je n'aime pas la glace. (ik vind het ijsje niet lekker)
Je n'habite pas à Paris. (ik woon niet in Parijs)

Slide 11 - Tekstslide

De ontkenning - la négation
De ontkenning van c'est is:
 ce n'est pas.
De ontkenning van il y a is:
Il n'y a pas.

Slide 12 - Tekstslide

Je suis malade.
Je ne suis pas malade !

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

C'est un problème.
Stap 1: Ce est pas un problème.
Stap 2: Ce n'est pas un problème. 

Slide 15 - Tekstslide

La négation - herhaling
ne ... pas = ... / ...

Slide 16 - Tekstslide

La négation - herhaling
ne ... pas = niet / geen

Slide 17 - Tekstslide

La négation - herhaling
ne ... pas = niet / geen

Slide 18 - Tekstslide

La négation - herhaling
                 ne ... pas = niet / geen


                       pv



Slide 19 - Tekstslide

La négation - herhaling
Nous donnons le cadeau.           Wij geven het cadeau.

 ...                                                              Wij geven het cadeau niet.

Slide 20 - Tekstslide

La négation - herhaling
Nous donnons le cadeau.           Wij geven het cadeau.

 ...                                                              Wij geven het cadeau niet.

Slide 21 - Tekstslide

La négation - herhaling
Nous donnons le cadeau.                    Wij geven het cadeau.

Nous NE donnons PAS le cadeau.    Wij geven het cadeau niet.

Slide 22 - Tekstslide

Négation
ne ... pas
ne ... pas encore
ne ... plus
ne ... jamais
ne ... rien
ne ... personne
Ontkenning
niet / geen
nog niet
niet meer
nooit
niets
niemand

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Page 181

Schrijf onder de afbeelding kort wat waarom de jongen in het ziekenhuis ligt:

Pourquoi est-il dans l'hôpital? Il est dans l'hôpital, parce que...
Vervolgens vul je de tekstballon in. Wat zeggen ze tegen elkaar? 

Gebruik de zinnen van bron C op pagina  42

Gebruik een ontkenning in het verhaaltje!


Slide 26 - Tekstslide

Les devoirs
Faire: bron D ex. 19 & laat tâche à la page 24 & 44
Apprenez voca E & F à la page 40

Slide 27 - Tekstslide





le lit
le bisou
fatigué(e)
repose-toi
penser
ce matin
toujours
malade

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Fiche d'identité
Hoe heet je?
Hoe oud ben je?
Waar woon je?
Heb je broers en/of zussen?
Wat zijn je hobby's?

Voorbeeld:
(alles in het Frans! ;) )
La santé
Schrijf een verhaaltje over jezelf en je gezondheid.
Tu es en bonne santé? 
Tu fais du sport? 
Tu dors bien? 
Tu manges beaucoup de légumes et de fruits?

Geef een tip aan je lezer om gezond te blijven.

Slide 30 - Tekstslide

Tekst
st
Au revoir!

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video