Les klas 2 - H + grammaire ontkenningen

Bonjour!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour!

Slide 1 - Tekstslide

    Programme
Schrijfopdrachten
Le jeu du corps humain
Kahoot?

Slide 2 - Tekstslide

Exercices d'écrite

Fiche d’identité + vacances 
Project partie 1 t/m 3 (periode 1)
Stripverhaal Toonytools
Patiënt
Dokter
Wat doe je om gezond te blijven?
Bezoek aan Lille (Lees francofolie en vertel over een dagje Lille aan de hand van de informatie uit de tekst)
Opdracht 35 in je werkboek

Slide 3 - Tekstslide

chez le médecin

Slide 4 - Tekstslide

Je bent de dokter en een patiënt komt binnen. Begroet hem/haar en maak vragen die je je patiënt kunt stellen.

- Heb je koorts?
- Slaap je goed?
- Eet je veel groente/fruit?
- Doe je aan sport?
- Ben je vaak ziek?
- Heb je medicijnen genomen?

Zet het verhaaltje op je Padlet. Oefen ermee met een klasgenoot.

Slide 5 - Tekstslide

Wat doe jij om gezond te blijven?
Schrijf een verhaaltje over jezelf. 

Tu es en bonne santé? 
Tu fais du sport? 
Tu dors bien? 
Tu manges beaucoup de légumes et de fruits?

Zet het verhaaltje op je Padlet. Oefen ermee met een klasgenoot.

Slide 6 - Tekstslide

Welke ontkenningen
ken je nog?

Slide 7 - Woordweb

Ontkenning
timer
0:10

Slide 8 - Tekstslide

De ontkenning in het Frans
Ik ben in Parijs.
Je suis à Paris.

Ik ben niet in Parijs.
Je ne suis pas à Paris.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is dus de plaats van de ontkenning in het Frans?

Slide 10 - Open vraag

Soms verandert er iets..
Je cherche le prof.
Je ne cherche pas le prof.

J'aime le français.
Je n'aime pas le français.

Wat gebeurt er?

Slide 11 - Tekstslide

Zet de ontkenning op de goede plek:
Je trouve mon livre.

Slide 12 - Open vraag

Zet de ontkenning op de goede plek:
Maxime adore le foot.

Slide 13 - Open vraag

Zet de ontkenning op de goede plek:
Nous habitons à Nice.

Slide 14 - Open vraag

Zet de ontkenning op de goede plek:
Ils sont à Marseille.

Slide 15 - Open vraag

Zet de ontkenning op de goede plek:
Je joue avec mon frère.

Slide 16 - Open vraag

De ontkenning - la négation
De Nederlandse woorden niet en geen bestaan in het Frans uit twee woorden:
Ne ... pas
Ne staat vóór de persoonsvorm en pas direct erna:
Je ne comprends pas

Slide 17 - Tekstslide

De ontkenning - la négation
Ne verandert in n' voor een werkwoord dat begint met een klinker of stomme h:
Je n'aime pas la glace. (ik vind het ijsje niet lekker)
Je n'habite pas à Paris. (ik woon niet in Parijs)

Slide 18 - Tekstslide

De ontkenning - la négation
De ontkenning van c'est is:
 ce n'est pas.
De ontkenning van il y a is:
Il n'y a pas.

Slide 19 - Tekstslide

Geen of niet in het Frans    bij een zin in de tegenwoordige tijd: 

 Je ne mange pas

 je n'aime pas    -  je n'habite pas -  je n'oublie pas

Let op! =>  c'est difficile!=> ce n'est pas difficile!


Slide 20 - Tekstslide

Je suis malade.
Je ne suis pas malade !

Slide 21 - Tekstslide

Tu as trois chats? 
Non, je n'ai pas trois chats. 
J'ai six chats !

Slide 22 - Tekstslide

De ontkenning: niet/geen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Je donne le cadeau à Michel.
Je ne donne pas le cadeau à Michel. 

Slide 25 - Tekstslide

Il note les devoirs.
Il ne note pas les devoirs.

Slide 26 - Tekstslide

J'habite à Paris.
Stap 1: Je habite à Paris.
Stap 2: Je n'habite pas à Paris.

Slide 27 - Tekstslide

C'est un problème.
Stap 1: Ce est pas un problème.
Stap 2: Ce n'est pas un problème. 

Slide 28 - Tekstslide

Questions?

Slide 29 - Tekstslide

Les devoirs
Faire: Bron H & chez le médecin
Jeudi:
- Révision de la négation
- Parler
- Étudier & écrire

Slide 30 - Tekstslide

Tekst
st
Au revoir!

Slide 31 - Tekstslide