4.1 B en 4.2 D decimale en grote getallen

Hoofdstuk 4 Getallen
4.1 B en 4.2 D decimale en grote getallen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 Getallen
4.1 B en 4.2 D decimale en grote getallen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Huiswerk bespreken.
  • Terugblikken.
  • 4.1 B Decimale getallen.
  • 4.2 D Grote getallen.
  • Aan de slag!



Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Vragen?

Slide 3 - Tekstslide

Terugblikken Waarde van cijfers
Het getal 2305,67 bestaat uit 6 cijfers die allemaal een verschillende waarde hebben:

Slide 4 - Tekstslide

Decimale getallen
Decimale getallen zijn getallen met cijfers achter de komma.
1 decimaal
2 decimalen
3 decimalen

Slide 5 - Tekstslide

Plaats op de getallenlijn: tussen 2 hele getallen

Slide 6 - Tekstslide

Of tussen 2 decimale getallen
6,38 > 6,3    want    6,3 = 6,30   en   38 > 30
6,38 < 6,4    want    6,4 = 6,40  en   38 < 40

Slide 7 - Tekstslide

Sleep naar de juiste plek:
0,8
3,25
4,75

Slide 8 - Sleepvraag

Zet op volgorde van klein naar groot.
5
4,69
4
4,3
4,8
4,03

Slide 9 - Sleepvraag

Grote getallen
Grote getallen kun je in woorden schrijven of met cijfers:




19,6 miljoen schrijf je als 19 600 000
52 650 000 000 schrijf je als 52,65 miljard

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf 19,6 miljoen in cijfers
(denk aan de spaties!)

Slide 11 - Open vraag

Schrijf 5 190 000 in woorden
(eerst het getal en dan het woord)

Slide 12 - Open vraag

Aan de slag!
Leren:
Theorie B en D op blz. 197 en 204

Maken:
opg.  9, 10, 12, 14, 16 op blz. 198
opg. 39, 40, 41, 42 op blz. 206

Dit is huiswerk voor dinsdag 14 januari.




timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide