Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Blok 4 gt(h)
Lijdend voorwerp (lv)
Het
lijdend voorwerp
is een zinsdeel.
Bij het lijdend voorwerp 'overkomt iemand' of 'ondergaat een onderwerp' iets.
Lijdend voorwerp (lv)
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lijdend voorwerp (lv)
Het
lijdend voorwerp
is een zinsdeel.
Bij het lijdend voorwerp 'overkomt iemand' of 'ondergaat een onderwerp' iets.
Lijdend voorwerp (lv)
Slide 1 - Tekstslide
Het lijdend voorwerp
wie/wat + wwg + onderwerp = lijdend voorwerp.
Wie of wat
+
wwg
+
lijdend voorwerp
onderwerp
=
Slide 2 - Tekstslide
lijdend voorwerp
Voorbeeld het lijdend voorwerp
Slide 3 - Tekstslide
Lijdend voorwerp
De kok slijpt zijn mes in zijn keuken.
A
De kok
B
zijn mes
C
zijn keuken
D
slijpt
Slide 4 - Quizvraag
Meewerkend voorwerp
In zinnen met een lijdend voorwerp kan ook een meewerkend voorwerp staan.
Het meewerkend voorwerp geeft aan
aan of voor wie
iets is.
Slide 5 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp
Een meewerkend voorwerp is iemand die
meewerkt
met het onderwerp. Het meewerkend voorwerp
ontvangt
iets.
Leon geeft een cadeau aan Emma.
Let op! Niet iedere zin heeft een meewerkend voorwerp.
Slide 6 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp met 'aan'
Een meewerkend voorwerp kan beginnen met 'aan', maar dat hoeft niet altijd.
Als 'aan' niet aan het meewerkend voorwerp voorafgaat, kan het vaak worden toegevoegd.
Slide 7 - Tekstslide
Is dit een meewerkend voorwerp?
'We willen een cadeaubon kopen
voor de trainer
.'
A
Wel een meewerkend voorwerp
B
Geen meewerkend voorwerp
Slide 8 - Quizvraag
Is dit een meewerkend voorwerp?
Hij geeft al zijn geld aan arme mensen.
aan arme mensen =
A
Wel een meewerkend voorwerp
B
Geen meewerkend voorwerp
Slide 9 - Quizvraag
Is dit een meewerkend voorwerp?
'Heb jij een voldoende
van de docent
gekregen?'
A
Wel een meewerkend voorwerp
B
Geen meewerkend voorwerp
Slide 10 - Quizvraag
Benoem het meewerkend voorwerp. Geen meewerkend voorwerp? Noteer dan een streepje
Zij heeft het mij toch verteld.
Slide 11 - Open vraag
Benoem het meewerkend voorwerp. Geen meewerkend voorwerp? Noteer dan een streepje
Zij heeft hem het nieuwtje al verteld.
Slide 12 - Open vraag
Benoem het meewerkend voorwerp. Geen meewerkend voorwerp? Noteer dan een streepje
Heb je voor mij ook een blikje meegebracht?
Slide 13 - Open vraag
Benoem het meewerkend voorwerp. Geen meewerkend voorwerp? Noteer dan een streepje
Ik hang mijn schilderij aan de muur.
Slide 14 - Open vraag
Theorie enkelvoudige en samengestelde zinnen
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Huiswerk voor dinsdag 6 februari
- Maak opdracht 1a en 1b op pagina 103 en 104
- Maak opdracht 4, 5, 6 en 7.
Slide 19 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
blok 2 grammatica( opdr 567) (rvl)
December 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
blok 2 grammatica( opdr 567) (rvl)
Oktober 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
Het lijdend voorwerp
November 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
PV-WWG-OND-LV
November 2024
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Grammatica herhaling 28 nov
29 dagen geleden
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
meewerkend voorwerp
Februari 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
lv & meewerkend voorwerp les 2
Oktober 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
meewerkend voorwerp
Maart 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4