Taal herhaling les 10
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Negeren
A
Bijzonder, heel speciaal
B
Net doen alsof iemand er niet is
C
Zeggen dat iemand er niet is
D
Iemand niet leuk vinden
Slide 5 - Quizvraag
De knoop doorhakken
A
Je mening geven
B
Glijdend ontsnappen
C
Een beslissing nemen
D
Naar huis fietsen
Slide 6 - Quizvraag
De contactsleutel
A
Hiermee kun je contact krijgen
B
De sleutel die je gebruikt om je auto te starten
C
De sleutel die je gebruikt voor het stopcontact
D
Gereedschap voor een elektricien
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Hoe herken je een samengestelde zin?
A
Voegwoord
B
2 onderwerpen
C
2 persoonsvormen
D
1 onderwerp
Slide 9 - Quizvraag
Schrijf een samengestelde zin
Slide 10 - Open vraag
Een samengestelde zin heeft vaak een voegwoord
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Ze lachen ... hun grapje
A
Voor
B
Om
C
Aan
Slide 13 - Quizvraag
Fenne is boos ... mij
A
Op
B
Aan
C
Naar
D
Voor
Slide 14 - Quizvraag
Dan houden ze op ... ruziemaken
A
Van
B
Naar
C
Op
D
Met
