Thema 3_week 2_les 6_woordenschat

Taal, woordenschat 
thema 3, week 2
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Taal, woordenschat 
thema 3, week 2

Slide 1 - Tekstslide

de voorruit
A
d
B
g
C
f
D
b

Slide 2 - Quizvraag

de contactsleutel
A
b
B
c
C
d
D
e

Slide 3 - Quizvraag

de pook
A
g
B
a
C
d
D
e

Slide 4 - Quizvraag

het dashboard
A
g
B
a
C
b
D
c

Slide 5 - Quizvraag

Albert maakt een *dashboard/documentaire*
over Nederlandse zangers.
A
dashboard
B
documentaire

Slide 6 - Quizvraag

Hij twijfelt of hij Stan Stensen zal filmen. Albert
vindt dat iedereen Stan *overschat/onderschat*.
A
overschat
B
onderschat

Slide 7 - Quizvraag

Zijn vriend Bo zegt: 'Je kunt Stan niet
*negeren/hakkelen, hij is zo populair!'
A
negeren
B
hakkelen

Slide 8 - Quizvraag

Albert *hakt de knoop door/negeert hem*
en belt Stan.
A
hakt de knoop door
B
negeert hem

Slide 9 - Quizvraag

Stan is enthousiast en belooft Albert
*pook/exclusief* beeldmateriaal van zijn
huis en de kinderen.
A
pook
B
exclusief

Slide 10 - Quizvraag

Albert en zijn cameraploeg *negeren/manoeuvreren* voorzichtig
door het overvolle huis van Stan.
A
negeren
B
manoeuvreren

Slide 11 - Quizvraag

*Ontglipt/Hakkelend beantwoord Stan
de vragen. Albert baalt ervan dat hij voor
niets is gekomen.
A
Ontglipt
B
Hakkelend

Slide 12 - Quizvraag

Maar ineens begint Stan te zingen.
Het klinkt zo mooi, dat de microfoon
Albert bijna *ontglipt/negeert*.
A
ontglipt
B
negeert

Slide 13 - Quizvraag

Op de weg naar huis belt Albert Bo.
'Ik heb Stan *overschat/onderschat*.
Hij is echt geweldig!'
A
overschat
B
onderschat

Slide 14 - Quizvraag