Woordenschat

Woordenschat
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
In deze les controleren we of je de lesstof begrepen hebt .
synoniemen
tegengestelde
voorvoegsel
figuurlijk taalgebruik

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het synoniem van grootvader

Slide 3 - Open vraag


Slide 4 - Open vraag

Wat is de betekenis van onbegaanbaar?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de betekenis van jutten

Slide 6 - Open vraag

Wat is de betekenis van overblijfselen?

Slide 7 - Open vraag

Wat is de betekenis van stikheet?

Slide 8 - Open vraag

Wat is de betekenis van flora en fauna?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de betekenis van draadloos?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de betekenis van wanbetalers?

Slide 11 - Open vraag

Is de zin letterlijk of figuurlijk bedoeld?
Luca kan bij de wel een potje breken, want hij is erg aardig.
A
Letterlijk
B
figuurlijk

Slide 12 - Quizvraag

Is de zin letterlijk of figuurlijk bedoeld?
Toen de inbreker betrapt werd, koos hij het hazenpad.
A
Letterlijk
B
figuurlijk

Slide 13 - Quizvraag

Is de zin letterlijk of figuurlijk bedoeld?
De docent legde iets uit over het lijdend voorwerp, maar ik kon er geen touw aan vastknopen.
A
Letterlijk
B
figuurlijk

Slide 14 - Quizvraag

Is de zin letterlijk of figuurlijk bedoeld?
Ik heb een ladder tegen de appelboom gezet, dus je kunt de boom in.
A
Letterlijk
B
figuurlijk

Slide 15 - Quizvraag

Een ontslagen werknemer vindt de bestuursleden oplichters en vertelt het hele verhaal aan een journalist.
A
buiten zichzelf van woede zijn
B
daarmee is de kous af
C
de vuile was buiten hangen

Slide 16 - Quizvraag

De zanger heeft in een interview per ongeluk onthuld wie het gastoptreden tijdens zijn concertreeks zal verzorgen.
A
de bloemetjes buiten zetten
B
goed beslagen ten ijs komen
C
zijn mond voorbij praten

Slide 17 - Quizvraag

Voordat Marion haar eerste autootje kocht, heeft ze daarover goed nagedacht.
A
er een nachtje over slapen
B
geen rooie cent waard
C
goed beslagen ten ijs komen

Slide 18 - Quizvraag

De keeper en de trainer hebben het incident op de training uitgepraat.
A
buitengesloten zijn
B
daarmee is de kous af
C
ergens buiten staan

Slide 19 - Quizvraag