TH2: Woordenschat proeftoets

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Proeftoets woordenschat 

H1 tot H5

1. Wat betekenen de woorden in de linker rij? Maak de juiste combinaties.

actief

huidige

regio

bedoeling

bezig

tegenwoordig

nauwkeurig aangeven

plaats waar iemand of iets zich bevindt

streek

2. Welke zin is letterlijk bedoeld?

1. De docent legde iets uit over het lijdend voorwerp, maar ik kon er geen touw aan vastknopen.
2. Toen Maartje keelontsteking had, vroeg de huisarts: ‘Laat me het achterste van je tong zien.’
3. Luca kan bij de meeste mensen wel een potje breken, want hij is erg aardig.

3. Welke zin is figuurlijk bedoeld?

1. Donna zat in de put, omdat haar nieuwe fiets was gestolen.
2. Ik probeerde in het zadel te komen, maar ik werd door de stalknecht over het paard getild.
3. Björn is vorige week 14 jaar geworden, dus voorlopig is hij nog niet jarig.

4. Bij welk woord zoek je de figuurlijke betekenis van deze uitdrukkingen/spreekwoorden?
- de beste stuurlui staan aan wal

5. Bij welk woord zoek je de figuurlijke betekenis van deze uitdrukkingen/spreekwoorden?
- de appel valt niet ver van de boom

6. Welke uitdrukking past het best bij de zin?
Een ontslagen werknemer vindt de bestuursleden oplichters en vertelt het hele verhaal aan een journalist.

1. buiten zichzelf van woede zijn
2. daarmee is de kous af
3. de vuile was buiten hangen

7. Welke uitdrukking past het best bij de zin?
De zanger heeft in een interview per ongeluk verteld wie het gastoptreden tijdens zijn concertreeks zal verzorgen.

1. de bloemetjes buiten zetten
2. goed beslagen ten ijs komen
3. zijn mond voorbij praten

Lees tekst 1.
8. Wat betekent ‘dat is de hamvraag’?

Lees tekst 1.
9. Is de hamvraag tijdens de quiz Mastklimmen letterlijk of figuurlijk bedoeld? Leg je antwoord uit.

10. Wat betekenen de woorden in de linker rij? Maak de juiste combinaties.

aanprijzen

gebruikelijke

verschrompelen

aanbevelen

gewone

in elk geval

kleiner en rimpeliger worden

kleiner worden

overdreven aandacht

11. Wat is de overeenkomst tussen de woorden ‘non-verbaal’ en ‘ongezond’ gelet op de betekenis?

Vul een passend voorvoegsel in.
12. Eindhoven was gastheer van de […wedstrijd] tussen Nederland-Spanje.

Vul een passend voorvoegsel in.
13. De […-man] van onze buurvrouw zit voor zijn werk veel in het buitenland.

Lees tekst 2.
14. Welk synoniem voor ‘zuilen’ staat in de tekst?

Lees tekst 2.
15. Wat betekent het onderstreepte woord ‘permanent’?

Lees tekst 2.
16. Wat betekent ‘onduidelijk’ in de laatste zin?

Lees tekst 2.
17. Welke uitdrukking is van toepassing op de vrouw?

1. de smaak te pakken hebben
2. onder de blote hemel
3. nog niet jarig zijn

18. Wat betekenen de woorden in de linker rij? Maak de juiste combinaties.

bijzondere

diverse

passeren

ongewone

heel mooi vinden

sierlijke

op hetzelfde ogenblik

verschillende

voorbijgaan

19. Welk woord heeft een achtervoegsel?

1. achteruit
2. grijsaard
3. klokhuis
4. verdelen

20. Welk woord herken je in ‘atletisch’?

Noteer de juiste vorm van het woord.
21. vormen
De […] van echte sneeuwvlokken begint ongeveer bij zes graden onder nul.

Noteer de juiste vorm van het woord.
22. produceren

De […] van pepernoten gaat het hele jaar door.

Lees tekst 3.
23. Noteer de betekenis van ‘zichtbaar’ (al. 1).

Lees tekst 3.
24. Noteer drie woorden met een achtervoegsel uit alinea 2.

Lees tekst 3.
25. Geef een tegenstelling voor ‘verwachtingsvol’ (al. 3).