lidwoorden en zelfstandig naamwoorden
1 / 14
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een lidwoord?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Ik loop naar de school.
A
ik
B
loop
C
de
D
school
Slide 5 - Quizvraag
Het schoolplein is prachtig.
A
het
B
schoolplein
C
is
D
prachtig
Slide 6 - Quizvraag
Jan rent naar een rekstok.
A
Jan
B
rent
C
naar
D
een
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Noem 3 zelfstandig naamwoorden:
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Jan eet zijn koekje op.
A
eet
B
zijn
C
koekje
D
op
Slide 11 - Quizvraag
De poes is lief.
A
de
B
poes
C
is
D
lief
Slide 12 - Quizvraag
De dokter luistert naar mij.
A
dokter
B
luistert
C
naar
D
mij
