3V Week 9, les 1 chap 5

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
frMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
- Uitleg source i + Oefenen source i 

--> De taak van week 9+10 komt uiterlijk woensdagmiddag 03/03/21 online op magister.me
De taak is: maken oefentoets in WOOTS, deze zet de docent voor je klaar (hou magister huiswerk in de gaten) + online maken slim stampen i + c (screenshot inleveren in magister.me)

Slide 2 - Tekstslide

Source i - L'adverbe
- Een bijwoord zegt iets over een : 1. werkwoord

EXEMPLE:
- La belle fille chante fortement à toutes les chansons.
Het mooie meisje zingt hard mee met alle liedjes.
Forte zegt iets over het zingen, zingen = een werkwoord.
 

Slide 3 - Tekstslide

Source i - L'adverbe
- Een bijwoord zegt iets over een : 2. bijvoeglijk naamwoord
bijvoeglijk naamwoord: belle, grand, rouge
EXEMPLE: très rouge
- Een bijwoord zegt iets over: 3. een ander bijwoord
EXEMPLE: il roule trop vite (hij rijdt te hard)

4. Of over een hele zin: Finalement, elle a trouvé son sac à dos.
 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het bijwoord?
Il roule lentement chez sa maison.
A
roule
B
lentement

Slide 5 - Quizvraag

Tu trouveras probablement vite quelques adverbes.
A
trouveras
B
probablement
C
vite

Slide 6 - Quizvraag

Ma mère était très fatiguée aujourd'hui.
A
très
B
fatigue

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Maak het bijwoord:
Terrible wordt?
timer
0:30

Slide 11 - Open vraag

Maak het bijwoord:
Facile wordt?
timer
0:30

Slide 12 - Open vraag

Maak het bijwoord:
Rapide wordt?
timer
0:30

Slide 13 - Open vraag

Maak het bijwoord:
Bon wordt?
timer
0:30

Slide 14 - Open vraag

Au travail!
Jullie krijgen 10 minuten om in de Break-out Rooms in 2 tallen te werken aan de opdrachten van Source i.

Exercice: 31b,c + 32a,b,c,d,e

Voor de tijd klaar?  Ga met elkaar de woordjes A en B oefenen.

timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Réponses 31 b
1. vraiment
2. rapidement
3. actuellement
4. incroyablement
5. longtemps
6. malheureusement

Slide 16 - Tekstslide

Réponses 31 c
1. bijvoeglijknaamwoord
2. werkwoord
3.  ander bijwoord
4. hele zin
5. werkwoord
6. bijvoeglijknaamwoord

Slide 17 - Tekstslide

Réponses 32 a + b
Exercices 32a et 32b
1 X doux doucement                     5 sauvage sauvagement
2 X lent lentement                        6 X gratuit gratuitement
3 X actif activement               7 bizarre bizarrement
4 X sérieux sérieusement                  8 passionné passionnément


Slide 18 - Tekstslide

Réponses 32 c 
Exercice 32c
1 bonne Elle chante très bien.
2 indépendant Il vit indépendamment de ses parents.
3 premier Premièrement, la solution doit être trouvée.
4 gentille Les élèves font gentiment ce que le prof demande.
5 long Il faut voyager longtemps pour arriver à destination.
6 mauvais Il a également mal joué le week-end dernier.


Slide 19 - Tekstslide

Réponses 32 d

Slide 20 - Tekstslide

Réponses 32 e

1 mieux
2 sérieusement
3 facilement
4 vraiment
5 terriblement
6 seulement

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide