In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Quiz paragraaf 8.1
Slide 1 - Tekstslide
Scheidingsmethode
Werkt door een verschil in...
Dichtheid
Deeltjesgrootte
Kookpunt
Aanhechting
Oplosbaarheid
Destilleren
Filteren en zeven
Indampen
Extraheren
Adsorberen
Bezinken en afschenken
Slide 2 - Sleepvraag
Scheidingsmethode
Welk soort mengsel scheid je?
Suspensie
Oplossing
Emulsie
Twee vaste stoffen
Destilleren
Filteren en zeven
Indampen
Extraheren
Adsorberen
Bezinken en afschenken
Slide 3 - Sleepvraag
Slide 4 - Tekstslide
Raketten gebruikten WO II vloeibare hydrazine (N2H4 ) als brandstof.
In de motor liet men hydrazine in een redoxreactie reageren met waterstofperoxide
(H2O2). De halfreactie van hydrazine kan als volgt worden weergegeven:
N2H4 → N2 + 4 H+ + 4e-
Slide 5 - Tekstslide
Geef de halfreactie van waterstofperoxide en de totaal reactie
Slide 6 - Open vraag
Is deze reactie exotherm of endotherm?
A
exotherm
B
endotherm.
Slide 7 - Quizvraag
Men brengt een stukje calcium in een oplossing van kaliumchloride. Wat is de halfreactie van de oxidator?
A
Cl₂ + 2e- -> 2 Cl⁻
B
Ca-> Ca²⁺ + 2 e⁻
C
2 H₂O + 2 e- -> H₂ + 2OH⁻
D
Ca²⁺ + 2 e⁻ -> Ca
Slide 8 - Quizvraag
Men brengt een stukje calcium in een oplossing van kaliumchloride. Wat is de halfreactie van de reductor?
A
2 Cl⁻ -> Cl₂ + 2 e⁻
B
Ca -> Ca²⁺ + 2 e⁻
C
K -> K⁺ + e⁻
D
Ca²⁺ + 2 e⁻ -> Ca
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel elektronen horen er in deze halfreactie te staan?
IO3−+3H2O→H5IO6+H+
A
1 elektron links
B
1 elektron rechts
C
2 elektronen links
D
2 elektronen rechts
Slide 10 - Quizvraag
Hoeveel elektronen horen er waar in deze halfreactie te staan?
Zn(s)+2OH−→ZnO(s)+H2O
A
links e⁻
B
rechts e⁻
C
links 2e⁻
D
rechts 2e⁻
Slide 11 - Quizvraag
opgave: Sedimentbrandstofcel
Sedimentbrandstofcellen zijn elektrochemische cellen op de zeebodem. Ze maken gebruik van verschillen in concentraties van stoffen in de zeebodem. Een sediment-brandstofcel bestaat uit twee elektroden.
Eén elektrode bevindt zich in de bovenste laag van de bodem, de andere iets dieper. Aan de bovenste elektrode reageert zuurstof met water als oxidator. Aan de onderste elektrode reageert waterstofsulfide in de bodem tot vast zwavel en H+.
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de juiste halfreactie voor de omzetting van zuurstof in water aan de bovenste elektrode?
A
O2+4e−→2O2−
B
O2+2H2O+4e−→4OH−
C
O2+4H++4e−→2H2O
D
O2+H2O→O3+2H++2e−
Slide 13 - Quizvraag
Geef de halfreactie van waterstofsulfide aan de onderste elektrode (gebruik Binas).
Slide 14 - Open vraag
Geef de totaalvergelijking van deze sedimentbrandstofcel.
Slide 15 - Open vraag
Welke elektrode is de positieve elektrode van deze sedimentbrandstofcel?
A
de bovenste is de positieve (+), want hier reageert zuurstof als oxidator
B
de bovenste is de positieve (+), want hier reageert zuurstof als reductor
C
de onderste is de positieve (+), want hier reageert H2S als oxidator
D
de onderste is de positieve (+), want hier reageert H2S als reductor
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de invloed van de verdelingsgraad op de reactiesnelheid?