In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Opbloei en macht van de stad
tijdvak 4 Steden en staten
1000 - 1500
Slide 1 - Tekstslide
Samenleving
Tot ±1000 - West-Europa agrarische samenleving (autarkie; hofstelsel met horigheid)
Vanaf ±1000 - West-Europa een agrarisch-urbane samenleving (landbouw met steden, dus handel en nijverheid)
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt met voorbeelden uitleggen waardoor de landbouwopbrengsten in de 11e eeuw toenamen.
Je kunt uitleggen hoe bevolkingsgroei, specialisatie en de opkomst van steden gevolgen waren van de toegenomen voedselproductie.
je weet in welke gebieden in Europa de overgang van een landbouw samenleving naar een landbouwstedelijke samenleving begon
Je kunt met voorbeelden beschrijven hoe de opkomst van handel leidde tot de opkomst van jaarmarkten en havensteden in Europa.
Je weet waarom burgers en boeren door de opkomst van steden meer vrijheid kregen.
Je weet hoe door de economische macht van de steden hun zelfstandigheid toenam.
Slide 3 - Tekstslide
Ontstaan agrarisch-urbane samenleving
Oorzaken
toename van de veiligheid (geen oorlogen en/of Vikingen meer
toename van de voedselproductie, door:
technische vernieuwingen in de landbouw (andere ploeg, paard voor ploeg)
drieslagstelsel vervangt tweeslagstelsel
ontginningen zorgen voor meer landbouwgrond
Vlaanderen profiteerde het eerste van deze vernieuwingen en ontginningen. Vanuit Vlaanderen verspreidde dit zich over de rest van de Nederlanden.
Slide 4 - Tekstslide
Bevolkingsgroei
Aan het einde van de ME werden gronden ontgonnnen.
Betere landbouwmethodes zorgenden voor meer voedsel.
Voorbeelden van betere landbouwmethodes, verbeterde ploeg, effectiever bemesten en het 3-slagstelsel.
Doordat er meer voedsel kwam, verdwenen hongersnoden (grotendeels) en werden mensen gezonder. Hierdoor ontstond er een enorme bevolkingsgroei.
Vooral in Vlaanderen en Noord- Italie groeide de bevolking sterk.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Handel en nijverheid
In de vroege Middeleeuwen was elk dorp autarkisch (=zelfvoorzienend).
Door betere landbouwmethodes en bevolkingsgroei: specialisatie (er ontstaat weer nijverheid).
Ambachtslieden gingen wonen op een veilge, drukke plek.
Steden ontstaan bij knooppunten van wegen/ bij kastelen.
Door toenemende handel en nijverheid groeiden de steden weer. Terugkeer landbouw-stedelijke samenleving
Slide 8 - Tekstslide
Handelsgebieden in Europa
Slide 9 - Tekstslide
1000 tot 1300 --> 30 miljoen mensen extra!
Dankzij het voedseloverschot wat onstond door landbouwverbeteringen!
Slide 10 - Tekstslide
Gent en Brugge
Wolproductie in Vlaanderen zorgde voor een bloeiende textielnijverheid in Vlaamse steden.
In Vlaamse steden werd laken (wollen stof) geproduceerd van hoge kwaliteit.
Vlaamse steden kregen een marktfunctie voor de regio.
Slide 11 - Tekstslide
De Hanze
Handelaren organiseerden zich in koopmansgilden.
Noodzakelijke samenwerking om elkaar bij te staan op reis (veiligheid) en om kapitaal bij elkaar te krijgen voor handelsreizen.
Steden organiseerden zich in Hanzen: Samenwerkingsverbanden van steden en handelaren tijdens de Middeleeuwen.
Steden die in een Hanze samenwerkten gaven elkaars handelaren bescherming en allerlei handelsvoordelen.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Interregionale handel
Noord- Italiaanse handelssteden handelden in het Oostelijk gedeelte van het Middellandse Zeegebied. Italiaanse handelaren trokken naar Frankrijk jaarmarkten om goederen te kopen en verkopen.
Vanaf de 14e eeuw werden jaarmarkten minder belangrijk ivm oorlogsgeweld en hoge belastingen.
Genua en Venetië handelden nu direct met de Vlaamse handelssteden, over zee. Handel over zee werd steeds belangrijker!
Slide 14 - Tekstslide
Stadsstichtingen
Edelen bevorderden de groei van steden (meer steden = meer dit belastingopbrengsten)
Edelen probeerden extra steden te stichten en gaven extra vrijheden aan deze steden. Zo probeerden ze te bereiken dat handelaren en ambachtslieden zich daar vestigden. (en dit leverde weer extra belastingen op.....)
Versterkte stad/ dorp kon bovendien de edelman bijstaan om zijn grondgebied te verdedigen.
Slide 15 - Tekstslide
“Ik, Otto, graaf van Gelre en Zutphen, heb van de plaats Arnhem een stad gemaakt en daaraan alle vrijheid verleend, opdat deze stad en de mensen die erin wonen en erin zullen wonen, zich in vrijheid mogen verheugen…”. 13 juli 1233
Arnhem krijgt stadsrechten.
Slide 16 - Tekstslide
De Sabelspoort, de enig overgebleven stadspoort uit de middeleeuwen in Arnhem
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Stadsstichtingen
Vrijheden en voorrechten lokten veel mensen naar de stad.
Maar door de massale trek van horigen naar de stad, ontstond een tekort aan horigen op de domeinen.
Oplossing: adel verlaagde de belastingen te verlagen en verminderde de herendiensten.
De opkomst van steden zorgde dus voor vrijheid voor iedereen.
Slide 19 - Tekstslide
Stadsbestuur
De stedelingen probeerden om invloed te krijgen op het bestuur van de stad en de rechtspraak.
In ruil voor de belastingen of voor geld dat werd geleend aan de edelman, eisten ze stadsrechten .
Door deze stadsrechten mocht een edelman bijvoorbeeld geen recht meer spreken in een stad. Patriciërs gingen rechtspreken en werden schepen.
Burgers hadden door deze rechten meer invloed op het bestuur dan mensen in dorpen.
Slide 20 - Tekstslide
Meer vrijheid
De opkomst van de steden voor meer vrijheid voor de bevolking, zowel in de steden als op het platteland.
Slide 21 - Tekstslide
zelf verder werken
maak opdr.1,2,3,5 en 6 online of in je schrift/zelf nakijken met antwoordenblad (zie jaarbijlagen in SOM)