In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
4.1 Opbloei en de macht van de stad.
Slide 1 - Tekstslide
Lesvolgorde
Huiswerk nakijken
Moeilijke woorden
4.1 Opbloei en de macht van de stad
Vragen
Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
4.1 Moeilijke woorden?
Slide 3 - Woordweb
Leerdoelen
Met voorbeelden uit kunnen uitleggen waardoor de landbouwopbrengsten in de 11e eeuw toenamen.
Weten dat toenemende voedselproductie zorgde voor bevolkingsgroei, specialisatie (in beroepen) en groei van de steden.
Weten welke gebieden in West-Europa landbouw-stedelijk werden.
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen
Met voorbeelden kunnen beschrijven hoe de opkomende handel en nijverheid leidde tot de opkomst van jaarmarkten en belangrijke havensteden in Europa.
Weten waardoor burgers in de steden en op het platteland meer vrijheid kregen.
Weten hoe door de economische macht van steden hun zelfstandigheid toenam.
Slide 5 - Tekstslide
Kenmerkend aspect
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving .
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
Slide 6 - Tekstslide
Bevolkingsgroei
Meer landbouwopbrengsten door:
Woeste gronden ontginnen (meer landbouwgrond)
Betere landbouwtechnieken (zware ploeg met paard)
Effectievere bemesting (minder uitputting grond)
Drieslagstelsel
Zie bron 5 blz. 64
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Bevolkingsgroei
Meer landbouwgrond en betere landbouwtechnieken --> meer voedsel --> bevolkingsgroei
Slide 9 - Tekstslide
Handel en nijverheid
Vroege Middeleeuwen dorpen zelfvoorzienend (bijna geen handel over afstand).
Toename voedselproductie in Vlaanderen en Noord-Italië --> grote economische veranderingen --> Niet iedereen meer in de landbouw, specialisatie beroepen (ambachten)
Handel en nijverheid bloeiden (o.a. textielnijverheid)
Landbouwsamenleving werd landbouw-stedelijk
Slide 10 - Tekstslide
Gent en Brugge
Sommige gebieden in Vlaanderen hoge landbouwopbrengst.
Maar ook moerassige gebieden --> schapen --> bloei voor textielnijverheid (Gent, Ieper en Atrecht) --> productie laken.
Boeren leverden graan en wol aan markten.
Producten uit de stad werden o.a. aan boeren verkocht.
Markten regionale functie
Slide 11 - Tekstslide
Gent en Brugge
Ambachtslieden steeds meer wolproductie --> Daarom noodzaak om te importeren uit Engeland
Slide 12 - Tekstslide
De Hanze
Handelaren organiseerden zich in koopmansgilden
Samenwerking om kapitaal (geld) voor handelsreizen bijeen te krijgen.
Grootse Hanze de Steden aan de Oostzee en Noordzee (volgende dia).
Hanze bescherming van elkaars handelaren en handelsvoorrechten (voordelen)
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Stadsstichtingen
Edelen bevorderden groei van de steden --> meer belastingopbrengsten.
Edelen gaven extra vrijheden aan steden om handel en nijverheid te stimuleren.
Meer vrijheden en voorrechten in de stad.
Horigen wilden ook naar de stad voor meer vrijheid.
Tekort aan horigen hierdoor--> gevolg horigen kregen meer vrijheden (verlichting belasting en verplichtingen)
Slide 16 - Tekstslide
Stadsbestuur
Steden werden rijker en wilden invloed op rechtsspraak en bestuur.
In ruil voor belasting en leningen aan de graaf of hertog wilden de stedelingen stadsrechten.
Door die voorrechten (privileges) minder macht adel in de steden (Vlaanderen)
Slide 17 - Tekstslide
Spanningen in de stad
Schepen (soort wethouder) bleef dat voor zijn leven.
Macht bleef zo in handen van klein groepje rijken (patriciërs)
Arme burgers benadeeld (hogere belastingen/zwaardere straffen bij misdrijven)
Gemeen (armere burgers) soms in opstand tegen patriciaat.
Burgers Brugge steun graaf van Vlaanderen (deal beperking macht patriciaat)
Slide 18 - Tekstslide
Door de komst van de steden werd de macht van de adel minder. Toon aan dat deze bewering klopt