ga naar lessonup.app en log in met de code linksonder
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
H4nat1
Goedemorgen!
Herhaling: Elektriciteit
ga naar lessonup.app en log in met de code linksonder
Slide 1 - Tekstslide
Lading
Symbool: Q
Eenheid: C (Coulomb)
Een elektron heeft lading -e = 1,602 x 10-19 C
Gelijke lading stoot elkaar af, ongelijke lading trekt elkaar aan
Slide 2 - Tekstslide
De staaf wordt positief, de doek negatief. Elektronen zijn verplaatst van
A
doek naar staaf
B
staaf naar doek
Slide 3 - Quizvraag
De positief geladen staaf raakt de knop. De blaadjes gaan uit elkaar omdat ze allebei gelijke lading hebben. Welke?
A
positief
B
negatief
Slide 4 - Quizvraag
Een voorwerp heeft een lading van -12,4 mC. Bereken het overschot aan elektronen.
Slide 5 - Open vraag
Lading
Ionen zijn atomen met een overschot of tekort aan elektronen
Een zout bestaat uit een binding van positieve en negatieve ionen
In metaal bewegen de vrije elektronen. Dat is stroom.
Slide 6 - Tekstslide
Stroom
De stroomsterkte I (eenheid: Ampère) is de hoeveelheid lading die per seconde passeert:I = Q/t
De stroom I loopt van plus naar min. Vergelijk met water dat naar beneden stroomt (nooit omhoog).
Slide 7 - Tekstslide
De lading is 5,0 C en de tijd is 200 ms. Bereken de stroomsterkte.
A
25 A
B
1 A
C
0,025 A
Slide 8 - Quizvraag
Q = 5,0 C
t = 200 ms = 0,200 s
I = Q / t = 5 / 0,200 = 25 A
Slide 9 - Tekstslide
Er is een stroomsterkte van 50 mA. Hoeveel lading loopt er dan door een lampje in 5,0 s?
A
0,010 C
B
250 C
C
0,25 C
D
10 C
Slide 10 - Quizvraag
I = 50 mA = 0,050 A
t = 5,0 s
Q = I * t = 0,050 * 5 = 0,25 C
Slide 11 - Tekstslide
Spanning
Er kan alleen stroom lopen als er spanning is.
Spanning wordt veroorzaakt door een spanningsbron, bijv. een batterij.
Een batterij werkt als een soort pomp.
In de spanningsbron wordt de de stroom (normaal gesproken) van - naar + (van laag naar hoog) gepompt.
Buiten de spanningsbron gaat de stroom van + naar - (van hoog naar laag).
Slide 12 - Tekstslide
Spanning
Symbool: U
Eenheid: V (Volt)
AA batterij: 1,5 V
Stopcontact: 230 V
Hoogspanningskabels: 50 kV = 50.000 V
Slide 13 - Tekstslide
Stroomkring
Bestaat uit:
Spanningsbron die elektrische energie levert
Geleiders (draden) die stroom geleiden
Apparaten die elektrische energie omzetten (in bijv. licht of warmte).
Slide 14 - Tekstslide
Stroom en spanning
Een spanningsmeter meet de spanning tussen twee punten, stroom gaat niet door de meter.
Een stroommeter meet de stroomsterkte door een draad, stroom gaat wel door de meter.
Slide 15 - Tekstslide
Als je een stroommeter voor een lamp zet meet je een grotere stroomsterkte dan achter de lamp
A
waar
B
niet waar, even groot
C
niet waar, kleiner
Slide 16 - Quizvraag
Hoe moet je een voltmeter aansluiten?
A
parallel
B
in serie
Slide 17 - Quizvraag
De lamp boven je bureau geeft licht. Dit kan alleen als de lamp is aangesloten een stopcontact. Er staat dan een spanning van 230 V de aansluitpunten van de lamp. De lamp staat spanning. Er loopt een elektrische stroom de lamp.
timer
1:00
door
onder
op
over
Slide 18 - Sleepvraag
Batterijen van ieder 1,5 V zijn geschakeld. Wat is de spanning tussen A en D?
A
0,0 V
B
1,5 V
C
3,0 V
D
4,5 V
Slide 19 - Quizvraag
Batterijen van ieder 1,5 V zijn geschakeld. Wat is de spanning tussen A en E?
A
0,0 V
B
1,5 V
C
3,0 V
D
4,5 V
Slide 20 - Quizvraag
Batterijen van ieder 1,5 V zijn geschakeld. Wat is de spanning tussen A en F?
A
0,0 V
B
1,5 V
C
3,0 V
D
4,5 V
Slide 21 - Quizvraag
Als je de spanning verhoogt wordt de stroomsterkte
A
groter
B
kleiner
C
gelijk
Slide 22 - Quizvraag
Als je de spanning verhoogt wordt de energie per Coulomb lading
A
groter
B
kleiner
C
even groot
Slide 23 - Quizvraag
CAPACITEIT
Alle batterijen hiernaast leveren 1,5 V
Maar je hebt dikke en dunne batterijen
Welke batterij gaat het langste mee?
Dik - meer chemische stoffen in de batterij - gaan langer mee
1
Slide 24 - Tekstslide
Capaciteit
Symbool: C
Eenheid: Ah (Ampère-uur) of mAh (milli Ampère-uur)