Quizvragen H1 Planten

Vindt in gras fotosynthese plaats?
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden.
De bladgroenkorrel zit in het blad van een plant.
Gras is een plant (hij is groen). Dus vindt er fotosynthese plaats
A
Ja
B
Nee
1 / 33
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Vindt in gras fotosynthese plaats?
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden.
De bladgroenkorrel zit in het blad van een plant.
Gras is een plant (hij is groen). Dus vindt er fotosynthese plaats
A
Ja
B
Nee

Slide 1 - Quizvraag

Planten zijn:
A
Heterotroof
B
Autotroof

Slide 2 - Quizvraag

planten doen aan ...
A
fotosynthese
B
verbranding
C
verbranding en fotosynthese
D
geen van beide

Slide 3 - Quizvraag

Water gaat de plant in en uit. Welke weg gaat water door de plant ?
A
wortels bladeren stengel huidmondjes
B
huidmondjes bladeren stengel wortels
C
wortels stengels bladeren huidmondjes
D
huidmondjes bladeren wortels stengels

Slide 4 - Quizvraag

planten maken
A
Koolstofdioxide
B
zuurstof
C
stikstof
D
glucose

Slide 5 - Quizvraag

Wat is bevruchting bij planten?
A
als een plant een vrucht heeft
B
als de kern van de stuifmeelkorrel samensmelt met de kern van de eicel
C
als een boom appels heeft
D
Als een plant stuifmeelkorrels heeft

Slide 6 - Quizvraag

Wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
Nitriet
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat

Slide 7 - Quizvraag

De turgor in de plant kan .....1.......worden,
als uit een plant ......2......water verdampt.

A
1 = laag 2=weinig
B
1=laag 2=veel

Slide 8 - Quizvraag

Vindt in een paard fotosynthese plaats?
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden.
De bladgroenkorrel zit in het blad van een plant.
Een paard is geen plant. Dus vindt er geen fotosynthese plaats
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de cellen van de plant als de plant groeit?
A
De vacuole vult zich
B
Celdeling
C
Celdeling en celgroei
D
De celwand wordt dikker

Slide 10 - Quizvraag

Met welk gedeelte van de plant kan de plant zich voortplanten
A
Blad
B
Wortel
C
Stengel
D
Bloem

Slide 11 - Quizvraag

Een vaatbundel is een ... in een plant
A
Een groepje vaten.
B
2 vaten bij elkaar.
C
Allemaal verschillende kleuren vaten.
D
ik weet het niet...

Slide 12 - Quizvraag

Planten in droge gebieden hebben:
A
veel huidmondjes
B
weinig huidmondjes

Slide 13 - Quizvraag

Gaswisseling (plant)
A
In de nacht vind fotosynthese plaats
B
Co2 wordt vooral in de nacht opgenomen
C
o2 wordt in de nacht opgenomen ipv co2
D
In de nacht is de plant niet actief en is er geen verbranding

Slide 14 - Quizvraag

Wat is ecologie?
A
De omgeving en het milieu waar het organisme in leeft.
B
Het bestuderen van de relaties tussen organismen en hun milieu.
C
De relaties tussen organismen onderling.
D
Het is een soort voedsel voor een ander organisme.

Slide 15 - Quizvraag

Tot welk niveau van de ecologie behoort een bos?
A
Ecosysteem
B
Individu
C
Levensgemeenschap
D
Populatie

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een optimumkromme (denk aan thema ecologie)?
A
Die geeft een verband aan met een factor
B
Het heeft met biomassa te maken
C
Het is een biologisch evenwicht
D
Het is de overleving

Slide 17 - Quizvraag

Stukje ecologie: Welke organismen zijn dol op poep?
A
Reducenten
B
Producenten
C
Consumenten
D
Afvaleters

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noem je het geheel van alle biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied?
A
Ecosysteem
B
Ecologie
C
Abiotische factoren
D
Biotische factoren

Slide 19 - Quizvraag

Het proces waarbij organismen zich aanpassen aan hun omgeving noem je...?
A
Ecologie
B
Charles Darwin
C
Survival of the fittest
D
Evolutie

Slide 20 - Quizvraag

wat zijn de vier niveau's van de ecologie van klein naar groot?
A
individu, populatie, levensgemeenschap, ecosystemen
B
levensgemeenschap, individu, populatie, ecosystemen

Slide 21 - Quizvraag

Kies de juiste pijlen om een voedselweb te maken

Slide 22 - Sleepvraag

Een voedselweb gaat
over een ........
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de slang NIET in dit voedselweb?
A
Consument 1e orde
B
Consument 2e orde
C
Consument 3e orde
D
Consument 4e orde

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een voedselweb?
A
Één voedselketen
B
Meerdere voedselketens

Slide 25 - Quizvraag

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 26 - Quizvraag

In de afbeelding is de kringloop van stoffen in een ecosysteem schematische weergeven.
In nummer 1 vindt fotosynthese plaats.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Welke kringloop is dit?
A
De stikstofkringloop
B
De koolstofkringloop
C
De zuurstofkringloop
D
De kringloop van het leven

Slide 28 - Quizvraag

De stoffen in een kringloop gaan nooit verloren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de volgorde van de kringloop in de natuur
A
Producenten - consumenten - reducenten
B
Consumenten - producenten - reducenten
C
Reducenten - producenten - consumenten
D
Producenten - reducenten - consumenten

Slide 30 - Quizvraag

In de afbeelding is de kringloop van stoffen in een ecosysteem schematische weergeven.
Met nummer 3 wordt een ..... aangegeven.
A
producent
B
consument
C
reducent

Slide 31 - Quizvraag

Gesloten kringloop
A
Kringloop die geen andere organisme toelaat
B
Kringloop waar geen stoffen zinloos verloren gaan
C
Kringloop waarbij dieren elkaar op volgorde eten
D
Kringloop van giftige stoffen en gassen

Slide 32 - Quizvraag


Welke organismen uit de kringloop van stoffen zijn heterotroof?
A
consumenten
B
producenten
C
consumenten en reducenten
D
producenten, consumenten en reducenten

Slide 33 - Quizvraag