Les 2 Breuken vermenigvuldigen

Planning + lesdoel

5 min: Start + inloggen Lesson Up

10 min: Herhaling letter rekenen

15 min: Uitleg

25 min: Werken

5 min: Afsluiting

Vermenigvuldigen van breuken

1 / 16

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning + lesdoel

5 min: Start + inloggen Lesson Up

10 min: Herhaling letter rekenen

15 min: Uitleg

25 min: Werken

5 min: Afsluiting

Vermenigvuldigen van breuken

Slide 1 - Tekstslide

3a + 4a=

Slide 2 - Open vraag

12a + a =

Slide 3 - Open vraag

6xy - 2x =

Slide 4 - Open vraag

4 a^{​ 2 ​ ​} + 10 a^{​ 2 ​ ​} =

Slide 5 - Open vraag

3 b^{​ 2 ​ ​} + 2 b =

Slide 6 - Open vraag

6 x \cdot 3 y =

Slide 7 - Open vraag

12 a \cdot - 3 a =

Slide 8 - Open vraag

- 3 a \cdot 4 b =

Slide 9 - Open vraag

Breuken vermenigvuldigen

1. Breng de helen binnen de breuken.

3. Vereenvoudig de uitkomst en haal de helen eruit.

\frac{​ t e l l e r \cdot t e l l e r ​ ​}{​ n o e m e r \cdot n o e m e r ​}

1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​} \cdot 2 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

3 \cdot \frac{​ 2 ​ ​}{​ 7 ​} =

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 7 ​} \cdot \frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​} =

4 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot - \frac{​ 2 ​ ​}{​ 9 ​} =

Slide 10 - Tekstslide

Het omgekeerde van een getal

want de uitkomst = 1

Wat is het omgekeerde van ?

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 7 ​} e n \frac{​ 7 ​ ​}{​ 5 ​}

2 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​}

Slide 11 - Tekstslide

Delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde van de breuk.

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} / \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

18 / - \frac{​ 2 ​ ​}{​ 9 ​}

- 2 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 7 ​} / - 5

Slide 12 - Tekstslide

Vereenvoudigen van breuken

\frac{​ 7 x ​ ​}{​ 1 1 x ​} =

\frac{​ 5 a ​ ​}{​ 1 2 a ​} =

\frac{​ 1 8 b c ​ ​}{​ 2 4 c ​} =

\frac{​ 2 0 x y ​ ​}{​ 2 5 x y z ​} =

\frac{​ - 1 5 a c ​ ​}{​ 3 c ​} - \frac{​ 5 0 a b ​ ​}{​ 5 b ​} =

\frac{​ 3 a b ​ ​}{​ b ​} + 5 a =

Slide 13 - Tekstslide

HAVO optellen breuken met letters

Wanneer mag je breuken optellen?

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 4 ​} = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 0 ​} =

\frac{​ 1 ​ ​}{​ x ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ y ​} =

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen

\frac{​ a ​ ​}{​ b ​} - \frac{​ 1 ​ ​}{​ c ​} =

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} - \frac{​ 1 ​ ​}{​ a ​} =

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 3 x ​} - \frac{​ 5 ​ ​}{​ 2 y ​} =

3 - \frac{​ 2 ​ ​}{​ x ​} =

Slide 15 - Tekstslide

Weektaak

Les 1: 24, 28, 29, 31 ,32

Les 2: 38, 39, 42, 43

timer

8:00

Slide 16 - Tekstslide

Les 2 Breuken vermenigvuldigen

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Les 2 Breuken vermenigvuldigen

Les 1: Haakjes wegwerken

3.3 Negatieve breuken

Les 1 Opstarten voorkennis breuken

A-WB1-Les17-Breuken

herhaling 8 negatieve breuken

2.6 Negatieve breuken

2.6 Negatieve breuken