KT1: Woordenschat H1-3 oefenen met lijsten

KT1: Woordenschat 
H1-3 lijsten
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

KT1: Woordenschat 
H1-3 lijsten

Slide 1 - Tekstslide

Doel

Wat weet je allemaal al?

Slide 2 - Tekstslide

absent
A
aardig
B
aanwezig
C
afwezig
D
aanleg

Slide 3 - Quizvraag

vatbaar
A
ongeneeslijk
B
ondanks
C
nauwkeurig
D
gemakkelijk te beïnvloeden

Slide 4 - Quizvraag

(de) relatie
A
man en vrouw
B
(het) verband
C
auteur
D
verschijnsel

Slide 5 - Quizvraag

exact
A
precies
B
nu
C
meteen
D
circa

Slide 6 - Quizvraag

(het) tekort
A
ontbreken
B
(het) gebrek
C
(het) aantal
D
(het) korte eindje

Slide 7 - Quizvraag

intelligent
A
slim
B
lui
C
vervelend
D
leuk

Slide 8 - Quizvraag

ongetwijfeld
A
absent
B
twijfel
C
zeker
D
morgen

Slide 9 - Quizvraag

prestatie
A
cijfer
B
sportdoel
C
doel
D
iets wat je goed doet

Slide 10 - Quizvraag

imiteren
A
nadoen
B
naschrijven
C
napraten
D
nadansen

Slide 11 - Quizvraag

dringend
A
snel
B
voorop
C
daarlangs
D
nu

Slide 12 - Quizvraag

circa
A
meteen
B
nu
C
ongeveer
D
daarlangs

Slide 13 - Quizvraag

recent
A
meteen
B
pas gebeurd
C
soms
D
altijd

Slide 14 - Quizvraag

letterlijk
A
letters
B
het abc
C
precies zoals het er staat
D
je doet iets nu meteen

Slide 15 - Quizvraag

periode
A
tijdperk
B
tijdsvolgorde
C
pauze
D
verplaatst

Slide 16 - Quizvraag

sinds
A
voorop
B
vanaf het tijdstip van
C
tijdperk
D
meteen

Slide 17 - Quizvraag

permanent
A
krullen
B
dringend
C
meteen
D
voor altijd

Slide 18 - Quizvraag

voltooien
A
doen/maken
B
afmaken
C
streng
D
met veren knutselen

Slide 19 - Quizvraag

anoniem
A
chocolade
B
niet aanspreekbaar
C
zonder naam
D
origineel

Slide 20 - Quizvraag

mis
A
fout
B
niet goed
C
stuk
D
meteen

Slide 21 - Quizvraag

totaal
A
helemaal
B
weinig
C
veel
D
meteen

Slide 22 - Quizvraag

pro
A
te gek
B
voor
C
tegen
D
sterk

Slide 23 - Quizvraag

commercieel
A
bedoeld om geld te verdienen
B
om in reclames te gebruiken
C
verzekering afsluiten
D
als reactie

Slide 24 - Quizvraag

negeren
A
doen alsof je het niet merkt
B
overdreven reageren
C
haastige spoed is zelden goed
D
natuurlijk, vanzelfsprekend

Slide 25 - Quizvraag

uitgeven
A
boeken schrijven
B
betalen voor
C
helemaal natuurlijk
D
niet goed

Slide 26 - Quizvraag

gebaseerd op
A
plezierig
B
schrijven van boeken
C
ontstaan uit
D
meteen

Slide 27 - Quizvraag

het komt ze de neus uit
A
snot
B
doen alsof
C
informatie verzamelen
D
ze hebben er geen zin in

Slide 28 - Quizvraag

dresscode
A
kledingvoorschrift
B
geheime code
C
geheimzinnig
D
meteen

Slide 29 - Quizvraag

totaal
A
meteen
B
helemaal
C
direct
D
circa

Slide 30 - Quizvraag

Ik wist al best veel!
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll