Communicatie blok 1.3 week 2 - oefentoets
1 / 13
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is belangrijk bij actief luisteren?
A
Tijdens het gesprek je ervaringen delen
B
Tijdens het gesprek je mening geven
C
De ander uit laten praten
D
Geen van bovenstaande antwoorden is juist
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het doel van een confronterende vraag?
A
Onacceptabel gedrag tentoonstellen
B
De waarheid achterhalen
C
Iemands mening achterhalen
D
Non-verbaal gedrag benoemen
Slide 4 - Quizvraag
Wat houd een directe vraag in?
A
Dat er rechtstreeks ergens naar geïnformeerd wordt.
B
Dat er in het begin ergens naar geïnformeerd wordt.
C
Dat er een vraag aan slechts één persoon gesteld wordt.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het nut van doorvragen?
A
Je eigen mening over een onderwerp verduidelijken
B
Een gesprek langer laten duren
C
Hoofd- en bijzaken van elkaar scheiden
Slide 6 - Quizvraag
Uit wat bestaat het antwoord op een gesloten vraag meestal?
A
Enkele woorden
B
Enkele zinnen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het doel van een informatieve vraag?
A
Informatie verzamelen
B
Informatie verduidelijken
C
Kennis controleren
D
Informeren naar een mening
Slide 8 - Quizvraag
LSD staat voor Luisteren, ....., Doorvragen.
A
Slapen
B
Samenvatten
C
Simpliceren
D
Scoren
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een doel van een opinievraag?
A
De ander na laten denken over een onderwerp
B
Toetsen welke kennis de ander heeft
C
Toetsen of de ander dezelfde mening heeft
D
De ander van mening laten veranderen
Slide 10 - Quizvraag
Waarmee begint een professioneel gesprek doorgaans?
A
Social talk
B
De reden van het gesprek bespreken
C
Eerder gemaakte afspraken
D
Agenda van het gesprek doornemen
Slide 11 - Quizvraag
Wat wil je verduidelijkt krijgen met een verhelderende vraag?
A
De eerder gestelde vraag
B
Het gespreksonderwerp
C
Andermans mening
D
De verzamelde informatie
