Rekenen met letters


Letter rekenen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les


Letter rekenen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Producten herleid je zo:

  1. Vermenigvuldig de getallen en zet ze voorop
  2.  Zet de letters in alfabetische volgorde
  3. Laat alle keer punten weg

5x3y=
dus 
53xy=15xy

Slide 12 - Tekstslide

Wat doe je met de getallen 3 en 5 in de situatie hieronder
3a5b
A
Optellen
B
Niets
C
Vermenigvuldigen
D
Mnr Uil roepen om hulp

Slide 13 - Quizvraag

Als je een som heb met variabelen mag ik dan alles met elkaar vermenigvuldigen?

Slide 14 - Open vraag

Met welke dingen moet je
rekening houden als je producten
neemt van variabelen met getallen?

Slide 15 - Woordweb

Maak een foto van je Wordweb die je hebt gemaakt de vorige slide

Slide 16 - Open vraag

Bereken de volgende som
(gebruik voor kwadraten ^2)
2a5a

Slide 17 - Open vraag

Sommaties van variabelen
  • variabelen bij elkaar optellen mag alleen wanneer ze hetzelfde zijn
  • VB. a + a + a = 3a maar a+ a+ b+ a +2b + 2a= 5a+3b je mag de a en de b niet samen voegen


                                                                                            zo werkt het ook met variabelen


74+34=104=40
7a+3a=10a=10a

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het juiste antwoord van de volgende som

4a3b2a
A
24ab
B
24a2b
C
12a2b
D
24a2b

Slide 19 - Quizvraag

Welke uitspraak/uitspraken is/zijn waar?
A
alle variabelen mag ik bij elkaar nemen
B
alleen dezelfde variabelen mag ik optellen
C
variabelen kan je niet optellen
D
variabelen optellen werkt eigenlijk hetzelfde als met getallen

Slide 20 - Quizvraag

bereken de volgende som

9a+5a7b

Slide 21 - Open vraag

bereken de volgende som
20a+3b-2c-27a

Slide 22 - Open vraag